Langs het randje

vrijdag 20 maart 2015
We liepen een week achter, maar donderdag 19 maart was het dan zover. Onze voorlaatste OSBO-wedstrijd, uit tegen ASV 9 uit Arnhem, stond op het programma. Ik zag op de ranglijst van onze competitiegroep 3H dat UVS 5, die hun wedstrijd tegen Pion vorige week nipt hadden gewonnen, nu op de eerste plaats stond. Deze koppositie moesten we toch zeker weer terug kunnen pakken? Tot nu toe hebben we alles gewonnen en we blijven uiteraard gaan voor die eerste plek. Bovendien is het lekker als je voor de laatste beslissende wedstrijd tegen UVS 5 op de slotavond in april 1 matchpunt in de plus zou staan.


We wonnen in Arnhem. Met 3.5 tegen 2.5. Maar het was veruit de moeizaamste en lastigste overwinning van het seizoen tot nu toe. De uitslag had ook, eerlijk is eerlijk, qua cijfers andersom kunnen zijn. Een korte terugblik. We hadden de vertrouwde bordbezetting van: bord 1 (Pieter), bord 2 (Geurt), bord 3 (Henny), bord 4 (Jan), bord 5 (Frans) en bord 6 (Peter). Wim Dentz, als non-playing captain en trouwe supporter.

Iedereen ging uiterst geconcentreerd aan de slag. Wim Dentz slenterde langs de borden en hield alle vorderingen nauwgezet bij. Wim heeft een duidelijke mimiek en lichaamstaal. Als je Wim in de gaten houdt kun je heel snel inschatten hoe de stand ervoor staat. Zo ook nu. Zo rond de klok van 21.00 uur zag ik diepe voorhoofdrimpels bij hem opkomen en hem zeer zuinigjes kijken, rond 21.30 uur het eerste hoofdschudden, rond 22.00 uur een duim omlaag, rond 22.30 uur hoofdschudden en duim omlaag samen.

Toen ik hem rond die tijd bij het koffie halen in de koffieruimte tegen het lijf liep vroeg ik hem om nadere toelichting en hoe het er nu op de borden precies voorstond, want ik had zelf nog niets hiervan gezien omdat ik alle aandacht nodig had voor mijn eigen partij. Wim vatte het als volgt samen: "Dat gaan we niet redden. Jan en Peter gaan verliezen en jij staat ook niet goed. Pieter heeft een hele gekke opening gespeeld waar ik niks van snap en hij staat ook een pion achter. Geurt staat redelijk en Henny waarschijnlijk gelijk, misschien met geluk kunnen we maximaal remise halen." Ik ging me even vergewissen of zijn oordeel klopte en ik was het in grote lijnen met hem eens. Moeilijk, moeilijk en de drie laagste borden stonden voor SMB allemaal op "omkiepen".

Bord 4, Jan Schillings, stond rond 22.30 uur een kwaliteit achter en vlak daarna ook al snel één, twee pionnen. Zijn positie was uit elkaar gespeeld en met de moed der wanhoop probeerde Jan te redden wat er te redden viel. Zijn tegenstander Amani Zekria speelde het echter goed uit en Jan moest opgeven, complimenteerde zijn tegenstander sportief voor zijn goede spel. In het begin was het redelijk gelijk op gegaan zei Jan, maar hij had simpelweg een goede gevaarlijke zet van zijn tegenstander in het middenspel overzien.

Bord 6, Peter Groenewald, stond tegen Hendrik van Buren materieel een stuk achter. Bord 5: Ikzelf stond een pion achter en onder zware druk om een vijandelijke vrijpion tegen te houden. Rond dat tijdstip hoorde ik plots, volkomen onverwacht, dat Pieter gewonnen had. Een heel mooi en belangrijk moment. Hoop doet leven. Pieter gaf het volgende commentaar op zijn partij: "Tegen Walter Wong speelde ik een enerverende partij. In de opening draaide ik twee zetten om, maar dat bleef zonder ernstige gevolgen, nadat ik met succes veel tijd had weten te investeren in een goed plan. Mijn tegenstander bleef echter volharden in snel spel. Hij bleef wel de hele tijd aan het bord en per zet duurde het bijna nooit langer dan 3 minuten voordat het antwoord kwam. In een iets gunstigere stelling voor mij kwam ik al op zet 26 onder de vijf minuten (met 10 seconde toevoeging per zet), terwijl mijn tegenstander ongeveer een uur meer had. Laatstgenoemde ging echter niet meer tijd investeren en kon, mede daardoor, geen sluitende verdediging vinden tegen toen ik ook met de dame de koning bestookte. Met deze zege bracht ik SMB op een 1-0 voorsprong, een punt dat op dat moment al hard nodig leek om minimaal een matchpunt te halen."

Door de overwinning van Pieter zag alles er meteen beter uit. Wim Dentz bleef nog wel even hoofdschudden, maar dat deed hij omdat hij maar niet kon begrijpen hoe Pieter met zo'n "rare, gekke, openingsvariant" (blijft geheim welke) nog had weten te winnen. Aan het laatste bord bij Peter begon de SMB-zon, zij het nog bleekjes, ook een beetje te schijnen. Met behulp van een paardoffer wist Peter op de a- en b-lijn twee vooruitgeschoven pionnen te krijgen die zijn tegenstander achteruit dwongen. Na een uitgebreide stukkenruil (loper tegen loper en toren tegen toren) hield Peter een pion over en zijn tegenstander een loper en een pion. Omdat de koning van Peter veel gunstiger stond dan die van zijn tegenstander kon Peter de pionnenruil forceren en met een loper meer is niet te winnen. Remise dus. Heel goed en efficiënt verdedigd door Peter. Mentaal ook erg sterk om uit verloren stand zo terug te komen. Een totaal niet meer verwacht half punt voor SMB was binnen.

