Het leek weer zo'n avond te worden die rustig voortkabbelend naar een einde zou voeren. Het begon met een remise van Rolf na al een half uurtje: "Ik speelde met wit tegen een stokoude speler die nog fervent zijn zetten uitvoerde. Hij speelde de opening beduidend beter dan ik, waardoor ik mij genoodzaakt zag de lichte stukken te ruilen. Er resteerde een stelling waarin zwart iets beter stond, maar mijn frêle opponent zag geen reden om door te spelen. Ik nam de remise maar aan, omdat mijn eigen spel geen aanleiding gaf om bijzondere 'scherpte' te verwachten deze avond."
Even later bood mijn tegenstander remise aan na een Scandinaaf met een variant die veel afruilen met zich meebracht. De dames en paarden verdwenen in rap tempo en daarmee verloor de stelling ook de ziel van wat schaken zo leuk maakt. Zeg nou zelf: 2 lopers en 2 torens en ieder 6 pionnen mooi tegenover elkaar. Nee daar viel geen eer meer aan te behalen: remise dus. Stand: 1-1
Toen Pieter even later won zag het er niet slecht uit: "Een tactische zet van Zevenaar leidde er toe dat ik een andere tegenstander kreeg dan ik had verwacht. Maar het mooie was dat gold ook voor mijn tegenstander: hij had op Désiré gerekend. Hoe dan ook Hans Castrop (rating 1762) speelde de opening zeer dubieus en ik kreeg vrij eenvoudig groot positioneel overwicht in de schoot geworpen. De tijdelijk gewonnen pion kon ik op een zeer gunstige manier teruggeven waarna hij wegens gebrek aan coördinatie van de stukken en een koning die niet in veiligheid gebracht kon worden ten onder ging. Het einde kwam onverwacht snel: hij wilde dames ruilen, maar miste dat ik daarna een dubbele aanval had (torenwinst). Eigenlijk vond ik het wel jammer, want ik had het graag positioneel uitgemaakt."
Zo: dat was 1-2. Bij een winst voor ons waren we "veilig". De stand werd 1,5-2,5 door Désiré: "Bij Désiré werden de eerste 14 zetten vrij snel gespeeld, kennelijk bevonden beide spelers zich op bekend terrein. Désiré dacht met zijn 19e zet een klein voordeeltje te bereiken, maar werd verrast door een stukoffer van wit dat bij wederzijds correct spel in zetherhaling moest uitmonden. En zo geschiedde, tot ongenoegen van Désiré zelf, maar tot opluchting van enkele teamgenoten die geschrokken waren van het witte stukoffer."
Maar Huub maakte de stand weer gelijk en het ging er om spannen: "In de opening kwam ik met zwart in een Franse verdediging al snel op onbekend terrein, net als mijn tegenstander. Er waren interessante verwikkelingen in het centrum, met van beide kanten veel wikken en wegen over hoe de spanning daar in stand te houden of op te heffen. Mijn tegenstander beoordeelde de situatie beter dan ik en kwam licht overwegend te staan. Dat alles had niet tot direct verlies hoeven leiden, maar ik zag een geniepig dameschaak over het hoofd en mijn koning was vanaf dat moment opgejaagd wild. De jager maakte het daarna deskundig en vlotjes af, met een aardig offer. Meteen maar opgegeven. Lang heb ik niet hoeven lijden."
Bij Jaap ging het aanvankelijk moeilijk, maar door een fraaie stukwinst kon hij op winst gaan spelen: "Daniël Meiboom (Zevenaar 1) - Jaap van Gelderen (SMB 2) bord 6. Eendrachtig samenwerkend begonnen we met de Koningsindische verdediging. Vanuit de Averbachvariant kwamen we vervolgens in de Petrosjanvariant terecht. Maar daar kwam ik later pas achter. Op een rustig moment besloot ik om voor te stellen wat barely bloody drinkable te gaan halen, om daarna - in mijn eigen tijd - de voorgenomen zet uit te voeren. De combinatie tussen cola en schaken bleek echter teveel en in plaats van de beoogde paardzet duwde ik een totaal ongemotiveerde pion naar voren, die zich meteen liet nemen. Daarmee zaten we dus opeens in de Tsjetsjeense variant. Gelukkig verloor Meiboom later een stuk voor een pion door een astrante afruilcombinatie. Uiteindelijk kwam een eindspel op het bord waarin ik gewonnen stond. Ik wist echter winst te voorkomen en in totale remisestelling deelden we het punt. Zelden zoveel goede raad ontvangen als na deze partij."
Dat was 3-3. Nog 2 partijen te gaan, maar gelukkig kwam via Thom een punt binnen: "Aan het eind van de partij was een, naar mijn smaak, Rubinstein-achtige stand bereikt. Na de 41e zet van zwart stond de volgende stelling op het bord. Hoe wint wit op z'n mooist?" Een goede vraag. Ik verzoek u allen deze stelling op het bord te zetten. In elk geval weet ik dat de winst binnen was: 3-4.
Nu Geurt nog: "Wederom kreeg ik het Wolga gambiet te bestrijden. Hoewel ik de partij verloor, ben ik niet al te ontevreden. Volgens Stockfisch 9 had ik tot en met zet 37 altijd een klein plusje, en dat tegen de in een tactische opstelling spelende Zevenaar, waarbij ik de eerste bordspeler aan het zevende bord tegenover mij aantrof. in tijdnood verloor ik helaas een stuk. Zo werd een nette eindstand verkregen: 4-4. We kunnen nog degraderen dus de laatste wedstrijd nog eenmaal alles uit de kast!
Henny Goverde
|
|