Hans Klip, Internationaal Meester

een interview, donderdag 2 december 2010
In 2010 haalde Hans Klip, lid van SMB, de schaaktitel Internationaal Meester (IM). Zo'n mijlpaal bereiken is bijzonder en slechts enkelen hebben in het ruim 160-jarig bestaan van SMB dit niveau weten te halen. Reden om Hans te interviewen en eens wat meer te weten te komen over hoe hij dit resultaat bereikt heeft.

Dat was de eerste insteek van het gesprek. Echter... ons gesprek, gehouden in café Lux, werd allengs veel ruimer en breder. Na twee uur had ik 4 kantjes vol beschreven met verhalen, anekdotes en schaakvisies die Hans ventileerde. Hans kan veel en interessant vertelen over het schaken. Dat ligt ook eigenlijk wel voor de hand. Hij speelt al meer dan 25 jaar bij SMB, waarvan een groot deel op het hoogste niveau in de landelijke meesterklasse van de KNSB is doorgebracht. Hij weet verrassend veel van de clubhistorie, van het landelijke en internationale schaken, kent vele schaakanekdotes. Het was daardoor erg de moeite waard om hem te interviewen en het artikel is daardoor langer geworden als oorspronkelijk de bedoeling was. Het geeft een goede inkijk in de laatste 25 jaar clubhistorie van SMB. Voor Hans was het interview zoals hij zelf aangaf "een graaftocht in zijn eigen schaakverleden". Hans stelde enkele foto’s uit zijn eigen archief ter beschikking, waarvoor hartelijk dank. De nostalgische fotobeelden geven een mooi tijdsbeeld. Tegelijkertijd laten ze Hans brede schaakinzet zien. Ook kreeg ik enkele links op internet die prachtige partijen van hem laten zien. Ik heb ze in het artikel bijgevoegd en ze zijn echt de moeite waard om naar toe te surfen. Met name de analyse van Herman Grooten van "een meesterlijke partij" van Hans moet je beslist aanklikken (zie verderop in de tekst).

De vragen die ik Hans stelde en zijn antwoorden erop:

Hoe word je Internationaal Meester?
Je moet 3x een norm gehaald hebben. Die norm bestaat uit het spelen van 9 partijen waarvan minimaal 2 tegen grootmeesters of 3 tegen internationaal meesters. De specifieke score die je moet halen is dan afhankelijk van de sterkte van die groep tegenstanders. In totaal gaat het om minimaal 25 partijen. Bovendien moet je 1x de rating van 2400 gehaald hebben. Ik heb de drie normen behaald tijdens het Open Internationaal toernooi in Aceimar (Spanje 1996), in de Nederlandse meesterklasse (2009/2010) en in het Arctic Chess Challenge (2010).

Het heeft lang geduurd voordat ik de drie normen gehaald had. Je moet namelijk toernooien met sterke tegenstanders, spelen anders bereik je de vereiste score niet. De laatste 15 jaar heb ik niet zoveel geschikte toernooien gespeeld en daardoor verklein je zelf je kansen op het behalen van de grens IM. Het was soms net niet en de 3e norm is dan dikwijls een grote barrière.
Ik denk dat ik de 5e IM uit de clubhistorie ben die tijdens zijn SMB-tijd meester is geworden en extern voor het eerste team uitkwam. Vroegere SMB-leden die me voorgingen zijn Jeroen Vanheste, Friso Nijboer (die daarna natuurlijk grootmeester werd), Willy Hendriks en Dharma Tjiam.

Op welke plaats sta je nu in het Nederlandse schaken?
Op de Nederlandse schaakranglijst op plek 73 van de actieve spelers. Mijn huidige rating is 2377. Voor de liefhebbers van cijfers: je kunt op de Fide Chess Ratings mijn schaakprofiel aanklikken. Daar vind je aardige statistische overzichtjes en grafieklijnen van de rating van de afgelopen jaren. (PS Dat heb ik gedaan en ik zag dat Hans de laatste 10 jaar steeds ruim boven de 2300 rating heeft gescoord.)

