Het loperpaar

Schaakbeeld 50, zaterdag 16 april 2011
Dit is schaakbeeld nummer 50. Maar dat had iedereen natuurlijk allang zien aankomen. Het getal 50 is niet zo bijzonder dat de burgemeester op bezoek zal komen; de festiviteiten zullen beperkt blijven tot een korte toespraak van de voorzitter. De reeks schaakbeelden begon op 6 maart 2010 met Schaakbeeld 1 "Aanraken is zetten". De titels van de overige schaakbeelden zal iedereen nog wel uit zijn hoofd weten, en ga ik hier dus niet herhalen. Frans en ik hebben er niet om willen dobbelen wie deze bijzondere aflevering voor zijn rekening zou nemen. Daarom hebben we besloten dit schaakbeeld 50 ieder voor een deel te schrijven. Een van ons zal zich deze keer uitsluitend op de witte velden voortbewegen, de ander uitsluitend op de zwarte. Zoals een loperpaar pleegt te doen. Karakteristiek voor een loperpaar is immers dat elk van de twee zich uitsluitend over velden van één kleur voortbeweegt. Dat geldt voor geen enkel ander schaakstuk en dat maakt het loperpaar zo bijzonder.

Het licht springt op oranje.
Frans en ik voelen ons bij tijd en wijle ook een loperpaar: soms gelijk gericht en met de neuzen in dezelfde richting, elkaar versterkend, soms verschillende richtingen kiezend, maar nooit op dezelfde diagonaal en altijd op een veld van verschillende kleur. We zullen nooit op elkaar botsen. "East is East, and West is West, and never the twain shall meet." Dat zei, als ik me niet vergis, de Britse schrijver Kipling. Hij moet daarbij, het kan haast niet anders, hebben gedacht aan het loperpaar.

Wij hadden vroeger thuis maar één loper, op de trap. En er kwam iedere week ook maar één loper aan de deur om de huur te incasseren. Mijn vader was de enige in huis die één loper had waarmee je de sloten kon openen. Wie schetst dan ook mijn verbazing, dat, toen ik mijn eerste doos met schaakstukken kreeg, daarin niet één maar twee lopers zaten, en bovendien dan ook nog van elke kleur twee. Mijn ouders werden al spoedig gek van mij. "Waarom hebben wij maar één loper op de trap, en niet een loperpaar?" En: "Waarom komt er maar één loper de huur ophalen, en komen ze niet met zijn tweeën?" Met die laatste vraag waren mijn ouders snel klaar: "De loper heeft geen vrouw." Maar toen ik ook nog begon te zeuren dat ik niet een enkele sleutel wilde maar een loperpaar, waren ze het spoedig zat: alle schaakstukken vlogen het raam uit. Ik heb ze nooit meer teruggezien. Later moest ik van mijn zakgeld nieuwe stukken kopen.

En nu op rood. Zullen ze stoppen?
Dit loperpaar is moeilijk te remmen.
Veel schakers zijn zuinig op hun stukken, en proberen vooral ten koste van alles het loperpaar te houden, en dat van de tegenstander zo snel mogelijk uit elkaar te spelen en te vernietigen. Ze stormen binnen enkele zetten met een paard op een loper af en stralen van genoegen als het ze lukt dat paard tegen die loper te ruilen. Ze denken op dat moment de partij praktisch al te hebben gewonnen. Een geweldige overschatting van het loperpaar. Vooral op een vol bord. Eerst moet je, zoals wij in onze columns doen, alle overbodige stukken van het bord spelen. Wanneer je dan als loperpaar heer en meester bent, kun je samenwerken en toch je eigen richting kiezen zonder te botsen. Hoe lang zouden we dat volhouden? Ook hieronder blijkt weer dat Frans zijn eigen richting kiest, deze keer op de zwarte velden.

Cas Aubel

Het loperpaar


Onder schakers is de term "loperpaar" volstrekt eenduidig en helder. Als je echter een willekeurig persoon op straat zou aanspreken of ze "het loperpaar" kennen, zal deze je meestal eerst raar aankijken en dan ontkennend snel doorlopen. De laatste dagen van november 2009 in Nijmegen was dat echter niet het geval. Toen kende iedereen in de stad Nijmegen het loperpaar, en wel het Ethiopische. De kranten stonden er bol van. Een korte toelichting.

