|
|
|
|
1.
d4
Pf6
2.
c4
e6
3.
Pf3
b6
Dame-Indisch
Met 3... b6 vergroot zwart de controle over de velden e4 en d5 door zijn dameloper te ontwikkelen naar b7. Net zoals in andere Indische openingen wilt zwart het centrum controleren met zijn stukken in plaats van het te bezetten met zijn pionnen. Het Dame-Indisch verscheen al in 1887 op het bord in de partij Blackburne - Noa (Franfurt 1887) en was enorm populair in de jaren 20 van de 20e eeuw.
4.
g3
Deze zet was lange tijd de populairste voortzetting. Wit wil eveneens controle over de a8-h1 diagonaal. Vroeger antwoordde zwart standaard met 4... Lb7, maar tegenwoordig is 4... La6 populair, terwijl zwart soms 4... Lb4 speelt.
4...
Lb7
De oude hoofdvariant die in de jaren 20 van de 20e eeuw al regelmatig werd gespeeld door alle topspelers.
5.
Lg2
Le7
6.
0-0
0-0
7.
Pc3
Pe4
8.
Dc2
Vroeger was dit de meest gespeelde zet.
8...
Pxc3
9.
Dxc3
c5
De meest gespeelde zet en ook de meest solide zet. In het algemeen is c7-c5 alleen agressief als wit met d4-d5 kan antwoorden.
10.
Td1
d6
11.
b3
Zwart heeft hier de keus uit: |
| |
|