Behalve de eer stond er maandag 7 april in congrescentrum Forum De Ganzenheuvel niets meer op het spel voor SMB 2. Het stond immers al vast dat het team uit OSBO klasse 1B zou degraderen, maar zou het dat doen zonder één enkel matchpunt? De opgaande lijn, ingezet tijdens de voorgaande wedstrijd - die tegen ASV5 -, werd voortgezet en het team liet tegen het vorig jaar gepromoveerde (!) UVS 3 zien dat het zich wel degelijk in klasse 1B had kunnen handhaven als het wat meer geloof in eigen kunnen had gehad. Met een 3-5 uitslag werden niet één maar twee matchpunten binnengehaald. Deze laatste ronde in de poule was traditiegetrouw een gezamenlijke. Het zaaltje waar ons team aantrad was dan ook gevuld met de leden van elk team in de poule, in totaal 64 spelers. Voorafgaand aan het begin van de partijen was er onder meer een prijsje uitgeloofd voor de eerste speler die die avond zijn partij zou winnen. Niemand minder dan de tot dan toe onfortuinlijke Rolf van Geel ging met dit prijsje aan de haal door zijn tegenstander in een zestiental zetten weg te spelen. Dat Rolf weer helemaal terug is, bewees hij de dag erop door, opnieuw binnen een twintigtal zetten naar het schijnt, de onverslaanbaar geachte Ilya Razdolski te kloppen. Over genieën gesproken: Guus aan bord 1 bracht zijn opponent, een professor wijsbegeerte zo werd gefluisterd, nieuwe wijsheden bij. Ik kan het niet helpen: wie professor is, gaat schaken en verliest, die wordt nu eenmaal een dankbaar voorwerp van spot.
De partijen. We beginnen met de partij van Rolf aan bord 8. Rolf: "Ik speelde aan het 8e bord met zwart tegen Marcel Verstappen, een creatieve aanvalsspeler met wie ik al heel wat interessante partijen heb gespeeld vroeger bij UVS. Hij offert het liefst één of meer pionnen voor (soms onduidelijke) aanvalskansen. Ik heb hem al vaak prachtige aanvalspartijen zien winnen die in de analyse achteraf niet overeind bleven. Marcel speelde de opening dan ook frivool, waardoor ik meteen alert aan het bord zat. Hij leek via een wat vroeg loperschaakje op b5 en een inventieve damemanoeuvre (Dd1-e2-e4) actief spel te krijgen, maar door een pionoffer wist ik het witte spel behoorlijk te ontregelen. Daar waar de teruggave van een pion beter was geweest, beet hij zich vast in een gedrongen stelling met een pionnetje meer, en liet zelfs zijn koning vastzetten in het midden (zie stelling). In deze stelling heeft wit m.i. de keuze uit h4 (om de toren te activeren) of b3 (om de loper te activeren, en de lange rokade uit te voeren - met eventueel actief spel op de koningsvleugel). Zwart zal zijn torens willen activeren via c8 en e8 (met o.a. aanval op de dame). In plaats daarvan kwam Marcel met de zet 15.Pf5?? - inderdaad een vreselijke blunder. Een hele opluchting om mijn mislukte schaakseizoen te kunnen eindigen met de zetten 15... Dg5! 16.Pe3 (?) Lxe3. Het trappistenbier smaakte hemels goed deze avond."
Guus over zijn partij aan bord 1: "Op het eerste bord trof ik Rene ten Bos. Ik kreeg een pion cadeau. Zwart speelt 10... d5?? 11.g4 Lg6 12.g5 Ph5 13.Pxe5. En toen stond ik een pion voor. Deze voorsprong gaf ik niet meer uit handen en ik stond gedurende de hele partij actiever opgesteld. Ik maakte geen fouten en ik kon snel het punt noteren."
Over de partijen aan bord 2 (Peter, verlies), 4 (Eric, remise) en 6 (Valentijn, winst) wellicht later meer. Huub over zijn partij aan bord 3: "In een scherpe partijopzet kwam ik goed uit de opening tegen Michiel de Kruyf. Hij worstelde in het begin van de avond met zowel met het projectieappaat alsook met de stelling op het bord. Met de projectie van de standen in de slotronden op de muur in het speellokaal kwam het niet meer goed, met Michiels stelling uiteindelijk wel. Ik verkwanselde mijn grote voordeel, al mag ik tevreden zijn over de kwaliteit van de zetten in de opening en het middenspel. Toen ik winnend voordeel had (dame en vrijpion tegen toren en loper, met ruimte voor aanval), begon ik te knoeien. De eigenaar van een goede stelling overvalt vaak angst en twijfel: zou ik het wel af kunnen maken, de hardnekkige tegenstander aan de overkant er ook echt onder kunnen krijgen, het verworven voordeel over de eindstreep weten te slepen? Waarom geeft ie eigenlijk niet op? Is het niet tijd voor een leuk blundertje daar aan de overkant waarop ik de partij in één klap en zeer verdiend kan winnen? Allemaal vragen die beter buiten het hoofd kunnen blijven. Kortom, in de tijdnoodfase toonde mijn tegenstander zich wat handiger en alerter en bleef hij loeren op kansen. Ik speelde onzeker, bang om mijn goede partij weg te gooien in tijdnood en voor ik het wist was het al gebeurd en hoefde ik niet meer bang te zijn. Zelfhaat resteert. Volgend seizoen wordt alles anders..."
Ikzelf stond (met wit) aan bord 5 het grootste deel van de partij wat beter, maar niet veel. Met enig gemanoeuvreer probeerde ik mijn tegenstander ongeduldig te maken, maar deze gaf geen krimp. Sterker: in de slotfase miste zwart een zo goed als winnende zet, maar blunderde twee zetten later. Een interessante stelling uit de partij was nog deze. Ik investeerde hier een hoop tijd in het onderzoeken van de kansen van 20.Pxf7, maar hoe langer ik ernaar keer, hoe minder enthousiast ik ervan werd en besloot uiteindelijk tot iets anders, wat volgens de computer ook verstandig was.
Aan bord 7 speelde invaller Fred van den Berg: "Over mijn partij valt weinig vermeldingswaard te melden. Rond de 25e zet werden mijn tegenstander en ik min of meer gedwongen tot een herhaling van zetten waarna driemaal dezelfde stelling ontstond met remise als resultaat. Gezien mijn lange afwezigheid in het wedstrijdschaak leek mij dit geen slecht resultaat. Daardoor ook werd de stand op dat moment 2,5-0,5 in ons voordeel en werd UVS toch nog meer onder druk gezet!"
Hans van Leeuwen
|
|