|
|
|
Dame-Indisch Met 3... b6 vergroot zwart de controle over de velden e4 en d5 door zijn dameloper te ontwikkelen naar b7. Net zoals in andere Indische openingen wilt zwart het centrum controleren met zijn stukken in plaats van het te bezetten met zijn pionnen. Het Dame-Indisch verscheen al in 1887 op het bord in de partij Blackburne - Noa (Franfurt 1887) en was enorm populair in de jaren 20 van de 20e eeuw. Deze zet was lange tijd de populairste voortzetting. Wit wil eveneens controle over de a8-h1 diagonaal. Vroeger antwoordde zwart standaard met 4... Lb7, maar tegenwoordig is 4... La6 populair, terwijl zwart soms 4... Lb4 speelt. De oude hoofdvariant die in de jaren 20 van de 20e eeuw al regelmatig werd gespeeld door alle topspelers. Vroeger was dit de meest gespeelde zet. De meest ambitieuze zet. Zwart controleert veld e4 waardoor hij het initiatief op de koningsvleugel heeft. Daarentegen is hij wel kwetsbaar voor d4-d5. Volgens sommigen komt dit te vroeg en kan wit de zet beter voorbereiden. Sosonko - Seirawan (Bad Kissinger 1981) |