| ||
Het is dinsdagavond 20.17 uur. We zijn ingedeeld voor de SMB-Open en iedereen is weer volop bezig zichzelf of een ander te pijnigen op het bord der 64 velden. Hier en daar schuifelen nog wat spelers rond, wachtend op hun tegenstander die nog niet is komen opdagen. Waarschijnlijk zitten ze thuis voor hun buis om de verrichtingen
gade te slaan van F.C.Porto tegen Deportivo de la Caruna in de
Champions League. Ieder zijn keus natuurlijk. Voor de wachtende,
ronddrentelende schakers wordt een oplossing gezocht. Zij mogen een
ladderpartij spelen en zo is iedereen weer tevreden, zag ik. Al rondspiedend, daar kan ik maar niet vanaf komen, werd mijn blik getrokken door onze wedstrijdleider Bram van de Berg. Hij zat diep voorover gebogen, zijn hoofd tussen zijn handen geklemd. Die heeft het moeilijk tegen J.W.Siebers, dacht ik. Volkomen in trance zat hij daar. Niets scheen hem te deren. Alsof hij in hogere sferen beland was en niets meer van doen had met onze aarde. Minutenlang duurde dit en even bekroop mij de angst dat er iets aan de hand was en daarbij dacht ik aan de Dukenburgse schaker Wim de Leur die, tegen mij spelend, plotseling in zijn stoel wegzakkend even later de geest gaf. En Bram zat nog immer diep voorovergebogen en met mij keken nog een vijftal toeschouwers mee die er geen flauw idee van hadden hoe ze moesten omgaan met dit tafereel. Dit was ook zeer ongewoon. Waar had ik dat toch meer gezien? Die gebogen houding, die ook te maken kon hebben met een zeer diepe concentratie. Oh ja; het kwam bovendrijven. In De Vereeniging waar Wibi Soerjadi een jaar of vier geleden een pianoconcert gaf van Liszt; ook diep voorovergebogen; zijn gouden handen zwevend boven de toetsen van het klavier en nadenkend om een variatie in het spel te leggen. Ja! Daar leek het op wat onze Bram aan het doen was en eureka; plotseling veerde hij overeind alsof een hypnotiseur hem met knipperende vingers bevolen had wakker te worden. Ietwat dromerig keek hij om zich heen en tot opluchting van de toekijkende spelers richtte hij zijn blik weer op het bord voor hem. Toen ik hem later op de avond naar het voorval vroeg, zei hij: “Ik heb diep zitten graven in mijn database”. Schitterend, wat een antwoord. Gevat en ad rem als altijd. [Hugo Maas] | ||