Martien Janssen overleden

dinsdag 6 februari 2018
Geboren op 1 april 1929. Martien werd op 8 augustus 1956 lid van SMB en was daarmee het langstlevend lid van SMB. Hij werkte vrijwel zijn hele leven bij Philips en maakte de ontwikkeling van de halfgeleiderdivisie (nu NXP) van nabij mee en gaf daar mede vorm aan. Hij was ook een verdienstelijk tennisspeler, maar wij kennen hem allen natuurlijk als schaker.

Ik heb het genoegen mogen smaken met hem als accuraat teamleider eerst in SMB 7 mee te maken midden jaren '70. Met dit team werden we ook meteen kampioen mede dankzij sterke spelers als Boudewijn Nederkoorn en Rob Rietberg. Na een felicitatie toespraak van voorzitter Verdenius gevolgd door een applaus van de hele club nam Martien het woord na de vraag wat het met hem deed. Eigenlijk niet veel zei hij. Zo was hij, nuchter en rustig.

Hoewel zelf een goed clubspeler zijn zijn persoonlijk grootste schaakverdiensten gelegen in het bijbrengen van enthousiasme voor het schaakspel en het ontdekken van de latere grootmeester Friso Nijboer, die vaak ten huize van de familie Janssen te vinden was.

Jaren nadien kwam ik hem weer tegen in het veteranenteam van Verdenius. Alweer een ijzersterk team met o.a. de gebroeders Schillings. In dit team speelde hij altijd op zijn eigen manier rustig en bekwaam tot aan het middenspel. Hij kwam vaak goed uit de opening maar in zijn laatste SMB jaren begon gaandeweg in dit middenspel het mistasten waardoor hij minder scoorde dan waarop hij recht had. Ik heb hem wel eens gesuggereerd om samen als duo te spelen: Martien het begin en ik zou het dan wel afmaken. Dan konden we zo samen wereldkampioen worden. Maar ja, het mocht niet van de Bond.

Bij uitwedstrijden van de veteranen reed hij altijd waarbij ik fungeerde als wegwijzer. Martien bleef tot het laatst vaak nog sterk spelen. Ik herinner me dat hij in een van zijn laatste partijen op de club, misschien wel zijn allerlaatste bij SMB, nog gedecideerd won van een van de sterkste spelers van SMB.

De laatste jaren kon hij niet meer op de club verschijnen. Langzaam maar zeker nam de verschrikkelijke ziekte van Alzheimer bezit van hem. Ik bezocht hem nog geregeld, eerst thuis, later in huize Nijevelt. De eerste keer dat ik hem daar bezocht antwoordde hij op mijn vraag hoe het hier was: het is niks. Meestal zat hij alleen in een fauteuil voor zich uit te staren. Maar het schaakspel kon hij nog steeds goed beoefenen. We speelden nog telkens als ik hem opzocht een groot aantal partijen, waarin je kon merken dat je met een geoefende schaker aan het spelen was. Vlak voor de Kerst begon hij al moeilijker te lopen en fysiek achteruit te gaan. Maar schaken kon hij nog en deed dat met zichtbaar plezier.

Enige tijd terug kreeg hij longontsteking waarna het steeds slechter met hem ging. Uiteindelijk werd dit hem fataal en ging hij heen op 28 januari. De crematie heeft op zijn verzoek in besloten kring plaatsgevonden. Een fijn mens, "gentleman" en trouw clublid zullen we moeten missen.

Henny Goverde