De evolutiebioloog Charles Darwin publiceerde ruim 150 jaar geleden zijn evolutietheorie in "On the Origin of the Species". Dit wetenschappelijke werk wordt nu nog terecht geprezen vanwege de baanbrekende gedachten rondom de ontwikkeling der soorten. Kort samengevat gaat het dan om: "aanpassing aan natuurlijke omstandigheden", "survival of the fittest" en "mutaties". De evolutietheorie is zeer breed toepasbaar, ze geeft een algemene en heldere verklaring waarom dingen zijn geworden zoals ze zijn.
Hoe zit het bijvoorbeeld met de evolutie van het schaakbord? Die vraag kan met de algemene evolutietheorie ook prima geduid worden. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Als schaakliefhebber en als enthousiast fossielenverzamelaar ben ik in dat gat gesprongen. Ik heb veldwerk verricht in verschillende aardlagen, heb vele fossielen bestudeerd en daarna vergelijkend onderzoek gedaan van deze vondsten in binnen- en buitenland. Ik ben verheugd nu een eerste overzicht van mijn bevindingen te kunnen geven. Op een geologische tijdschaal kan ik mijn bevindingen van de schaakbordontwikkeling het beste weergeven.
Carboon: 300 miljoen jaar geleden
Het begint bij levende vierkante organismen. Primitieve eencellige vierkantjes die leven in een tropische oerzee. Deze simpele organische vierkantjes, onooglijk klein en kleurloos, zijn grillig van vorm. Soms een trapezium, soms een ruitvorm, allerlei varianten van een vierkant. Onder de microscoop zien ze eruit als afgeplatte visscholletjes.
Trias: 220 miljoen jaar geleden
Eerste vondsten van incidentele geclusterde vierkantjes, meestal duo's en trio's. Deze geclusterde vierkantjes verbinden zich soms tot losse slangetjes. De hoekpunten van de vierkantjes hebben de neiging naar elkaar toe te trekken. De losse ordening ervan overheerst. De maat van de vierkantjes is, vergeleken met de tijd uit het Carboon, groter geworden.
Jura: 170 miljoen jaar geleden
Ketens van vierkantjes die zich manifesteren. Een speelse woekering van netwerken en verbonden vierkantjes is zichtbaar. Vierkantjes hebben verschillende groottes. Allerlei maten door elkaar. Er zitten gaten en oningevulde vakken in de netwerken en ketens. Deze sluiten vaak niet bij elkaar aan. Het geheel ziet er, qua ordening, speels uit. Er is een zekere mate van strijd zichtbaar tussen ordening en chaos. Deze twee begrippen gaan "hand in hand" samen.
|
Het schaakbord en de ontwikkeling ervan kan nu in de naaste toekomst twee kanten op: of naar chaos, ongebondenheid, gebogen lijnen of naar strikte ordening, gebondenheid, rechte lijnen
|
Er is voor beide opties een goed ontwikkelingsperspectief. Het schaakbord staat op een kruispunt van zijn ontwikkeling. Het kan rond worden, ovaal, maar ook vierkant of een grillige mengvorm van losse patronen.
|
Krijt: 80 miljoen jaar geleden
Er treden grote veranderingen op in de losse netwerken. Deze vrij liggende fragmenten clusteren vanaf nu tot 1 geheel, waarbij rudimentair een (golvend) bordvierkant naar voren treedt. Incidenteel zijn spiraalvormen herkenbaar in het midden van het "bord".
|
Tertiar: 20 miljoen jaar geleden
Na de Krijtperiode is het afgelopen met de "losse flodderborden". Er ontstaan steeds strengere ordeningen in het speelveld. Spiraalvormen zijn uit. Voor het eerst is er sprake van een afgebakend totaalvierkant, al zijn het nog geen 64 velden zoals bij het huidige bord en al heeft het bord nog enigermate gebogen lijnen. Voor het eerst is er sprake van duidelijk afgebakende velden. Patroonnetwerken zijn gesloten en niet meer open.
|
Kwartair: 2 miljoen jaar geleden
Alle vierkantjes hebben dezelfde maat. Het huidige strak vormgegeven schaakbord is "klaar". Er zijn alleen nog mutaties in het aantal velden. Enige uitzondering is de beroemde vondst (1936) in de grotten van Han (Belgiƫ) waar in deze aardlaag uit het Kwartair nog een fossiel bord gevonden werd met in het midden spiraalwendingen. Deze unieke en bizarre vondst heet bij de geologen "de Belgische variant". Door wetenschappers wordt het beschouwd als een curieuze speling van de natuur, een relict uit vroegere tijdsperiodes.
|
IJstijden: 250.000 jaar geleden-10.000 jaar geleden
De mens komt in beeld. Vanaf het allereerste begin projecteerde Homo Sapiens gedachten op de bordvelden. Het schaakbord inspireerde tot meditatie. De ritmiek van de vierkanten, de haast magische ordening der velden, de maat van het bord nodigde daartoe uit. De levende schaakbord-organismen worden echter wel zeldzaam. Enkele factoren zijn hier debet aan. Ten eerste het strenge klimaat. Bittere en langdurige kou doet hele kolonies afsterven. Ten tweede de mens. Hij brengt vervuiling en verstoring van de natuurlijke habitat (meren, rivieren) van de borden.
De holenmens ontdekte ook snel dat de bordpatronen net zo makkelijk via lijnen te tekenen zijn op rotswanden (zie grottenkunst van Lascaux). Het organische "schaakbord" is niet meer nodig. Getekende patronen komen ervoor in de plaats. In boeken over de grottenkunst en de oude steentijd worden deze rasters en velden geduid als vallen en hekken voor dieren. Fout, het zijn de eerste schaakborden, getekend naar de (toen nog) levende voorbeelden. Na 10.000 v.Chr. zijn geen organische schaakborden meer aangetroffen. Uitsterving was een feit.
Anno nu
De laatste 10.000 jaar zijn er alleen bordveranderingen geweest in het aantal velden. Uitgekristalliseerd in de vroege middeleeuwen toen het bord zijn huidige 64 velden kreeg. Het levende organische bord kennen we niet meer. Toch is het goed om te weten waar de bron ligt van de vorm en structuur van het huidige bord, namelijk bij levende organische organismen en hun ontwikkeling. Met dank aan Darwin.
Frans
volgende schaakbeeld (jubileumuitgave): het loperpaar
|
|