Thuis heb ik schaakstukken die ongeveer 60 jaar oud zijn. Ze hebben een formaat dat in redelijke verhouding stond met dat van het jongetje voor wie die stukken toen bestemd waren. Overigens speelde het best lekker met die kleine schaakstukjes. Totdat de gebruiker een grote schaker was geworden (wat iets anders is dan een groot schaker). Het bijbehorende bord was schitterend handwerk van mijn opa. Alleen de maatvoering klopte niet met de eisen die de Fide eraan stelt. Maar het formaat was aangepast aan de stukken. Of andersom. Ik weet niet wat er het eerste was: het bord of de stukken.
Deze stukken hebben hun beste tijd gehad en zijn zo langzamerhand toe aan een rollator. Zonder dat hulpgerei vallen ze om. Maar het probleem is dat de velden te klein zijn voor schaakstukken die zich achter een rollator voortbewegen.
Rokeren met rollators is bijvoorbeeld helemaal onmogelijk. Het is zo iets als in een ouderwetse supermarkt die nog alle sporen vertoont van het vroegere buurtwinkeltje: de paden zijn veel te smal om elkaar te passeren achter een rollator. Nu is dat daar geen probleem: zodra twee rollerende ouden van dagen (heten die eigenlijk nog zo?) op elkaar stuiten, beginnen ze met elkaar te kletsen. En na enige tijd zijn ze vergeten in welke richting ze onderweg waren, zodat na het gesprek ieder zijns weegs gaat in de richting waar hij vandaan kwam. Je ziet dat men in zo'n supermarktje ook wel de oplossing kiest van een rondje om de uitgestalde waren heenlopen. Maar ik vermoed dat het een toren niet is toegestaan in het kader van de rokade een rondje rond het bord te rijden. Iedereen moet op het bord blijven, anders is de partij uit! En hoe voer je een paardensprong uit als het paard zich achter een rollator voortbeweegt? Als de velden tussen dat van vertrek en dat van aankomst vrij zijn, lukt het misschien nog wel. Maar het wordt een puinhoop op het bord wanneer dat niet het geval is. Het is dan zaak zoveel mogelijk open lijnen en open diagonalen te veroveren, om de noodzakelijke ruimte te creƫren.
Om dit probleem definitief uit de wereld te helpen zal moeten worden gekozen voor een drastische oplossing: weer of geen weer, kom mee naar buiten allemaal, naar de overal in den lande braakliggende openluchtschaakborden. De daarbij behorende stukken kunnen, als ze niet definitief zijn verdwenen, rustig binnen blijven bij de concierge. Het veld wordt voortaan exclusief bestemd voor het rollatorschaak. Op alle velden moeten de rollerende stukken rechts houden, zodat optimaal van de gevonden ruimte kan worden geprofiteerd.
Na deze technische oplossing voor het rollatorschaak zitten we nog met het probleem van de zogenaamde ongelijke strijd. Nu bestaat dit probleem in het schaken altijd al. Denk bijvoorbeeld aan de tegenstander met vele honderden ratingpunten meer dan jezelf. Maar in het rollatorschaak is er ook nog een andere ongelijkheid. Je hebt sterke stukken en je hebt zwakke stukken. Een paard heeft vermoedelijk een rollator met meer p.k. nodig dan een loper, want die is veel beter gestroomlijnd. Wanneer alle stukken eenzelfde rollator krijgen voorgeschreven, zoals in sommige verzorgingstehuizen, is het ene stuk daarmee veel meer gebaat dan het andere. Er zal een internationale commissie moeten komen die minitieuse regels voorbereidt voor elke rollator in relatie tot het stuk dat zich ervan bedient. Vermoedelijk zet ik, zolang er geen regels zijn, mijn dame op een scootmobiel die vermomd is als rollator. Onder haar leiding zullen mijn stukken triomf na triomf vieren.
Tekst: Cas Aubel Illustraties: Frans Drummen
Volgende schaakbeeld: Mascotte
|
|