De scheidend voorzitter sprak me een tijde geleden aan. Hij vroeg of ik nog een stukje wilde schrijven. Ik heb ja gezegd, maar eigenlijk had ik nee moeten zeggen tegen die voorzitter. Het is namelijk dezelfde man, die me na mijn smadelijke degradatie bij de interne competitie, zei dat ik door moest gaan en dat het nu de tijd was om te oogsten. Het enige wat ik oogst zijn wrange zure fruiten.
Ben niet gemaakt voor het schaken. Heb weleens een zinnige ingevingen en dan kan ik zelfs voor komen te staan. Dit seizoen heb ik dat al een behoorlijk aantal keren gehad. Kom dan na de opening gewoon goed te staan. Maar afmaken is er niet bij. Heb deze ronde een keer verloren, waarna ik van een clubgenoot te horen kreeg; ik dacht dat je hem zo van het bord af zou schuiven. Met andere woorden wat ben je toch een rund, dat je die partij uit handen geeft.
Heb voor mezelf een verklaring lopen zoeken, hoe dat kan. Waarom ben ik niet in staat om te schaken zoals sommigen, die met een klein voordeeltje de tegenstander langzaam maar zeker tegen de muur aan drukken. Het lijkt een beetje op dooddrukken en dan bedenk ik me dat het dooddrukken niet bij mij hoort. Ben een softe man, die het niet in zich heeft om iemand van het bord af te meppen. Ben geen killer. Als ik voorsta ga ik denken, hoe het voor de ander is. Denk dat de ander maar beter kan opgeven, en als hij dat niet doet, dan denk dan ga ik het heel mooi doen. Maar ik heb geen rating voor mooi doen, dus ga ik klungelen.
Zou moeten denken ik vreet je op, sla je van het bord af, maar dat zit niet in mijn karakter. Ben te lief voor een schaker, zou ik dan maar stoppen met het spel. Stoppen met me voor te doen als iets wat ik niet ben. Stoppen omdat ik geen killer kan zijn. Maar wat dan? Bij menige sport kan je eindeloos lopen zeuren en zuigen en daar ben ik dan mee bezig. Als ik aan het zwammen sla kan ik ook een enorme pain in the arse zijn. Tijdens de schaakpartij moet ik in ieder geval stil zijn. Misschien is schaken in mijn geval nog niet zo slecht. Ga nog een seizoentje verder.
Henk
|
|