|
|
|
Engels Het Engels is genoemd naar de Engelse schaker Howard Staunton die deze zet speelde in zijn match tegen Saint-Amant in 1843 en in het eerste internationale schaaktoernooi in Londen in 1851. Pas in de 20e eeuw werd deze zet populair en het werd door Mikhail Botvinnik, Tigran Petrosian, Anatoly Karpov, Garry Kasparov en Viswanathan Anand gespeeld tijdens hun matches om het wereldkampioenschap. Het Engels staat bekend als een solide opening. Indien wit vervolgt met d2-d4, dan gaat het Engels over in het Damegambiet, Slavisch of Catalaans. Omgekeerde Siciliaan Wit heeft nu een omgekeerde Siciliaan, maar dan met een tempo meer. Bruce Leverett schreef hierover: "Het is logisch om het Engels als een omgekeerde Sicilaan te spelen, maar de resultaten zijn vaak verrassend. Hoofdvarianten in het Sicilaans komen overeen met obscure zijvarianten in het Engels en vice versa." De meest gebruikelijke voortzetting. Zwart houdt de optie open om zijn f-pion op te spelen, waarmee hij zijn initiatief op de koningsvleugel ondersteunt. Konings-Indische opstelling Niet alleen is dit de meest agressieve voortzetting maar zwart scoort er ook het beste mee. Deze zet is mogelijk omdat er geen paard op f3 staat die de velden h4 en g5 controleert. Met een dynamisch centrum ziet deze zet er dubieus uit. Wit sluit het centrum maar hij krijgt meer ruimte. Ruilen op g3 gevolgd door ruilen op h1 levert zwart niets op. |