Bij het immer gastvrije ASV speelden we om onze koppositie te behouden en indien mogelijk deze te versterken (bordpunten!). We begonnen goed: op de 18e zet liet de tegenstander van Geurt een toren "instaan" in een stelling die al dubieus voor hem (= niet Geurt) was. Spoedig daarna was het eerste punt binnen.
Ik zelf speelde met wit tegen de vriendelijke Jan Zuidema die de Franse opening nogal avontuurlijk behandelde. Dit leverde mij een pion op, een penning van een paard en een "wandeling" van de zwarte koning. Mijn dame en paard konden de stelling binnendringen en na het veroveren van de dame was het pleit beslecht. Hierna konden we samen in een zeer harmonieuze sfeer nog wat mijmeren over de partij en onze gemeenschappelijke hobby: fietsen.
Teruggekeerd aan de borden liep Jaap langs me heen met een gebaar dat helemaal nieuw voor me was: twee gekromde wijsvingers. Ik begreep dat hiermee een remise werd uitgebeeld, al heb ik er later nog lang over nagedacht of ik het wel goed gezien had. Ik ben daar thuis nog veel mee bezig geweest: die twee gekromde wijsvingers lijken op een 2. Wanneer je daar je middelvinger een beetje scheef achterzet en je ringvinger recht omhoog, dan krijg je min of meer een mooi halfje te zien. Probeert u maar. Wel goed oefenen hoor!
Terug naar de actualiteit van de match: Peter had een taai gevecht. De ASV-er kreeg via de c1-h6 diagonaal een dreiging. Maar door een paar foutieve afruil manoeuvres stond hij plots een toren achter. Dit brak hem in het eindspel op. Na een torenruil had hij geen spel meer en gaf op.
Rolf stond goed en gewonnen. Maar een gewonnen staande partij ook winnen is zoals we allen weten geen vanzelfsprekendheid. Vaak sluipt er bij een stelling waarin je groot voordeel hebt een zekere nonchalance in bij de bovenliggende partij. Ook het wandelen naar de bar om een stevig niet-alcoholvrij biertje te bestellen en dit vervolgens meteen kloek achterover te slaan om het winstpunt alvast te vieren, kan - zo is mij gebleken - nogal eens een keertje verkeerd aflopen. Men kan in die dingen niet voorzichtig genoeg zijn. Als teamleider rust er dan een grote verantwoordelijk op je schouders. Ik kan niet anders dan benadrukken dat deze in een dergelijke situatie keihard moet ingrijpen. Wat echter wel mogelijk en soms wenselijk is, is om in een slecht staande partij juist wel naar de fles te grijpen. Men zal zien dat dan onvermoede artistieke zetten uit de mouw geschud kunnen worden. En wanneer het verplaatsen van een stuk bovendien gepaard gaat met het geven van een vette knipoog naar de opponent, kan waargenomen worden dat de zelfvoldane grijns in diens gezicht langzaam overgaat in lichte paniek. Zeker als men nog even voorover buigt en met een vilein lachje hem de woorden toevoegt: "Dat had u niet gedacht, nietwaar." Op deze manier kan de buit alsnog binnengehaald worden.
De stand was dus 4,5-0,5 in ons voordeel. Allen spoedden we ons naar de laatste partij: die van ons uithangbord op bord 1. We laten hemzelf aan het woord: "Ik speelde met wit de opening niet adequaat, maar gelukkig wist de tegenstander niet te profiteren. Sterker nog hij wikkelde af naar een eindspel dat beter was voor mij en daar miste ik even later de winst. In deze stelling wint wit een pion met Dh3. De zet die ik (natuurlijk) wel overwoog, maar niet speelde omdat ik niet zag hoe het verder moest na Pf5. Wit heeft dan echter Pxe6! Deze misser kwam mij duur te staan. Na Ph5, Tc4 ging het bij wit snel bergafwaarts." Zo werd de eindstand 4,5-1,5.
Henny Goverde
|
|