Wanneer ben je bij SMB gekomen en kun je iets vertellen van jouw schaakhistorie bij deze club?
Ik ben in 1983 lid geworden en nu bezig aan mijn 28e seizoen. In die jaren tachtig kwam ik terecht in een hele goeie generatie jonge schakers zoals Friso Nijboer, Jeroen Vanheste, Stan van Gisbergen, Dharma Tjiam en Willy Hendriks. Met nog wat andere sterke studenten konden we een heel sterk 1e team op de been brengen. Het stimuleert als je in een sterk team mee doet. We zijn in 1988 met dat team 2e geworden in de meesterklasse (hoogste afdeling) van de KNSB en nog eens 2 keer derde (de laatste keer in 1997). Veel van die jonge generatie schakers zijn inmiddels doorgedrongen tot de nationale top.

Ik ben altijd voor SMB blijven spelen en heb daarbij ook de nodige organisatorische bestuursklussen opgepakt. Ik ben enige jaren bestuurslid geweest, lid van het organisatiecomité "150 jaar bestaan van SMB (1998)" en heb onder meer n.a.v. dit jubileum met anderen in het Triavium de slotronde van de KNSB-competitie georganiseerd. Daarbij waren zo'n duizend spelers onder wie de hele Nederlandse schaaktop aanwezig. Het was leuk om te doen maar op een gegeven moment kost het organisatiewerk wel erg veel tijd en heb ik het stokje overgedragen aan anderen.

Schaken heeft altijd mijn interesse en aandacht gehad. Ik heb dik 10 jaar een vaste schaakrubriek verzorgd in de Gelderlander waarin ik inging op de schaakactualiteit zoals de matches om het wereldkampioenschap.

De kampioenschapfoto van 1984 van de 1e klasse KNSB waarmee SMB voor het eerst naar de hoofdklasse (de tegenwoordige meesterklasse) promoveerde. Voor: Hans Bartels, Rob van Wieringen en de jonge Friso Nijboer. Daarachter: Piet Roozenbeek, Cees Koopmans en Adrie Kox. De achterste vier zijn: Laurens Storms, Hans Klip, René Duchene en Tom Rijken.

Wat zijn jouw sterke kanten bij het schaken? Kun je iets vertellen over je schaakstijl?
Als je op een hoog niveau wilt spelen moet je eigenlijk van alle markten thuis zijn, maar toch ben ik vooral iemand die houdt van open spelen en het liefst dynamische stellingen wil. Daar kom ik het beste tot mijn recht, niet in gesloten stellingen. Ik probeer graag actief stukkenspel te krijgen en daarmee aan de slag te gaan. Gevaarlijke en onverwachte oplossingen ga ik niet uit de weg. Ik ben niet een echt defensief ingestelde speler. Bovendien heb ik een zekere taaiheid als ik slecht sta.

Kun je een voorbeeld geven van die sterkte en die stijl?
Ik speelde in de zomer van dit jaar het Arctic Chess Challenge toernooi in Noorwegen in de plaats Tromso. Dat ligt 500 km onder de Noordkaap. Een leuk en bekend open toernooi. We zijn hier met een clubje van 5 schakers naar toe gegaan. Ik speelde hier o.a. tegen de Azerbeidjaanse grootmeester Farid Abbasov en won die partij in een creatieve aanvalspartij. Herman Grooten heeft er op de nationale schaaksite www.schaaksite.nl een uitvoerige analyse aan gewijd. Een partij waar ik ook mijn derde IM-norm mee verdiende.


De partij Judit Polgar - Hans Klip (HSG - SMB, Nijmegen 1990). De drie jonge Polgar-zussen speelden dat seizoen bij het Hilversumse HSG. SMB heeft dit toen publicitair uitgebuit. Op de wedstrijd kwamen een paar honderd bezoekers af! Deze foto stond in De Gelderlander. Ik verloor overigens kansloos van de dertienjarige Judit Polgar (toen al een sterke internationale meester). Fitzgerald Krudde won trouwens van Zsuzsa Polgar.



