Schaken zou zo mooi kunnen zijn. Maar dan. Dat gezicht aan de andere kant van het bord. Kan alles verpesten. De tegenstander. Waarom moet er per se een tegenstander zijn? Kan het niet zonder? En nou niet zeggen: dan ga je maar tegen de computer schaken. Dat is geen schaken. Dus deze tegenwerping wordt onmiddellijk gepasseerd. De tegenstander. Het mooiste moment in een partij is waarop de tegenstander tijdelijk het bord verlaat, bijvoorbeeld om voor beide spelers iets te drinken te halen. Dan gebeuren er aan verschillende borden verschillende dingen.
De ene speler meent dat de schaaketiquette gebiedt de klok onmiddellijk stil te zetten totdat de tegenstander weer terug is. De ander interpreteert die etiquette zo dat hij zijn klok laat lopen en wacht met zetten totdat de koffie er is. En weer een ander heeft een heel eigen etiquette: zodra de tegenstander de rug naar het bord keert om de drankjes te halen voert hij onmiddellijk een zet uit en drukt hij direct de klok in, en als de tegenstander weer achter het bord zit wijst hij hem vriendelijk op de uitgevoerde zet. Kan een tijdwinst van enkele minuten opleveren. Het is daarom nuttig eerst op de klok te kijken en de tijd te noteren voordat je koffie gaat halen, en bij terugkomst weer direct op de klok te kijken. Als blijkt dat de tijd om koffie te halen volledig voor jouw rekening is gebracht, dien je die koffie onmiddellijk in het gezicht van de tegenstander te gooien, warm of koud.
Ik hou van tegenstanders die hun gezicht de hele partij achter hun handen verstoppen, met enkel een kiertje om naar het bord te kijken. Van dat beeld gaat een weldadige rust uit. Je kunt rustig een ommetje maken langs de andere borden: je tegenstander zal je niet missen. Op een gegeven ogenblik komt het kritische moment dat de tegenstander een zet gaat doen. Dan moet je in elk geval de indruk vermijden dat je ook maar enige belangstelling hebt voor de zet die nu wordt uitgevoerd. De grootste fout die je op een dergelijke moment kunt maken is gespannen aandacht te tonen voor die zet. Je houding moet er een zijn van: kan me niks schelen wat hij zet, ik heb mijn plan getrokken en daar krijgt hij geen vinger tussen. Vroeger probeerde ik wel eens met de rug naar het bord te blijven staan en achteloos achter mijn rug mijn volgende zet uit te voeren. Helaas gaf dat problemen met de scheidsrechter. Die was van mening dat ik bestraft moest worden wanneer ik achter mijn rug alle stukken van het bord veegde. Dat heeft mij menig partij gekost. Ik zin nog op een andere methode, maar de lezer houde mij ten goede dat ik die nog niet prijs geef zolang die nog in ontwikkeling is.
Het meest ergerlijke aan een tegenstander is dat hij soms wel eens wint. De meeste reglementen voorzien er helaas niet in dat dit hem kan worden verboden. Die leemte heeft hoogst ongewenste effekten: veel schakers jagen op winst!
Tekst: Cas Aubel Tekeningen: Frans Drummen
ATTENTIE. Schaakbeeld is na deze aflevering wegens vakantie gesloten. De volgende aflevering, nr. 20, verschijnt zaterdag 28 augustus 2010.
|
|