| ||||||||
Ook de degradant van de meesterklasse van vorig jaar, LSG 2, kon ons zaterdag niet van de overwinning weerhouden. In Leiden werd er vrij soeverein op de winst afgestevend, alhoewel de uiteindelijke 3-7 op het scorebord enigszins ruim uitviel. De wedstrijd in vogelvlucht. Op bord 1 speelde Hans Klip tegen een invaller. Hij won direct vanuit de opening een pion met behoud van het loperpaar. Een tweede pion volgde later, waarna de weerstand was gebroken. 1. e4 e5 2. Lc4 Pc6 3. Pf3 Pf6 4. d3 d5 5. exd5 Pxd5 6. O-O Le7 7. Te1 Lg4 8. h3 (zie diagram) Lh5 9. g4 Lg6 10. Pxe5 O-O 11. Pxg6 hxg6 12. c3 Pb6 13. Lb3 Pa5 14. Lc2 c5 15. Pd2 Pc6 16. Pf3 Dc7 17. Lg5 Ld6 18. Dd2 a5 19. Kg2 Pd5 (19... a4) 20. Lb3 Pf4+ 21. Lxf4 Lxf4 22. De2 a4 23. Lc4 Ta5 24. De4 Ld6 25. Dxg6 Pe7 26. Dh5 Dc6 27. Te4 1-0 Erik op bord 2 speelde een Koningsindiër tegen een oude bekende. Twee jaar eerder had Erik in dezelfde variant ook een nederlaag te verwerken gekregen. Blijkbaar ligt deze variant de witspeler goed, want Erik werd vakkundig opgebracht. Volgende keer beter! Fitzgerald wist op 3 wel raad met wederom een invaller. De geplande tegenstander kwam pas om 10 over 1 (we begonnen om 12.00 uur!) opdagen, zodat er om iets voor enen snel nog een vervanger werd ingezet. Met een uur en wat elopunten minder was er voor deze invaller tegen onze man geen eer te behalen. Op bord 4 speelde Carl ondanks zijn slaaptekort als jonge vader een uitstekende partij, bekroond met een mataanval. Tenminste, vanaf het moment dat zijn tegenstander de zwarte velden had weggeven. Tot die tijd was het in mijn ogen allerminst duidelijk, maar dat is aan Carl natuurlijk wel besteed. Bord 5 werd uiteindelijk remise. Stan kreeg het Wolga-gambiet tegen en bereikte in mijn ogen een erg plezierige stelling. In lichte tijdnood wist zwart zich uiteindelijk toch los te werken en bood remise aan. Gezien de stand (we stonden met 4-1 voor) besloot Stan dit aanbod aan te nemen. Ikzelf draaide op 6 in de opening twee zetten om (de theoriekennis is niet meer wat het geweest is…) en bereikte een iets minder eindspel. Na enkele mindere zetten van mijn tegenstander kwam ik uiteindelijk los en kon ik een kwaliteit veroveren, waarna het eindspel net gewonnen bleek. Cees speelde aan 7 een erg modern pionoffer, maar hij bleek het volledig onder controle te hebben. Het resultaat was een zeer goede stelling, maar weinig tijd. In het tijdnoodduel dat volgde, verloor Cees een stuk, maar kreeg erg gevaarlijke vrijpionnen terug. Toen hij - nog steeds in tijdnood - een truc had, won hij zijn stuk terug en kon hij afwikkelen naar een totaal gewonnen toreneindspel. Jochem had zwart en bokste de hele tijd tegen een solide witte pionnenketen op. Ook hier bracht een remiseaanbod van de witspeler een vroegtijdig einde. Met een oog op de tussenstand was er geen reden om verder te spelen. Martine had op bord 9 de zwarte stelling volledig in haar grip. Met consequente en sterke plannen veroverde ze een prachtige voorpost voor haar paard op d4. Een nadeel van zuiver positioneel spel is dat je tactisch soms iets mist. Een gemene loperzet kostte een kwaliteit, maar uiteindelijk bleek het ros op d4 zo sterk, dat het eindspel toch nog remise was. A. Termeulen - Jaap Houben 1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Pc3 g6 4.f4 Lg7 5.Pf3 c5 6.Lb5+ Ld7 7.e5 Pg4 8.e6 fxe6 9.Pg5 Lxb5 10.Dxg4 10...Lc4 11.b3 Lxd4 12.Ld2 Ld5 13.Pxd5 exd5 14.0-0-0 Pc6 (zie diagram) 15.Pe6 Db6 16.f5 Pe5 17.Dh3 a5 18.fxg6 18...Pxg6 19.Lh6 a4 20.Pg7+ Kd8 21.Pe6+ Ke8 22.Pg7+ Kd8 23.Pe6+ ½-½ Uiteindelijk wisten we de punten mee naar Nijmegen te nemen en staan we vooralsnog bovenaan!
Joost | ||||||||