Piet Peelen (2385) - Hans Klip, hoofdklasse 1987
Een partij uit mijn vroege SMB periode en typerend voor mijn stijl.
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Pd4 4.Pxd4 exd4 5.0–0 c6 6.Lc4 d5 7.exd5 cxd5 8.Te1+ Le7 9.Lb5+ Kf8 10.c3 Db6 11.Da4 a6 12.Ld3 Le6 13.Pa3 Lc5 14.b4 Ld6 15.Lb2 Pf6 16.h3 Ph5 17.cxd4 Dd8 18.Lf1 Lxh3 19.gxh3 Dg5+ 20.Kh1 Df4 21.Kg2 g5 22.Te5 g4 23.Dd7 Lxe5 24.dxe5 gxh3+ 25.Dxh3 Tg8+ 26.Kh1 Dxf2 27.Lg2 Pf4 28.Tf1 Pxh3 29.Txf2 Pxf2+ 0–1

Hans Klip (2295) - Francisco Vallejo Pons (IM 2420), Mondariz open, 1996
Met deze zege tegen een veertienjarige Vallejo Pons (de huidige nummer 42 van de wereld) haalde ik mijn eerste IM-norm binnen. Hij bood niet het krachtigste verweer.
1.e4.e6 2.d4 d5 3.Pc3 Lb4 4.e5 b6 5.Dg4 Lf8 6.Lb5+ c6 7.La4 a5 8.a3 Ld7 9.Pce2 c5 10.Lb3 c4 11.La2 b5 12.Lb1 Pa6 13.Ph3 b4 14.0–0 bxa3 15.Txa3 f5 16.Dg3 Pc7 17.Tf3 a4 18.c3 g6 19.Phf4 g5 20.Ph5 h6 21.h4 Le7 22.hxg5 hxg5 23.Dh2 Ph6 24.Th3 Kf7 25.Pf6 Lxf6 26.exf6 Kg6 27.Dg3 Pf7 28.Txh8 Dxh8 29.Dxc7 1–0

Heb je ook tegen de allernieuwste lichting van de Nederlandse schaaktop gespeeld?
Ja, vorig jaar tegen Anish Giri. Dat was bijzonder, een erg sterke speler bij wie ik ondanks dat de partij ruim vijf uur duurde eigenlijk geen voet aan de grond kreeg. Ik geef de partij die ik tegen hem speelde.

Hans Klip (2371) - Anish Giri (GM 2588), Meesterklasse 2009-2010
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.Lb5+ Pd7 4.c3 Pgf6 5.De2 a6 6.La4 b5 7.Lc2 e5 8.d4 Le7 9.0–0 0–0 10.Td1 Dc7 11.Lg5 Lb7 12.d5 Volgens Giri al fout. 12 ...c4 13.Pbd2 h6 14.Lh4 g6 15.h3 Kg7 16.Pf1 Ld8 17.a4 Db8 18.axb5 axb5 19.Pe3 Lb6 20.Kh1 Ph5 21.Txa8 Lxa8 22.Dd2 Th8 23.Ta1 Lb7 24.Pg1 Pc5 25.Pe2 Lc8 26.f3 Ld7 27.g4 Pf6 28.Kg2 Ld8 29.Lf2 h5 30.Pg3 Le7 Lijkt een volkomen normale stelling, maar eigenlijk ben ik al kansloos. Ik heb geen plan meer en kan alleen afwachten op de dingen die gaan komen. Indrukwekkend weggetikt door Giri. 31.Pef1 Dc8 32.Pe3 Ld8 33.De2 Pg8 34.Th1 hxg4 35.hxg4 Txh1 36.Kxh1 Lg5 37.Pd1 Pf6 38.Le3 Ph7 39.Kg2 Da8 40.Dd2 f6 41.Ph1 Da1 42.Phf2 Lxe3 43.Dxe3 g5 44.Ph3 Kh6 45.Pg1 Pf8 46.Pe2 Pd3 47.Dd2 Pf4+ 48.Pxf4 gxf4 49.b3 Pg6 50.Df2 Dc1 51.b4 Kg5 52.Kh3 Lc8 53.Kg2 Ph4+ 54.Kh3 Pxf3 55.Dxf3 Dxc2 56.Pf2 Dd2 57.Kg2 De3 58.Dh3 Dxh3+ 59.Kxh3 Ld7 0–1

