Het was lang geleden dat ik in Zwitserland was. Toen wist ik niet dat schakers iets met Zwitsers deden. Later hoorde ik dat schakers wel eens Zwitsers speelden. Ik vroeg me af wat ik me daarbij moest voorstellen. Ik dacht dat het spel werd gespeeld in de alpenweiden, tussen de edelweiss en de alpenrozen. Telkens als de koebellen rinkelden, moest er een zet worden gedaan. De torens zagen eruit als de top van de Matterhorn, en de paarden leken veel op steenbokken. De klokken waren geen gewone klokken maar originele, en dus onbetaalbare, Zwitserse horloges. Wanneer het ging sneeuwen, werden de stukken ijlings in de doos gedaan en vluchtten de spelers naar een berghut om warme chocolademelk te drinken, afkomstig van de koeien van die reclame. Geldprijzen waren heel wat meer dan die honderd euro in onze toernooien, maar ze werden dan ook uitsluitend uitbetaald via een Zwitserse bank onder bescherming van het bankgeheim.
Toen ik er later achterkwam wat Zwitsers bij het schaken in werkelijkheid betekent, was dat een zware teleurstelling. Maar waar kwam dat "negen ronden Zwitsers" (of zeven ronden, of elf, of dertien) nu eigenlijk vandaan? De gewone bronnen die ik bij dit soort vragen raadpleeg gaven geen uitsluitsel. Er zat niets anders op dan persoonlijk ter plaatse een onderzoek in te stellen. De reis, en de resultaten van het onderzoek, doe ik in een of meer volgende Schaakbeelden uit de doeken. Mijn onderzoek leek al spoedig met succes te eindigen in een klein grensplaatsje Tirano, maar dat bleek bij nadere verkenning aan de andere kant van de Zwitsers-Italiaanse grens te liggen. Ik heb mij nog net aan het aanstormende wielergeweld kunnen onttrekken: geen ronde Zwitsers, laat staan zeven of nog meer, maar de ronde van Italiƫ. Dat kennen wij schakers niet: negen ronden Italiaans.
Wordt vervolgd.
Tekst en foto: Cas Aubel Tekening: Frans Drummen Volgende schaakbeeld: Negen ronden Zwitsers (vervolg)
|
|