Schaakbeurs

Schaakbeeld 71, zaterdag 5 november 2011
Soms voel ik me wel eens schaakbeurs: na lang tussen schakers te hebben verkeerd kom je er papperig vandaan. Er zullen er vast wel zijn die bij "schaakbeurs" ook denken aan beurs zoals fruit kan zijn: appels of peren die te lang in de verdrukking hebben gezeten en die, als je ze vast pakt, als een rotte smurrie uit elkaar spatten. Maar de schaakbeurs waarop ik nu het oog heb hoort thuis in het rijtje van handelsbeurs, effectenbeurs, vakantiebeurs, bouwbeurs, huishoudbeurs, 50plussersbeurs en alle overige denkbare beurzen. Een schaakbeurs ben ik in dat verband nog nooit tegengekomen. Het wordt de hoogste tijd daaraan iets te doen.

Daarvoor moet je beginnen met het vaststellen van een locatie en van een datum. De meest geschikte lokatie: de Jaarbeurshallen in Utrecht, centraler gelegen dan de RAI. Een heel passende datum is natuurlijk de herfstvakantie. De schaakbeurs is een beurs voor het hele gezin. Daarom moet er ook meteen achter de ingang, waar grote plastic tassen worden uitgedeeld voor de verzamelaars van folders en van alles wat er verder aan de bezoekers wordt weggegeven, een grote pionnenbak komen waar de kleintjes eindeloos kunnen rondspartelen en elkaar kunnen bekogelen. De pionnetjes in die bak zijn niet van hout maar van een soepele kunststof: het materiaal dat wij ook zouden moeten gebruiken bij een schaakpartij, zodat we elkaar eventueel de pionnen en de stukken naar het hoofd kunnen gooien zonder grote schade te veroorzaken.

Je begint met bestudering van het schema van de hallen en de stands, want anders kom je nergens. En een dag is nou eenmaal gauw om.

De eerste stand die je dan tegenkomt is de stand van de Hollandse opening (1.d4 f5), als eerbetoon aan de organisatoren van de beurs. De stand is bemand door leden van de Leidse schaakclub Morphy, genoemd naar de Amerikaan Paul Charles Morphy, één van de beroemde schakers die het Hollands speelden. De studenten die de stand bemannen delen royaal A4-tjes uit met een exposé van het Hollands. Alleen het Hollands dat ze spreken klinkt niet erg Hollands. Het klinkt onmiskenbaar Leids, maar voorzover ik weet bestaat er nog geen officiële Leidse opening of Leids gambiet. Kom mannen, doe daar wat aan!


Om de zoveel meter kom je grote schaakborden van 8x8 m2 tegen waarop echte grootmeesters live een partij schaken. Hun zetten worden automatisch geregisteerd en de printjes daarvan vinden gretig aftrek. De plastic tassen raken snel vol.

Hoogtepunt van de beurs is de glamourstand van het open Nederlands schaakkoninginnenkampioenschap. Het gerucht gaat dat je daarvoor niet hoeft te kunnen schaken, maar niemand maakt zich daar druk om. Als ze maar mooi is. Het is natuurlijk mooi meegenomen als ze beide kwaliteiten in zich verenigt.

Daarna kom je in een enigszins mysterieus verlichte hal, waar een levensgrote schaakklok staat waarop een blanke en een zwarte schaker tegen elkaar lijken te worden afgewogen. Zij wippen omhoog en omlaag telkens wanneer wit of zwart een zet heeft gedaan.

Na het bereiken van de vierde hal bekruipt je het gevoel dat alles allemaal van hetzelfde is. En zo is het ook. Maar dan kom je gelukkig bij de koffie terecht en bij de uitsmijters, de frites, de kroketten en – ik haat dat woord – de frikandellen. De beurs is geslaagd! En ze gaan allemaal tevreden huiswaarts. In een barstenvolle trein, dat wel. Eenmaal thuis realiseer je je dat de schaakbeurs zich nauwelijks onderscheidt van het Tata Steel Chess toernooi. Ik heb er nog eens de foto's op nageslagen die Frans tijdens de laatste aflevering van dat toernooi heeft gemaakt. En waarachtig, kijk zelf maar!

Tekst: Cas Aubel
Foto's: Frans Drummen