Zaterdag 9 januari speelde SMB 1 thuis tegen Voorst 1.
De eerste uitslag kwam binnen op bord acht: De tegenstander van Jacques zette een op het eerste gezicht gevaarlijke aanval op, maar wist uiteindelijk niets beters te vinden dan een herhaling van zetten.
Op bord zeven en bord drie speelden respectievelijk Christ en ik aanvankelijk dezelfde partij, en dat voor een vrij exotische opening. Voor ons beiden ging de zwarte dame vrij vroeg op pad, in één van die zeldzame gevallen waarin dat niet meteen afgestraft wordt.
Teamleider Jelle had op bord zes een rustige partij, er viel nog niet veel te zien.
Maartens stelling leek te zijn ontstaan uit een Franse opening (maar was dat niet) en toen ik voor het eerst langskwam leek het er op dat Maarten al goed moest rekenen vanwege de welbekende dreigingen op h7.
Bram op bord vier had als witspeler meer ruimte, maar verder leek er nog niets beslist.
Op bord twee hadden beide spelers er geen problemen mee veel stukken af te ruilen. Paul en zijn tegenstander hadden beide buiten de pionnen nog slechts de witveldige loper en een paar torens op het bord.
Op bord één had Peter een solide opstelling, maar wel wat veel tijd gebruikt.
Dus toen uw verslaggever halverwege de wedstrijd de balans opmaakte had hij niet veel om zich vrolijk over te voelen. Peter en ik hadden veel tijd gebruikt, Maartens situatie leek bijzonder penibel. Verder kreeg ik de indruk dat bij Christ en ik zelf gezien de opening één misstap al het einde van de partij zou kunnen betekenen. Op de andere borden leek remise de meest waarschijnlijke uitslag.
Op bord twee scoorde Paul inderdaad een halfje. Mijn kleine hoop dat zijn witveldige loper sterker zou zijn dan die van zwart zal wel ‘wishful thinking’ zijn geweest.
Voor Christ op bord zeven waren de problemen toch te groot geworden. Zijn dame werd gevangen, en hoewel dit materieel gezien niet het einde hoefde te betekenen was de stelling er wel naar.
Aan het bord van Jelle was er zoals hij zelf zei “niks gebeurd”, dus remise, en SMB zat dus in zwaar weer: één verliespartij achter.
De overgebleven spelers kregen dan ook te horen: geen remise maken! Er moest hard gewerkt worden om de dag met een goed gevoel af te kunnen sluiten. Gelukkig werd dat gevoel al stukken beter doordat er veel SMB’ers naar ’t Hert waren gekomen om ons te steunen.
Maarten wist uiteindelijk goed weg te komen met eeuwig schaak. In de analyse bleek later dat zijn tegenstander een enorme kans gemist had.
|
| |
Zie diagram links
Hier is de witte aanval na 28. Pxd2 Lxd2 simpelweg te sterk. Er volgen zetten als Lh4-f6 en Tg1.
|
| |
In mijn eigen partij (zie diagram links) wilde ik liever dat ik het zwarte paard op f6 niet had. Ik besloot daarom 15. … Pxd5! te spelen.
Helaas kende mijn tegenstander zijn klassiekers: “Timeo Danaos et dona ferentes”. Er volgde 16. f4! Lh4+ 17. g3 Pxf4 18. Lxf4 Dxf4 19. gxh4 Dxc4 en ik had drie pionnen voor mijn stuk. De stelling was ook nog vrolijk, en niet veel later viel het witte paard van b5 ook nog. Het zou een prozaïsche overwinning moeten worden. In mijn enthousiasme wikkelde ik slordig af, en kwam mijn tegenstander met actief spel nog een heel eind terug. Ik was meteen weer terug op aarde. Uiteindelijk won ik een eindspel met loper tegen paard en een pion meer. We waren terug in de race.
|
En het werd nog beter! Bram had twee stukken, zijn tegenstander een toren. Helaas had die daar ook nog een potentieel gevaarlijke vrijpion bij. Er leek niet veel meer in te zitten. Totdat de toren op avontuur ging, en door koning en loper aan de rand van het bord gevangen werd.
Nu was het 4-3, en moesten onze sympathieke tegenstanders vrezen voor een nederlaag. Peter was al de gehele dag verbeten aan het verdedigen, maar het leek moeilijk te gaan worden. De partij leek veel langer te duren dan alle andere, en afwisselend kon je SMB’ers en Voorstenaren moeilijk zien kijken en wanhopig analyseren wat er nog te halen viel. Helaas wist Peter er geen halfje uit te slepen, wat de uitslag op 4-4 bracht. Beide partijen konden hier niet over klagen.
Jelmer Wedholm
|
|