Schaken in Venetië

Schaakbeeld 68, zaterdag 15 oktober 2011
Hans Ree gaat, zo schreef hij een jaar of wat geleden in ik meen de NRC, na aankomst in Venetië onmiddellijk naar de Accademia, een markante plek aan het laatste deel van het beroemde Canal Grande. Daar wist hij dan achter een kiosk enkele fanatieke schakers te vinden. Hij misschien wel, ik in elk geval niet. Ik vond er wel grote horden toeristen, die daar vast niet waren om te schaken of om achter de kiosk schakers te zoeken. En of er onder die toeristen ook schakers waren: het zou kunnen, maar dan waren ze niet als schaker te herkennen.

Of er in Venetië veel wordt geschaakt weet ik niet. Het schaakleven daar heeft vermoedelijk veel weg van een puinhoop. Slenterend over de grote tentoonstellingsruimten van de Biënnale, waar ik eigenlijk voor kwam, en op zoek naar de tientallen tentoonstellingsonderdelen in grote en kleine palazzi in de stad, werd ik ongewild getroffen door sporen die daar kennelijk door schakers waren achtergelaten.

Dit verkleinde schaakbord is het werk van een Afrikaanse kunstenaar die de oorsprong van het schaakspel kennelijk heeft gevonden in het voetbalveld. Let op de doelpalen en de strategische bezetting van de velden, en de originele vormgeving van de stukken. De andere helft van het veld, nog net te zien rechts op de foto, vertoont hetzelfde beeld. De middenlijn is voor mij een raadsel. De functie ervan is wellicht te bevorderen dat elke speler met zijn stukken op de eigen helft blijft. Een geheel nieuwe visie op het schaakspel, een nadere studie waard.


Venetië is vergeven van de honden, maar ze worden allemaal netjes aan de lijn gehouden. (Moet ook wel, want, zoals bekend, is daar meer water dan vast land en zwemmen is daar blijkbaar verboden.) Wie het waagt zijn hond op een speelavond van de schaakclub mee te brengen wordt drastisch aangepakt. Persoonlijk vind ik deze aanpak te ver gaan en in strijd met de rechten van mens en dier. Een praktisch bezwaar is bovendien dat je zo geen zet kunt doen. En je wordt gedwongen met tafel en al naar huis te gaan.



Dit raadselachtige kunstwerk is, denk ik, een monument ter nagedachtenis aan een klem gezette schaker. Elke schaker voelt zich wel eens op zo forse wijze klem gezet en kan dus met het slachtoffer meevoelen. Ik heb er lange tijd stilgestaan en eerbiedig staan kijken.


Het gaat er daar in het schaakleven kennelijk wild aan toe. De stukken zien er na afloop van een partij zwaar gehavend uit.


En nog veel gehavender ziet het clublokaal er uit na het einde van een wedstrijdavond. De tafels zijn kennelijk door het raam gegooid, gevolgd door borden en stukken. Wat overblijft zijn resten die slechts vaag nog aan stoelen doen denken.

Kunst is kunst. Schaken is ook een kunst. Maar wie in Venetië een partijtje wil schaken, weet welk risico hij loopt. Beter maar niet meteen naar de Accademia gegaan maar in de kunsthallen en –paleizen gedoken. Een boeiende afwisseling na al dat geschaak.

Tekst en foto's: Cas Aubel