De druiven zijn zuur

zondag 14 maart 2010
Cas Aubel begon aan de bar de avond al met een intikkertje. Tegen mij: "Schrijf jij ook een artikel als wij verloren hebben?" "Ja," antwoordde ik, aangevend dat ik mijn verantwoordelijkheid niet zou ontlopen en dat ik alleen maar zou schrijven bij een winstpartij. Alsof je van een verliespartij geen goed artikel zou kunnen maken. Niets is minder waar.

Ilona was inmiddels ook aan de bar aangeschoven en las de bordnummers op zoals zij die zich had voorgesteld. En Cas wilde een ander bord daar het licht bij ons zo langzamerhand duistere vormen begint aan te nemen. Cas vroeg om een bepaald bordnummer met meer licht op het bord en daar kan ik me wel iets bij voorstellen want soms verdwijnen er vanwege het licht spoorslags een paar teams tegelijk in een vereniging.

Maar hoe het ook zij, wij hadden ons inmiddels aan het bord gezet en deden de eerste zetten tegen Kasteel 5. Met de witte stukken achter het bord nota bene speelde ik als een dweil en het leek er veel op dat er een bepaalde gelatenheid zich van mij meester had gemaakt. Pas later op de avond merkte ik dat ik me tijdens mijn partij te veel had ingelaten met de andere partijen om een goed verhaal te kunnen schrijven. Ik deed zetten waarbij ik me afvroeg: "Ben ik nou gek geworden of heeft een kwaadaardige fee mij ook met haar stokje der waanzinnigheid geslagen?"

Bij de 37e zet legde ik mijn koning om en drukte mijn tegenstander de hand. En de eerste nul was een feit. Dorus Peelen, op bord 1, kreeg te maken met een dreigende dame en een grommende loper op de g- en h-lijn en besloot de dame te ruilen die in dank aanvaard werd want Dorus verloor meteen twee kostbare pionnen terwijl hij zo-even nog 1 pion had voorgestaan. Dag, Dorus.

Het zou nu gauw 2-0 voor Kasteel worden en daar ik nu alle tijd had rond te kijken was ik net op tijd om te zien hoe Jaap Schuld het volgende slachtoffer was om de koning om te leggen. Teruggekeerd naar Dorus zag ik dat hij nog levend en wel achter het bord zat en een paard dusdanig op een veld had gemanouvreerd dat bij het slaan daarvan de tegenstander achter elkaar maar liefst twee stukken zou verliezen. Een meesterzet?

De tegenstander haastte zich om remise te maken hetgeen uiteraard door Dorus werd geaccepteerd. Bravo Dorus. Ilona kwam in een gezellig eindspel terecht met zes tegen vier pionnen en allebei de dames nog op het bord. Maar na een slimme afruil kon zij met gemak de d2 pion promoveren door naar veld d1 te gaan. "Maar vrouwtje, wat ga je nou doen? Je zet hem op e1?" Geen nood, Alleen de omstanders fronsten de wenkbrauwen en de tegenstander en Ilona zagen het niet. Zij had toch wel gewonnen maar merkwaardig was het wel.

Cas en Luuk Jensen zaten allebei nog te tandhakken met een stuk achterstand en hoopten, met een stijgend wanhoop die hen de adem bijna benam, een remise eruit slepen, maar het was vechten tegen de bierkaai. En zo ging deze wedstrijd, die wij met vol vertrouwen tegemoet zagen, jammerlijk verloren met 1½ tegen 4½. En dat bij mijn tegenstander het mobieltje afging, ik zeg het ruiterlijk, had geen enkele invloed op mijn partij. Ik kreeg daardoor wel tien minuten extra van Eric de Ridder kado maar zelfs met 1 uur voorsprong had ik nog verloren. Ik bedoel maar.

Hugo