Speel je vaak schaaktoernooien?
In het begin van de negentiger jaren heb ik gedurende een jaar of vijf zo'n vier à vijf serieuze toernooien per jaar gespeeld. Ik was echter wat minder sterk dan nu, zodat ik toen nooit echt om een IM-norm heb gespeeld. De laatste 15 jaar beperk ik me in principe tot maximaal één toernooi per jaar. Het is altijd leuk maar kost veel tijd en energie. Ik zoek nu echt een leuk vakantietoernooi in het buitenland uit met in het achterhoofd ook de mogelijkheid om iets van het land of de stad te zien waar het speelt. Vaak plakken we er een korte periode van sightseeing aan vast. Vóór het toernooi in Tromso heb ik met drie andere spelers eerst een week gereisd door Noord-Noorwegen. Wij hebben de Noordkaap bezocht en aan een walvissafari meegedaan. Dat laatste was een excursie op zee. Wij hebben drie spuitende potvissen van nabij gezien. Prachtig om mee te maken.

Ook kijk ik met plezier terug op toernooien in Spanje en Italië waar je eigenlijk ook meteen een zonnige vakantie viert. Het is uiteraard extra leuk dat je met een paar schaakvrienden samen op stap bent. Het geeft een aparte sfeer en de saamhorigheid onder elkaar is groot tijdens zo'n toernooi.


Schaken is ook een teamsport. Wat zijn in jouw herinneringen de beste SMB teamprestaties waaraan je hebt bijgedragen?
Ik wil er twee noemen die er bij mij uitspringen.
1. Vorig jaar de wedstrijd in de meesterklasse van SMB1 tegen topfavoriet HSG met bijna alleen grootmeesters en Internationaal meesters. We werden vooraf volstrekt kansloos geacht. We wonnen die match. Ik speelde tegen Friso Nijboer. Deze stond in eerste tijdnoodfase gewonnen maar liet het lopen. Daarna kreeg Friso weer kansen maar kwam er niet door. Op het eind had hij nog maar 27 seconden op zijn klok en forceerde remise. Het was een cruciale partij waardoor we op een winststand van 4.5-5.5 kwamen voor SMB.
2. Een gelijkspel tegen Volmac 1 in de jaren 90. Het betrof de slotronde In de meesterklasse. Volmac had toen 2 teams in deze klasse. Volmac 2 dreigde te degraderen i.p.v. SMB. Als SMB deze laatste slotronde zou verliezen van Volmac 1 zou SMB degraderen en Volmac 2 erin kunnen blijven. Volmac 1 kwam die laatste ronde dan ook op oorlogssterkte met 6 grootmeesters en 4 meesters. Wij hadden nota bene een paar invallers die keer. Iedereen van SMB speelde echter de wedstrijd van zijn leven. Het werd een gelijkspel en SMB bleef in de hoofdklasse (zoals de meesterklasse toen nog werd genoemd).

Verrassingen bij schaken zijn dus nooit uit te sluiten?
Klopt. Je kunt niet op de automatische piloot spelen want dan gaat het mis. Kijk maar bij open schaaktoernooien. Normaliter maken de grootmeesters en meesters gehakt van "de amateurs". Het komt echter geregeld voor dat een grootmeester of meester zich toch vreselijk verslikt in een veel mindere tegenstander. Dat zit in de aard van het spel. Grootmeesters maken ook fouten en ze zijn soms te hardnekkig bezig om hun gelijk te bewijzen. Dat breekt ze dan op.

