Dinsdag 16 februari was het druk in 't Hert. Liefst 4 gastteams waren aanwezig voor het spelen van de 5e ronde OSBO-competitie. SMB 5 speelde tegen Millingen, SMB 4 tegen Velp 2, SMB 6 tegen Mook 2 en SMB 7 tegen de Toren 13. Als er 4 teams op bezoek komen wil je ze natuurlijk graag alle 4 winnen, maar niet reëel als je naar de diverse ratings kijkt. Ik gokte vooraf op 3 overwinningen (SMB 4, 5, 7) en 1 verlies (SMB 6 jeugd). Achteraf werd het niet de werkelijkheid, maar laat ik me beperken tot het relaas van mijn eigen team SMB 5.
Millingen was op papier sterker op de bovenste drie borden, zwakker op de onderste drie. Dus het beloofde bij voorbaat een spannende strijd te worden. In het begin zag het er daar niet naar uit. In volgorde van afloop van de partijen gebeurde het volgende:
Bord 5: Ben IJsvelt - Frans Drummen In een Siciliaanse partij ging het de eerste 15 zetten gelijk op. Ben speelde met wit de opening tamelijk passief en voorzichtig. Gelukkig voor mij want mijn stelling waar ik in terecht was gekomen was niet zo geweldig. Op de 19e zet werd de partij beslist. Ben liet zomaar een loper instaan die ik als cadeautje mocht incasseren. Na wat afruil van stukken gaf Ben bij de 27e zet gedesillusioneerd op. Misschien dat ik zelf in zijn plaats nog wat had doorgespeeld, de tegenstander kan tenslotte ook een blunder maken en zeker als de zware stukken als dame en torens nog op het bord zijn kan er soms nog van alles mogelijk zijn. Nu was ik met de partij klaar iets over negen uur. Maar uiteraard blij met het punt.
Bord 4: Paul van Deemen - Paul Severijnen Paul stond snel een stuk voor, niet veel later nog een stuk. Het ging hier van een leien dakje. Paul schoof zijn pionnen op en gaf zijn tegenstander geen handelingsruimte op het bord. In het eindspel schoof Paul het relatief gemakkelijk uit door nog een vrijpion te creëren en te laten oprukken. Tegen zoveel geweld en materiaalvoorsprong kon zijn tegenstander niet op en hij moest capituleren. Na 1.5 uur spelen stonden we al met 2-0 voor en op de andere borden zag het er ook goed voor ons uit. Zou het een walk-over worden tegen Millingen? Nee, dat werd het niet. Millingen op de eerste drie borden streed voor wat het, aan ratingpunten, waard was.
Bord 3: Henk Brouwer - Ton Huybregts Lang ging het hier gelijk op. Gedegen spel van beide kanten. Door ruil van stukken slaagde Ton er op een bepaald moment in om de c-pion van Henk vast te zetten, te blokkeren. Daardoor kon Henk zijn spel niet ontplooien. Hij gaf naderhand als commentaar dat hij zijn stelling verder verslechterde door de aanval te zoeken. Dat was dus min of meer een kamikazeactie. Ton speelde er adequaat op in en won de partij door gebruik te maken van de zwaktes in Henk's spelpositie. Stand 2-1.
Bord 2: Marinus Mulders - Frank Unhrig Marinus stond 1 pion achter na ongeveer 2 uur spelen. Nog niet veel aan de hand dus. Bij een afruil van stukken verloor Marinus nog een pion en kwam er een pionneneindspel op het bord waarbij Marinus ter support een loper had en Frank een paard. Een paard is in zo'n eindspel sterker dan een loper en met de pionnenachterstand erbij is de loperpartij eigenlijk verloren.
Jan Aalbers, die de partij naast hem volgde, fluisterde me in dat Marinus een kans voorbij had laten gaan op de 36e zet. Bij de stukken afruil had hij namelijk een dame kunnen winnen door eerst het dame dekkende paard met schaak te slaan. Toen Marinus een andere afhandeling deed veegde Frank het klamme angstzweet zuchtend en hoofdschuddend van zich en speelde na zijn opstanding "alive and kicking" door. Jammer, maar gemist zei Marinus achteraf.
Het pionneneindspel was inderdaad compleet verloren. Toch hield Marinus nog verrassend lang stand, altijd loerend op een kansje van dubbelaanval met schaak geven. Zo hoort het ook. Een taaie tegenstander. Maar het overwicht van 4 pionnen werd teveel, vooral ook omdat Marinus pionpromotie op beide vleugels van het bord moest afweren. Bij de 2e pionpromotie kwam het onvermijdelijke mat. Stand: 2-2.
