Vanavond zouden we onze eerste overwinning dienen te behalen om nog theoretisch kans te hebben op een kampioenschap, waar in elk geval de teamleider al stiekem van aan het dromen was geweest. Na enkele koude douches moesten de mouwen opgestroopt en iets met gestrekt been en beuken erin. En het begon goed; winst van Lucas de Jong: "Ik mocht voor de tweede keer invallen voor SMB 3 en hoopte op meer succes dan tijdens mijn eerste invalbeurt. Ik werd aan bord 6 geposteerd en Thei van Laanen bleek de tegenstander. Na een rare opening die van beide kanten niet heel zuiver werd gespeeld, kwam ik in een middenspel met een pion meer en het loperpaar, maar wel met een geïsoleerde dubbele c-pion. Bovendien kon mijn toren op h1 voorlopig niet aan het spel meedoen. Na het enigszins dubieuze 15... c7-c5 van Zwart ontstond de volgende stelling. Hier ging er wat mis bij Thei. Ik speelde hier namelijk 16.Lf3. Thei noteerde en zei dat ook, maar speelde op zijn bord 16.Lg3?! Dat leidde ertoe dat hij na 16... De7 17.Tb1 Tad8 18.Dc2 dacht dat ik zijn paard niet kon slaan wegens ... Dxe2+ en mat in drie, zodat hij 18...b6?? speelde. Toen hij er na 19.Dxf5 achter kwam dat zijn stelling verkeerd was, was het helaas te laat om hier nog wat aan te veranderen. Na even nadenken gaf hij op. Zonder deze fout had ik weliswaar een tweede pion gewonnen, maar was er nog niets beslist geweest aangezien Zwart veel activiteit heeft."
| © Jan van de Westelaken (UVS) |
|
|
Hierna was het de beurt aan UVS: aan bord 8 zat Jaap tegen Onno Marres met mooie ideeën in zijn hoofd. Een stukoffer in de Franse doorschuifvariant in ruil voor aanvalskansen. Maar wit slaagde er niet in om de aanval door te laten slaan. Onno verdedigde zich secuur en won. Stand 1-1.
Een nieuwe nederlaag diende zich aan. De team captain zelf was - alweer - het haasje. In een Budapester verzuimde deze eerst al een kwaliteitswinst over het hoofd te zien, kwam toch nog goed uit de opening en had initiatief in het middenspel. Maar langzaam maar zeker verloor ie dat en nam opponent Van de Hoven het spel over. Door een verkeerde afruil raakte zwart ook nog een stuk kwijt. Enige zetten later werd door een aftrekschaakje ook het laatste stuk van zwart ontmanteld (Stap 1, naar ik meen). Stand: 1-2.
En verder onheil tekende zich af: de voorzitter zelf legde het loodje (men begrijpt dat ik als eerzaam werkend lid van SMB hierover niets wil mededelen): 1-3.
Toch geloofden we er nog in. De resterende 4 partijen stonden niet slecht voor ons. En warempel (wat een mooi oud woord is dat toch) daar kwam de 2e zege voor ons binnen: "Aangezien door Geurt Gijsen mijn schaakarchiefje onlangs is uitgebreid met een boekje over een zeldzaam 'Gegengambit', kon ik de kans niet voorbij laten gaan om dit op het bord proberen te krijgen tegen Ruud van Roosmalen, een oude bekende uit de tijd dat ik nog voor UVS speelde. Hij vertrouwde het echter niet en versmaadde het pionoffer en nam een klein openingsnadeel voor lief in de vorm van een geïsoleerde pion. Daarna volgde een nogal uitputtende manoeuvreerpartij, waarbij we beiden veel tijd investeerden om onze stukken goed te posteren op de eigen helft van het bord. Pas in opkomende tijdnood van mijn tegenstander durfde ik het aan om wat actie te ondernemen. Ik ging pionwinst uit de weg omdat dat tot vervlakking had kunnen leiden. In plaats daarvan probeerde ik via kleine dreigingen wits ietwat verzwakte koningsstelling te belagen, hetgeen goed uitpakte voor mij; verdedigen is immers geen sinecure met een paar minuten op de klok. Na een eenvoudige stukwinst kon de aansluitingstreffer worden genoteerd: 2-3."
| © Jan van de Westelaken (UVS) |
|
|
Nu de volgende weer: ik begon er zin in te krijgen. Het was dit keer de secretaris die een punt binnen liet rollen: "Ik kwam niet goed uit de opening en al snel stond ik veel slechter. Mijn tegenstander verspeelde echter het grootste deel van zijn voorsprong door een paardoffer op f2, waarna hij een toren en een pion voor twee stukken zou kunnen krijgen. Hij deed het echt niet goed en ik kreeg zelfs drie stukken voor de toren. Dat was natuurlijk straal verloren voor hem en het kostte mij geen moeite dit naar winst te voeren." Juist dit is klare taal: 3-3.
Het werd spannender en spannender. We laten een andere invaller - met zijn werkelijk schitterend speelstijl - even aan het woord: "Ik moest met wit spelen tegen Chris Verstegen. In de goede oude tijd, zo'n 30 jaar geleden, was dat een geduchte tegenstander. Ik geloof dat ik drie of vier keer tegen hem heb gespeeld en altijd verloren. Nou schaak ik niet meer zo goed als vroeger en Chris duidelijk ook niet. Het was een spannende partij en ik slaagde erin twee mooie vrijpionnen op c5 en d6 te krijgen. Die brachten mij uiteindelijk de winst." Dit was Jan Kersten, goedenavond! Stand 4-3.
Alle ogen waren vervolgens gericht op de kopman. Deze moest voor de "finishing touch" zorgen en dat deed hij ook: "In de opening kon ik al heel goede zaken doen doordat Wit zijn zwarte velden verwaarloosde. Met een klassieke 'uitschakelen verdediging' won ik op zet 11 een pion, wat mij wel de rokade kostte. Dat laatste bleek niet heel zwaar te wegen. Ondanks dat de partij nog lang duurde, ik was wederom als laatste klaar, en mijn tegenstander in verloren stelling remise aanbood (kennelijk een UVS-ziekte: in mijn laatste vier externe partijen tegen die club gebeurde dit in totaal 6 keer) kon ik onder het toeziend oog van vele toeschouwers de score op 5-3 brengen." Waarvoor ons aller dank, Pieter! Een mooie uitslag!
Henny Goverde
|
|