Verslag SMB 2 – PION 1, voor de SOS-competitie, gespeeld op dinsdag 22 oktober 2019.
Vorig jaar begonnen we eveneens tegen De P.I.O.N., een geduchte tegenstander die ook ditmaal een sterk team op de been bracht. We zouden het dus wederom moeilijk krijgen.
Als eerste was Lucas klaar met een degelijke remise. "Ik mocht invallen en speelde met Zwart tegen Jo de Valk. We speelden een partij waarin het evenwicht eigenlijk nauwelijks verstoord werd. Na een aantal zetten theorie week ik af met een onnauwkeurige zet, maar mijn tegenstander profiteerde daar niet van. De rest van de partij verliep vrij normaal: we ontwikkelden stukken, ruilden wat en kwamen vervolgens remise overeen omdat er niets meer in de stelling zat."
| stelling na 11.Pc3 |
| |
|
"Hier speelde ik 11... Dd7?!, waar 11... Dd6 nog theorie is. Wit reageerde met 12.Pe5 waarop ik op e2 had moeten ruilen met klein voordeel voor Wit. In plaats daarvan speelde ik 12... Pxe5?! En nu had Wit 13.dxe5 moeten doen. Ook daar staat Wit goed na ruil op e2, maar 13... Dxd1 14.Lxd1! Lxd1 15.Tfxd1 met plan Pb5 is nog erger. Gelukkig sloeg Jo niet op e5 maar op h5, waarna er niets meer aan de hand was."
Het zou de enige remise van de avond worden. De andere partijen werden op het scherpst van de snede uitgevochten. Aan bord 3 speelde Stijn, als invaller, die een stevige tegenstander had in de persoon van Michel Auwens. Die bleek (nog) een maatje te groot. Zodat we met 1,5-0,5 achterstonden.
Deze achterstand werd weer goedgemaakt door Huub: "Met de witten aan bord 4 zat ik tegenover Ton Thijsen en we kregen een variant van het Slavisch op het bord. Dat is zwoegen, touwtrekken, manoeuvreren en op kleine voordeeltjes spelen. Ik meende een klein voordeeltje te bezitten in de loop van de partij. Niet groot, maar net genoeg om prettig verder te spelen, mentaal voorbereid op een kansje hier of daar."
"Ik zag in een afruil van lichte stukken mijn kans, namelijk een kans om met een goed geposteerd paard tegen een - toegegeven, nog niet zo heel beroerde - witveldige loper te spelen. Naar de mimiek van mijn tegenstander te oordelen vond deze het nog niet zo heel dramatisch allemaal en waarschijnlijk had hij gelijk. Toch bevond mijn paard zich onaantastbaar op d4 en ik zag, of voelde, of dacht in een ogenblik van genade dat mijn dame zich nog beter zou manifesteren op diezelfde plek centraal op de diagonaal. En toen ik deze zet mocht uitvoeren met tempo was het pleit beslecht. Ik speelde het secuur uit, al zeg ik het zelf, zonder het gevreesde tactisch geblunder in tijdnood." Goed werk, ex-voorzitter! Stand 1,5-1,5.
Hierna was het de beurt van Rolf om de spanning in te houden: "Tegen Arno Arents, aan bord 5, probeerde ik met zwart een interessant gambiet op het bord te krijgen, maar mijn tegenstander koos voor een afruilvariant waardoor alle centrumpionnen in een mum van tijd van het bord verdwenen en even later ook de dames. Ik suste waarschijnlijk in slaap, want ik overzag een 'scherpe' wending, en kwam nogal gedrongen te staan. Ik verdedigde daarna noodgedwongen passief, maar niet slecht. Toen de kans er was om me los te worstelen, bleef ik (kennelijk nog steeds in de verdedigingmodus) mijn stukken op de eigen linies heen en weer schuiven. Een wit paard huppelde mijn stelling binnen op d6 (mooi gedekt door een pion op c5), en toen een witte toren de 7e rij voor zich opeiste, werd het tijd om de handdoek in de ring te gooien. Ik speelde echter nog door totdat wit vier vrijpionnen had, en een toren meer. Een matige start van het seizoen."