Je bent ook actief geweest als jeugdtrainer/begeleider bij de KNSB?
Ik ben vrij lang, van 1991-2001, bondstrainer geweest voor de landelijke jeugdgroep van vooral 12 tot en met 14 jarigen. In die functie heb ik de jeugd ondersteund bij o.a een aantal keer bij het wereldkampioenschap en het Europees kampioenschap voor het jeugd en meisjes. Ook was ik coach/delegatieleider bij de Olympische Jeugdspelen in Moskou in 1998. Schaken was daarbij een demonstratiesport. Zo bezochten we Rusland en heel wat andere voormalige Oostbloklanden en deden we mee aan tal van buitenlandse jeugdtoernooien met deze groep jeugdige schaaktalenten. Zoals de huidige topspelers Smeets en Stellwagen. Je komt ze nu achter het bord tegen als sterke tegenstander.


Nederlandse trainers bij EK Jeugd 2001 in Griekenland: vlnr Herman Grooten, Petra Schuurman, Karel van der Weide en ikzelf.


In de trein van Moskou naar Minsk in 1991. De SMB-jeugd had in dat laatcommunistische jaar een uitwisseling met het pionierspaleis van de Wit-Russische hoofdstad Minsk. Daaraan deden onder andere Wouter Knoop en Hylke Veenstra mee en Dharma Tjiam trad op als één van de begeleiders. Hier speel ik tegen de jeugdclubleider-schaakcoach van Minsk.



Gebruik je de computer veel bij je schaakvoorbereiding en analyse?
Zeker wel, maar zeker niet zo intens als de allerjongste schaakgeneratie en de grootmeester-schaaktop het doet. Met de computer kun je gespeelde partijen van je tegenstander goed doornemen en je erop voorbereiden. Zo won ik onlangs een partij in de Belgische competitie (waar ik vroeger voor een club uit het Duitstalige gebied en tegenwoordig af en toe voor een Waalse club speel).
Ik had een te verwachten speelvariant op de computer ingevoerd en daardoor gezien dat ik een kansrijk stukoffer kon brengen. Dat kwam allemaal ook op het bord en dan besef je dat een computer een sterk hulpmiddel bij schaken is.

De computer heeft het schaken echt veranderd. In de jaren tachtig moest je alles zelf uitvinden, nu kan je via internet echt alles vinden. Van openingsvarianten tot duizenden gespeelde partijen. Ook kan je via internet heel goed alle lopende schaaktoernooien "life" volgen. Schaken en internet zijn absoluut voor elkaar geschapen.

Hans Ree heeft dit jaar een erg mooi schaakboek geschreven "Mijn schaken". Een aanrader. Het staat vol met prachtige verhalen en hij vertelt o.a over de omslag die de computer teweeg heeft gebracht. Hij weet veel moois te vertellen over het "romantische precomputertijdperk".

Welke topschakers bewonder je?
Dat zijn er veel. Ik ben zelf begonnen met schaken toen Fischer wereldkampioen was en ik heb nog steeds veel respect voor zijn spel. Dat geldt ook voor kampioenen als Petrosian, Kasparov, Anand. Tal vind ik een bijzonder iemand, een prachtige speler. Van hem heb ik veel partijen nagespeeld. Iemand die het schaken veranderd heeft. Dat was eerst (bij de voorafgaande wereldkampioenen, o.a. Botwinnik) erg positioneel van aard. Tal was een speler die met een geweldige aanvalskracht voluit risico's nam, de tegenspeler onder druk wist te houden met zetten die eigenlijk "onverantwoord" waren. Ook het spel van Anish Giri vind ik knap. Hij geeft je geen kans en je weet niet precies waardoor hij beter komt te staan.


Langs de snelweg in 1995. Een geënsceneerde foto uit de ludieke sportrubriek De Derde Helft in De Gelderlander. Het verhaal erachter: de Belgische grootmeester Luc Winants kon de weg naar Nijmegen niet goed vinden, kwam te laat en verloor daarmee zijn partij tegen mij. Ik sta hier zogenaamd Winants op te bellen om hem nog op tijd naar Nijmegen te loodsen (let ook op de klok van zwart!). Mede door deze reglementaire zege won SMB 1 de wedstrijd tegen landskampioen Rotterdam (al was dit team niet meer zo sterk als het jaar daarvoor).