Maar ze maken rechtsomkeert.
Achter de loopster aan.
Ik was erbij die zondag 15 november 2009. De Zevenheuvelenloop ging van start aan de Groesbeekseweg in Nijmegen. Ongeveer 20.000 hardlopers hadden zich voor dit loopevenement ingeschreven. Het overgrote merendeel amateurlopers maar ook de absolute wereldtop. Met name lopers van het Afrikaanse continent. Atleten waar de organisatie van de Zevenheuvelenloop veel eer mee kon inleggen. Kenianen, Ethiopiers en een enkele Oegandees waren vooraf de favorieten.

Alle media-aandacht ging echter vanaf het begin vooraf uit naar het Ethiopische echtpaar Sileshi Sihine en Tirunesh Dibaba. Sihine had al eens eerder de Zevenheuvelenloop gewonnen en zijn ega Tirunesh won bij de Olympische spelen in Peking (2008) als eerste goud op de vijf en tien kilometer. Het snelste loperechtpaar ter wereld. Zo werden ze door de speaker veelvuldig en uitbundig aangekondigd. Over de hele Groesbeekseweg schalden constant de fraaie en welluidende namen van Sihine en Dibaba. Terecht die aandacht. Twee prachtige mensen en een ongelooflijk mooi en efficiënt loperpaar.

De loopster verhoogt haar snelheid.
Ik stond vlak voor het startvak waar de goede lopers zich verzameld hadden. Ik kon ze aanraken al die super atleten. Sihine en zijn vrouw Tirunesh Dibaba knalden er ook in dat top-lopersvak uit. God had extra zijn best gedaan toen hij deze mensen schiep. Allebei met fijn gesneden gelaat, allebei een frêle ranke lichaamsbouw , allebei een sprankelend alerte uitstraling, allebei fonkelende ogen, allebei een prachtige huid en stralende lach.

Bij het startschot begon iedereen van het publiek keihard te klappen. Ik ook, maar ik klapte echt alleen voor dat Ethiopische stel. Ik wilde hen met mijn ogen zolang mogelijk blijven volgen maar, uiteraard, in een flits waren ze uit zicht. De volgende 30 minuten bleef de speaker constant oppeppende woorden over het publiek uitstorten. Er zat misschien een wereldrecord in op de 15 kilometer en een verbetering van het Zevenheuvelenlooprecord, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. Na 30 minuten begon hij daar nog een schreewtandje bovenop te zetten. Het wereldrecord zou er inderdaad in kunnen zitten, hij riep ons allen op de lopers tot het uiterste aan te moedigen.

Het loperpaar slaat linksaf,
op weg naar de andere stukken.
Het werd spannend. Rond de 40e minuut werd de speaker hysterisch en buiten zinnen. Zoals Theo Koomen vroeger in zijn beste dagen de Tour de France etappes versloeg. Het publiek en ikzelf werden door zijn enthousiasme overspoeld en aangestoken. Hup Sihine, hup Dibaba.

De lopers kwamen eraan. Bij de mannen liep Sihine voorop samen met de Oegandees Nicholas Kiprono. Tirunesh Dibaba lag bij de vrouwen al een straatlengte voor en ging voor het wereldrecord. De mensenzee aan publiek langs de kant van de Groesbeekseweg golfde op en neer toen de twee koplopers richting finish daverden. Echt ongelooflijk spannend. Twee superatleten die, zij aan zij, elkaar geen duimbreed toegaven. Ik stond net iets teveel van de finishlijn om te zien wie uiteindelijk won. In de eindsprint bleef Sihine zijn concurrent net voor. Hij won in de recordtijd van 42 minuten en 14 sec.
Het moment van binnenkomst van Tirunesh Dibaba, ongeveer 5 minuten later, was nog glorieuzer. Ze liep ongelooflijk soepel en dynamisch, passeerde de laatste tientallen meters nog superieur grote bonkige kalende mannelijke atleten. Nieuw wereldrecord en zo fris als een hoentje.

Een loperpaar om trots op te zijn. Zelfs nu nog, ruim 2 jaar later, denk ik bij het woord "loperpaar" eerder aan dit atletiekechtpaar dan aan schaken.

Frans Drummen

Foto's: Frans Drummen, m.m.v. Henk van den Berg en Cas Aubel
Volgende schaakbeeld: De koning