De koning

Schaakbeeld 51, zaterdag 23 april 2011
Daar is hij dan eindelijk in de reeks schaakbeelden: de koning. Onder de schakers is er een zeer grote meerderheid die denkt dat de koning het belangrijkste schaakstuk is. En niet-schakers denken dat allemaal. Een gigantisch misverstand! Onthoud goed: een koning is een tamelijk waardeloos schaakstuk. Die staat gedurende de hele partij enkel maar op het bord om mat gezet te worden, en verder doet hij niks en kan hij niks. Wel eens een koning achter een dame aan zien hollen, of achter een toren, een loper of een paard? Alleen het nerveuse gedreutel van de koning in een pionneneindspel lijkt soms wel eens wat voor te stellen. Voer voor wiskundigen: kwadraten, opposities en dat soort zaken. Tegen één pion is een koning soms nog wel opgewassen, tegen meer dan één pion bijna nooit, vooral wanneer ze hun krachten bundelen.

Wat doet een koning dus meestal? De hele partij op de eerste (de zwarte koning op de laatste) rij blijven hangen en verder niets ondernemen, Waar een koning meestal nog wel toe te bewegen is, is, zoals bekend, stuivertje wisselen met een van de torens. Maar daar blijft het dan ook bij. Tot de dood erop volgt...

Heel bijzonder is de haat-liefdeverhouding tussen koning en dame. Bij het begin van het spel staan ze trots zij aan zij te midden van de andere stukken. Dat ziet er heel imposant en tegelijk lieflijk uit. Maar in veel partijen is de dame al spoedig op pad, de koning eenzaam achterlatend. Die oude sukkel naast haar interesseert haar blijkbaar weinig, maar die aan de andere kant des te meer. De koning voelt zich al gauw ernstig bedreigd en bidt hulpeloos om steun van de andere stukken. Dikwijls is er enkel een rijtje pionnen die hem bescherming bieden, de zogenaamde paaltjes waarachter de mat al is uitgerold. Als hij geluk heeft, blijft er ook nog een toren in de buurt, of een paard. Maar zoals bekend zijn paarden springerige dieren, dus voordat je het weet zijn ze weg. De koning blijft eenzaam achter, en staat te geeuwen en zich te vervelen achter de paaltjes. Zolang als het duurt...


Er zijn ook van die koningen die graag zelf op pad gaan, hun eigen seniliteit of invaliditeit volkomen onderschattend. Dat leidt bijna altijd tot een crisis in de democratie waarvan zij deel uitmaken. Ze verliezen de macht in de regering over het bord, en houden alleen nog maar een representatieve rol: vriendelijk uit de verte knikkend naar passerende bisschoppen (in het Nederlandse schaakjargon: lopers), en bij paardenraces uit de verte toekijkend vanaf hun ereplaats op de mat achter de paaltjes. Opvallend is dat zij ook de macht kwijtraken over hun dame, die eigenlijk in de moderne democratie de rol moet spelen van "zij die glimlacht".

Toch is die oude, soms seniele, door Jan en alleman op het bord in de steek gelaten koning als hij de kans krijgt de machtigste man in het spel. Daarom gaan er geregeld stemmen op die pleiten voor afschaffing van de monarchie in het schaakspel. Maar wat is een schaakspel zonder koning? Een president mat zetten slaat ook nergens op. De dame mat zetten? Knappe jongen die dat voor mekaar krijgt. Toegegeven, er sneuvelt wel eens een dame tijdens het spel, maar dat ligt meer aan de stommiteit van de speler die dat overkomt. We zouden in elk geval het dameoffer moeten verbieden. Er bestaat immers ook geen koningsoffer?

Ik pleit voor behoud van de koning. Laat die man toch betijen, schreef Godfried Bomans al, hij doet geen vlieg kwaad. Dat sloeg weliswaar op Pa Pinkelman, maar de schaakkoning doet evenmin een vlieg kwaad. Als hij dat wel zou dreigen te doen, sluiten we hem gewoon op achter de paaltjes.

Tekst Cas Aubel
Illustraties Frans Drummen
Volgende schaakbeeld: Boedapester gambiet