Vlak daarna vielen de andere beslissingen. Bord 3: Henny Goverde speelde een Franse partij tegen Bob Kooy. Qua rating zijn zij ongeveer gelijkwaardig en in hun spel kwam dat ook tot uitdrukking. Steeds een gelijk opgaande strijd en na enkele uren was alles nog steeds in evenwicht op het bord. Henny zei, "Op een bepaald moment keken Bob en ik elkaar in de ogen en we zagen gelijk aan de blik, dit is remise. Remise werd inderdaad besloten." Tussenstand: ASV 9 - SMB 4: 2-2.

Dan mijn partij op bord 5. Ik speelde met wit tegen Lion de Kok die met 4 uit 5 in de OSBO-competitie tot dusverre erg goed gescoord had. Ik was dus gewaarschuwd. Het werd een prachtige partij, qua spanning, spelontwikkeling, gevaarlijke vrijpionnen en vooral wisselende kansen. De opening ging gelijk op. De partij begon pas echt bij de 29e zet toen mijn tegenstander via een dubbelaanval van zijn dame de a-randpion wist te winnen. Dat zag er meteen gevaarlijk uit want zijn eigen a-pion werd daardoor gelijk een vrijpion die kon oprukken. Ik vond gelukkig wat complicaties die ik in de stelling kon vlechten waardoor die vrijpion een tijdje stagneerde.

Na afruil van de dames wist ik zowaar een pion in het centrum terug te winnen (ik kreeg hem eigenlijk min of meer cadeau) en werd mijn d-pion ook een vrijpion. De strijd intensiveerde. We waren bij de 35e zet. Beiden kampen hadden koning, toren, paard en 5 pionnen, waarvan ieder dus een vrijpion. De koning van mijn tegenstander stond actiever en was eerder ter plekke om zijn vrijpion op de a-lijn te ondersteunen. Ik had wel een vrijpion maar ik kon hem niet laten oplopen omdat ik steeds acuut moest verdedigen. Mijn koning stond ver weg, namelijk op h-lijn, en kon niet helpen.

Ik heb de partij nog niet op de computer geanalyseerd maar vermoed dat ik van de 35e tot de 52e zet steeds net de juiste zet wist te vinden om de vijandelijke koning te beletten zijn vrijpion te ondersteunen en wel door tussenschaakjes te geven, door penningen te plaatsen en actief met het paard te laveren. Ik bleef wachten op een initiatiefkans, mijn tegenstander begon in tijdnood te komen. Bij de 52e zet strafte ik een zwakke zet van hem af en won zijn paard. Die winst stelde overigens nog niet zoveel voor want een paar zetten later moest ik mijn paard geven tegen de randpion die nu echt op acuut doorbreken stond. Het voordeel kwam langzaam naar mijn kant. Ik stond een goede pion voor en nu moest Lion met zijn koning van ver komen om mijn dreigende vrijpion op de d-lijn te helpen stoppen. Een opstoot van mijn f- en e-pion gaf de doorslag. Mijn toren kreeg dekking van de e-pion en ik wist de vijandelijke koning door mijn toren nu af te snijden van zijn eigen stukken. Mijn koning kon daarentegen rustig en veilig naar voren wandelen en extra support bieden bij de pionopstoot. Bij de 60e zet dacht ik voor het eerst "Dat moet ik gaan winnen."

Ik gaf mijn vrijpion op een gegeven moment bewust op om 2 vijandelijke pionnen binnen te halen. Twee voor één. Mijn koning was inmiddels ook zo ver opgerukt dat die ook nog een pion kon wegsnoepen. Een eindspel van koning en toren tegen koning, toren en 3 pionnen is natuurlijk gewonnen. Toch wist mijn tegenstander het nog een tijd vol te houden, tot de 86e zet. Op dat moment promoveerde mijn pion en ging hij ook gelijk door de vlag. Heel blij met de overwinning. Ik had tot dusverre een 50% score bij de externe wedstrijden en nog niet veel kunnen betekenen voor de totaalscore van het team SMB 4.

Op bord 2 was Geurt Gijssen, kijkende naar de totaalstand, inmiddels vlak daarvoor remise overeen gekomen. Hij vertelde dat hij het betere van het spel had en zeker had doorgespeeld als ik op verlies had gestaan. Zijn partij, Pirc-opening, was gewoon goed verlopen en hij had de indruk dat winst er wel in had gezeten, maar het was al 23.30 uur en de teamoverwinning was toch al veilig. Einduitslag ASV tegen SMB 4: 2.5 tegen 3.5. Grappig detail. Dezelfde uitslag die de andere SMB teams, 3 en 5, afgelopen week speelden tegen respectievelijk ASV 8 en ASV 12.

Nu op naar de slotronde en finale op do.16 april tegen UVS 5 in Mook. Een gelijkspel tegen UVS 5 is voldoende voor het kampioenschap maar grootmeester Jan Timman heeft ooit terecht gesteld: "Als je in een toernooi aan gelijkspel voldoende hebt voor de titel, juist dan moet je voluit gaan voor de winst, alleen dan maak je kans." Gaan we doen. Het wordt nog heel spannend.

Frans Drummen