Fanatieke vaders

Schaakbeeld 60, zaterdag 25 juni 2011
Ik denk dat ongeveer 80% van alle schakers het spel van hun vader geleerd hebben. De schaakvader is dus de persoon bij uitstek die zorgt voor continuïteit van het schaakspel en voor de ledenaanwas bij schaakclubs. Zonder hem sterft het schaakspel uit. Daarom heb ik een natuurlijke sympathie voor deze figuur, hulde aan al die vaders.

Maar onder de schaakvaders heb je ook echte fanatiekelingen. Die moet je wel kort houden anders slaan ze door. Deze categorie vaders kom je regelmatig tegen bij jeugdtoernooien en hierbij een korte schets van dit prototype.

Het zijn mensen met een enorme drive. Belangrijkste kenmerk van dit type schaakvader is dat hij zijn kind(eren) op zeer hoog schaakniveau wenst te zien spelen. Dat is zijn ultieme droom. Doet daar echt alles voor. Hij kan zelf niet goed schaken (zijn maximale rating is 1550) en zijn kinderen moeten derhalve zijn eigen onhaalbare schaakambities gaan waarmaken. De vader projecteert torenhoge verwachtingen op hen. Zij belichamen de hoop op alles wat hij had willen bereiken (een grootmeestertitel) en zelf nooit zal bereiken.

Ik doop u: Viswanathan, Gary, Vladimir, Bobby,
Max...
Het begint bij de geboorte van het kind. Het is vanzelfsprekend dat de baby naar één van de topschakers wordt vernoemd. Vaders bewondering voor een aantal schaakwereldkampioenen draagt het kind levenslang mee in de naam.

Viswanathan Anand, Gary Kasparov, Vladimir Kramnik, Bobby Fischer en onze eigen Max Euwe behoren tot zijn favoriete schaakhelden. Dus als de boreling een zoontje is dan krijgt deze alle 5 namen mee. Voor een roepnaam iets te ingewikkeld, gemakshalve wordt dat dan zoiets als "Schakie".

Op driejarige leeftijd krijgt Schakie de eerste schaaklessen. Uiteraard van papa. Op vijfjarige leeftijd gaat Schakie naar de jeugdafdeling van de plaatselijke schaakclub, in dit geval uiteraard SMB.

Als Schakie (6 jaar) voor het eerst deelneemt aan een klein jeugdtoernooitje heeft de vader de dagen vooraf slapeloze nachten. Voor de speeldag zelf neemt hij een vrije dag op.

Als zijn zoontje tenslotte aan het eind van de toernooidag een bekertje en een oorkonde wint is dat voor de vader een glorieus moment. Bij de uitreiking van de prijsjes overspoelt de emotie hem. Zijn verwachtingen komen uit, zoontje nadert reeds een elo-rating van 1300.

De fanatieke schaakvader huurt een privé-schaaktrainer in voor zijn zoontje. Elke dag komt de trainer aan huis, eerst de schaaktraining en dan pas het school-huiswerk. Progressie zit er daardoor bij de kleine Schakie zeker in. Op zevenjarige leeftijd bereikt hij een elo-rating van 1500. De vader geeft een groots familiefeest. Een historisch familiemoment breekt aan. De vader kan niet meer van zijn zoontje winnen. Vader vertelt dat glimlachend en apetrots tegen iedereen die hij tegen komt.

Op negenjarige leeftijd (inmiddels 1600 elo-rating) mag Schakie voor het eerst meedoen bij de senioren van SMB in café Groenewoud en scoort daar gelijk in zijn eerste partij een vol punt tegen Frits Meulendijk (leeftijdsverschil tussen de spelers net geen 100 jaar). De vader jubelt, hij kan zijn geluk niet op. Hij geeft het hele café rondje na rondje. Café Groenewoud blijft vanwege deze ongekende klandizie-inkomsten bij hoge uitzondering tot 2 uur in de ochtend open.

Vadertrots stijgt tot ongekende hoogten wanneer Schakie op 10 jarige leeftijd de grens van 1800 elo-rating overschrijdt. Als de verwachtingen echter achterblijven dan is een dergelijke vader ongenietbaar. Zijn gedrag krijgt iets gênants en hij schiet door. Enkele voorbeelden:

Op 11-jarige leeftijd bereikt Schakie de 2000 elo-rating. Hij mag invallen bij het eerste team van SMB en weet in een externe KNSB-wedstrijd (Klasse 1A) tegen Philidor Leeuwarden remise te bereiken tegen Tjapko Struik. De vader is heel boos op zijn zoontje omdat deze een evidente pionwinst over het hoofd heeft gezien en absoluut deze partij had behoren te winnen. Vader blijft de hele terugweg van Leeuwarden naar Nijmegen mokken, blijft dagen stuurs en chagrijnig.

Op 12-jarige leeftijd overschrijdt Schakie de grens van 2300 elo-rating. Deze mijlpaal is voor de vader aanleiding om een match te organiseren tussen zijn zoontje en een grootmeester van naam. Hij weet enorm veel publiciteit voor de match te genereren. Drommen toeschouwers rondom de spelers, landelijke pers aanwezig. Bij de eerste partij ontstaat er rumoer in de zaal. De vader moedigt zijn zoontje te enthousiast en te luidruchtig aan. De arbiter waarschuwt hem tot 2x toe. Er dient stilte in de zaal te zijn. De reprimandes van de arbiter helpen niet. Vaders enthousiast supportersgedrag is niet in te dammen. Kreten klinken door de speelzaal als: "je kunt hem hebben", "eerst rokeren", "rustig blijven", "je eigen spel blijven spelen", "kijk naar de damevleugel", "let op e5", "eerste gewin is kattegespin", "prima zet". De ordedienst verwijdert hem, na de zoveelste kreet en aanmoediging, noodgedwongen met harde hand uit de zaal.

Helaas, zo zijn fanatieke schaakvaders. Soms "te" in hun gedrag. Toch dienen we ze niet te veroordelen. Hun gedrag wortelt in diepe vaderinstincten en "grosso modo" vaart het schaakspel er wel bij. Dus daarom: koester zo'n persoon en blijf mild gestemd als ze doorslaan.

Frans
(vader van Magnus)