Kop op Rolf: je kunt er dit seizoen nog 5 intikken. Maar SMB stond weer achter: 1,5-2,5. Dit werd weer goedgemaakt door Thom:
| stelling na 32e zet van wit |
| |
|
"Met zwart kreeg ik het twee-paarden-spel op het bord. De eerste tien openingszetten kwamen vlot van wit en zwart, maar daarna wist/vond mijn tegenstander niet een goed plan, en verloor tijd met zijn dame. Met een sterke positie in het centrum kon ik een koningsaanval opzetten d.m.v. het opstomen van de f-, g-, en h-pion, gesteund door de zware stukken. Op de 33ste zet gooide wit met Phf3 'de handdoek in de ring' en gaf daarna snel op. Bij nader inzien kon wit met 33.Df6 ten koste van een pion dameruil afdwingen, waarna de partij nog niet beslist is. Nauwkeuriger was de tussenzet 32... Tb6, en daarna 33... cxd5. met een voortzetting van de sterke koningsaanval."
Dit bracht de stand op 2,5-2,5. Ikzelf speelde aan het 8e bord met wit een gambiet. Een echt gambiet: een pion kwijt en een slechte stelling. Daar was ik mooi klaar mee. Fritz zei me na 10 zetten -1,5. Ik kon de stelling nog een beetje repareren, hetgeen ik zelf nog niet goed in de gaten had. Op zet 23 pleegde ik een paardoffer om de zaak wat gecompliceerd te maken en stond meteen verloren (-4,5). De stelling echter was van dien aard dat dit nog niet goed te zien was. Via een schijnoffer kwam ik weer een beetje terug (-0,9) en bood ik remise aan. Toen dat niet werd aangenomen begon ik enigszins overmoedig te worden en koos ik wat slechte voortzettingen, of anders gezegd: mijn tegenstander deed de betere zetten! Toen hij echter op de 31e zet verzuimde mij de genadestoot te geven en vermoedelijk door een verwisseling van zetten de verkeerde voortzetting koos, kon ik via het veroveren van een gevaarlijk oprukkende pion het initiatief overnemen. Een paar zetten later gaf hij op: een onverdiende nederlaag zijnerzijds en een onverdiende overwinning voor mij. We stonden zowaar voor: 3,5-2,5.
Toen Geurt verloor ("De opening was Koning-Indisch. Ik kwam redelijk goed uit de opening, maar bij de overgang naar het middenspel ging het mis. Mijn 14de zet deed het tij volkomen keren, zodat ik langzaam maar zeker terrein verloor. Ik verloor materiaal en kwam in een hopeloos eindspel terecht.") werd de stand weer gelijk: 3,5-3,5 en zoals zo vaak spoedden we ons allen naar het laatste bord: dat van Pieter. De eindstand was weer eens in zijn handen:
"Op de historische datum 22 oktober moest ik stand weten te houden de Wim Molenkamp (rating 2038), een speler die - net als ik - in het verleden een aanzienlijke hoger rating heeft gehad. Mijn tegenstander accepteerde een pionoffer en moest het daarom doen met ontwikkelingsachterstand en minder ruimte. Een kleine aarzeling van zwart gaf mij de gelegenheid om met f4-f5 nog meer ruimte te winnen en een sterk paard op f4 te krijgen. Hierna kwam de partij in tactisch vaarwater terecht, waarbij ik mijn pion terugwon en mijn slechte loper ruim opwoog tegen de f-lijn die ik inmiddels had geannexeerd. Beide spelers hadden er ruim de tijd voor genomen en het was dat ik niet verrassend dat wij als laatsten nog bezig waren. Gelukkig wist ik mijn voordeel in de uitvluggerfase vasthouden en zo bij te dragen aan de, op papier, zeer verrassende teamoverwinning!"
Zo, dat zat er weer op en konden tevreden weer naar huis met de kleinst mogelijke overwinning: 4,5-3,5.
Henny Goverde
|
|