Je speelt al decennia lang mee in het Nederlandse schaken, is er in die jaren veel veranderd op het gebied van de aandacht voor het schaken?
Vroeger, de jaren tachtig en negentig, was er beslist meer media-aandacht voor het schaakspel. Dat kwam natuurlijk door de positie van Timman, de matches tussen Kasparov en Karpov en de mediagenieke persoon van Kasparov. De kranten en de tv volgden het schaken toen op de voet.

Nu zijn er, zeker in het westen, minder van die iconen die de aandacht weten vast te houden en te genereren. Dat is jammer en dit wreekt zich ook in de publieke aantrekkingskracht van het spel. Carlsen (de huidige nr.1 op de ratinglijst) is een van de weinigen die deze media-ambassadeursrol goed oppakt. In het Oosten ligt dat toch wel anders. Het valt me op dat in vroegere Oostblok landen, b.v. Rusland, Bulgarije (Topalov), schaken nog steeds een heel centrale sport is. Ook in India (Anand) en China staat schaken echt goed op de kaart.

Kun je iets vertellen over de beeldvorming en aantrekkingskracht van schaken?
Het schaakspel is wat dat betreft een apart spel. Je ziet dat het spel zowel hoogopgeleide intellectuelen en studenten trekt maar ook "onaangepasten" en mensen aan de rand van de samenleving. Schaken biedt een eigen autonome wereld, waar iedereen een bepaald houvast en bevrediging in kan vinden. Je komt heel bijzondere en aparte mensen tegen. Het wordt ook over de hele wereld massaal gespeeld.

SMB1 speelt op dit moment in de eerste klasse KNSB. Zie je het team weer promoveren naar de meesterklasse?
Nee, dat verwacht ik niet. Ik denk dat we in de huidige competitie een goede middenmoter zijn, maar voor de hoogste afdeling missen we toch de sterkte, al doet op dit moment Jaap Houben het erg goed. Het is sowieso erg moeilijk om sterke spelers vast te houden en nieuwe spelers binnen te krijgen. Goed dat sinds kort zo iemand als Tjapko Struik (rating 2248) bij SMB lid is geworden.

Hoe is het met je eigen schaakambities? Is de titel grootmeester nog te halen?
Naarmate je ouder wordt zwakt je speelsterkte af. Ik heb voor mezelf het gevoel dat ik niet slechter wordt en dat is al heel wat als je 51 jaar bent. Een grootmeestertitel is echter voor mij onhaalbaar. De normen hiervoor zijn toch echt wel scherp en hoog. Dat niveau heb ik niet. Af en toe een grootmeester verslaan zit er echter wel in. Dat is me tot nu toe 8x gelukt.

Je speelt al heel lang voor SMB. Heb je nog suggesties voor de club om het ledenaantal te vergroten?
Je ziet landelijk dat alle schaakclubs het moeilijk hebben om hun ledenaantal vast te houden, laat staan uitgebreid te krijgen. Er is sprake van vergrijzing en zeker in kleinere plaatsen balanceert het clubschaken op het randje van zijn bestaan. Dat doorbreken is moeilijk, er is concurrentie van schaakinternet en de media hebben minder aandacht voor het schaken dan vroeger. Regelmatig digitale persberichten in de lokale media en de P.R-acties die nu gedaan worden kunnen wat opleveren. Dus dat zou ik regelmatig blijven doen. Zorg wel dat het behapbaar en realistisch blijft. De Open Dag die SMB op dinsdagavond 8 februari houdt is goed. Ik wil er graag mijn medewerking aan geven door op die avond een simultaan te geven voor bezoekers en leden van SMB.

Tot slot: Tijdens het napraten in Lux liet ik me ontvallen dat verliezen bij schaken zo vervelend is. Hans relativeerde dit met de stelling: "Als je goed tegen je verlies kunt, kun je geen goede schaker worden." Hans, dank voor het interview en ik kijk er naar uit om 8 februari mee te doen aan de simultaan. Ik zal proberen de stelling gesloten te houden.

Frans Drummen