Bord 6: Dolf Hofs - Eric Houkes De eerste keer (22.10 uur) dat ik naar de stelling op dit bord keek stond Dolf een stuk voor. Zag er dus prima uit. Dolf kon echter zijn stuk voorsprong (loper) vanwege de stand van de stukken moeilijk in het spel brengen zodat de materiaalvoorsprong voor een deel virtueel bleef. Naarmate de partij vorderde kon Dolf zijn potentiele druk manifest maken. Hij creëerde een pionnenopmars in het centrum. Deze geforceerde frontlinie vergde teveel van de stelling van Eric. Bovendien wist Dolf plots zijn loper te activeren en elk tegeninitiatief daarmee te blokkeren. De vrijpion van Dolf dwong de vijandelijke koning uit zijn schulp te komen. Deze werd vervolgens na enkele zetten door Dolf's dame en toren mat gezet. Mooie overwinning en het stond tegen 22.30 uur 3-2 voor ons.
Bord 1: Jan Aalbers - Bernd Schumacher De beslissende partij van de avond. Jan kwam heel slecht uit de opening. Geklonterd stonden Jan's stukken elkaar in de weg op zijn damevleugel. In arren moede won Jan een pionnetje om enige lucht te krijgen, maar moest het enige zetten daarna weer terug geven. Het midden- en eindspel was, als toeschouwer, mooi om naar te kijken. Er dreigde van alles op het bord. Jan was met zijn dame alleen de koningsstelling van Bernd binnengedrongen, pende een toren maar kon niet veel verder dan enkele vijandelijke stukken binden. Bernd was met zijn dame ook ten aanval getrokken en bestookte Jans onbeschermde koning met schaak. Een labiel evenwicht op het bord waarbij het initiatief vooral bij Bernd lag. Jan had moeite om zijn stukken, die her en der los over het bord verspreid stonden, gedekt te houden. Slaagde daar overigens wonderwel in. Alles wist elkaar net te dekken. Maar als toeschouwer schatte ik de positie van zijn tegenstander beduidend beter in, dit vanwege zijn compactere stelling en de bewegingsvrijheid van zijn dame. Jan bood remise aan maar dat aanbod werd geweigerd. Gezien de totaalstand en stand op het bord ook wel begrijpelijk.
En toen, plots, won Jan. Heel plots. Het was een ondekbaar mat. Hoe? Zijn tegenstander sloeg met zijn toren een zeer vergiftigde pion. Die toren dekte oorspronkelijk de achterste lijn. Door die lijn op te geven kon Jan zijn toren gevaarlijk op de tweede lijn brengen. Er was voor de tegenpartij geen dekking meer mogelijk, want de toren die het mat had kunnen dekken stond gepend en de andere was afwezig voor verdere dekking want hij had Jan's pion verorberd. Prachtig de winst van Jan, ik had hem niet verwacht. Hierbij de laatste zetten van die beslissende partij. We komen binnen bij de stand na de 33e zet van zwart:
34.Da3. Wit komt niet door de wankele dekking van zwart heen, maar geen van de zwarte stukken kan zijn positie loslaten in de verdediging. Speelt de slechte raadgever "angst" bij Wit mee? (34.Lb7 zou voor Wit de "problemen" oplossen, want Zwart moet dan of de c-lijn of de dekking van het paard opgeven. Op 34... Tc2 volgt 35.Dxf8 en dan 36.Tf1 wat door wit, met een volle toren extra, gewonnen moet worden.) 34... Pg6. Door het paard niet meer te binden aan de dekking van de toren en schaak op f8 tegen te gaan, de toren van Zwart heeft hiermee de vrijheid terug. 35.Txb5? Nu pakt Wit een zwaar vergiftigde pion. 35... Tc2. Nu is het over en uit. 36.Tb2 Dxf2. Wit geeft op. De volgende zet zal zijn Dxg2 (mat).
Eindstand SMB 5 - Millingen 4-2. Deze stand geeft mijns inziens een terechte uitslag aan. Millingen grossierde in teveel blunders en SMB pakte de kansen. SMB 5 heeft nu 1 nederlaag, 1 gelijkspel en 3 overwinningen in de OSBO-competitie en staat nu tweede. Kampioen zie ik ons niet worden, maar dat we goed meedoen moge duidelijk zijn.
Tot slot, naast Jan Aalbers had ik me ook die speelavond voor het eerst in het SMB-T-shirt gestoken. Dit als support en als P.R voor onze vereniging. Ik weet niet of het überhaupt iemand opvalt, maar feit is wel dat Jan en ik wonnen. Reden om het voorlopig bij elke wedstrijd aan trekken.
Frans Drummen
|
|