Training

Het eerste half uur van de speelavond is bestemd voor training. De trainer legt dan bepaalde dingen uit, al dan niet met behulp van het demonstratiebord of hij laat de kinderen in hun stappenboekje werken en helpt hen daarbij.

De stappenboekjes maken deel uit van de zogeheten stappenmethode, de officiƫle leermethode van de Nederlandse schaakbond. Wanneer de kinderen na de training hun competitiepartijen spelen, kijkt de trainer de stappenboekjes na. Aan het einde van de avond krijgen de kinderen hun boekje terug, met een opdracht van de trainer om die of die bladzijde te maken of om een en ander te verbeteren.

Er zijn in totaal zes stappenboeken, in klimmende moeilijkheidsgraad. Wanneer een kind een boekje uit heeft, kan het doorgaan met het volgende boekje als het daar klaar voor is. Het is belangrijk om niet te snel naar een volgende stap te gaan om te voorkomen dat later blijkt dat de volgende stap nog te hoog gegrepen is. Het werkt demotiverend om vervolgens weer een stap terug te moeten gaan. Om de overgang tussen de stappen te verkleinen en dus te versoepelen, bestaan er per stap extra oefenboekjes (bijvoorbeeld: Stap 1, Stap 1 extra, Stap 1 plus, etc.).