Donderdag 6 februari moesten we voor de derde keer deze competitie naar Arnhem om te schaken. Ditmaal traden we aan tegen de nieuwe nummer twee, ASV 6. En Arnhem uit, betekende voor SMB opnieuw de volle buit.
Met vrijwel alleen maar 1600-spelers bij ASV 6 troffen we een zeer gebalanceerd team. Geen echte toppers dus bij onze tegenstander, maar ook zeker geen beginnelingen. Met vier spelers met een hogere rating dan de beste speler van ASV, waren we op papier in ieder geval de favoriet. Uitgedrukt in gemiddelde teamrating hebben we het over een verschil van bijna honderd punten in ons voordeel. Dat verschil was aan het einde van de avond gelukkig ook zichtbaar in de eindstand.
We beginnen met Paul, de eerste SMB'er die klaar was. Dit vertelt hij er zelf over: "Ik speelde als vanouds aan bord 6. ASV had hun sterkere spelers achteraan gezet zodat daar wellicht gescoord kon worden. Ik had dan ook een geduchte tegenstander (Sebastiaan de Jong), eigenlijk een maatje te groot voor mij. Hij speelde ook in hogere teams. Met zwart kwam ik snel in de verdrukking te staan, totdat het moment kwam dat eigenlijk iedere zet die ik zou doen, de verkeerde was. En ja hoor, stukverlies. Ik heb wel nog even doorgespeeld, maar dat was uitzichtloos. Helaas een verliespartij tegen deze sterke tegenstander."
Geen best begin voor ons, maar in dit geval bleek deze eerste klap voor ASV gelukkig geen daalder waard. De overige vijf wedstrijden verloren we namelijk niet. Snel door naar zoon Jelle. Onze topper liet aan zijn vertrouwde bord 1 namelijk weer van zich spreken: "Deze keer mocht ik aantreden tegen Theo van Lotringen. In de opening ging het nog gelijk op, maar ik had wel iets meer speelruimte en druk op de pion op d6. Op zet 20 maakte mijn tegenstander een foutje wat een stuk koste en niet veel later ook de partij."
 | stelling na 38.f4 |
| |
|
En zo zaten we weer prima in de race voor een goed resultaat. Frans was de volgende speler die klaar was: "Ik speelde aan bord 5 met wit tegen Gerrie Arends, qua rating ongeveer mijn sterkte. In het middenspel kreeg mijn tegenstander het initiatief, mede vanwege een wat ongelukkige positie van mijn dame. Hij benutte verder goed de mogelijkheid van een pionopstoot op de g- en h-lijn, mijn koningsvleugel (ik had kort gerokeerd). Om die opstoot te blokkeren moest ik alle zeilen bijzetten. Mijn loper was daarbij mijn redding als blokkade. Mijn tegenstander begon vervolgens op de g-lijn te drukken met de zware stukken, twee torens en de dame, geassisteerd door een vervelend paard. Gelukkig wist ik de dames te ruilen waardoor er iets van de aanvalsdruk wegviel. Met kunst- en vliegwerk wist ik mijn pionstructuur staande te houden en mijn koning voldoende af te schermen. Het vijandelijke paard bleef echter steeds erg gevaarlijk vanwege allerlei potentiële vorken naar mijn torens en koning. Ik wist ze met pijn en moeite te omzeilen.Bij de 38e zet deed ik f3-f4, waarna de volgende stelling op het bord stond en ik remise aanbood.
Ik had niet verwacht dat mijn remiseaanbod geaccepteerd zou worden. Mijn loper is en blijft veroordeeld tot nietsdoen, kan niet weg van zijn plek. De zwarte vrijpion blijft een dreiging en het zwarte paard blijft akelig wendbaar. Gelukkig stemde Gerrie toe, hij zag niet hoe hij erdoor kon komen. In de analyseruimte hebben we samen kort geanalyseerd, maar we kwamen er niet echt uit. Hele directe winst zat er voor zwart niet in. Uiteindelijk hadden we beiden vrede met de puntendeling (ik iets meer dan hij)."
 | stelling na 22.b5 |
| |
|
En zo was de stand na drie wedstrijden nog mooi in evenwicht. Op dat moment hadden Wilbert, Lucas en ik echter een veelbelovende stelling, dus het leek allemaal onze kant op te gaan vallen. Vlak na Frans was Wilbert klaar. In de vorige twee rondes wist hij helaas geen vol punt te noteren, maar afgelopen donderdag was hij weer eens ouderwets op dreef. Al had dat nog wel wat voeten in de aarde: "Toen mijn tegenstander in een klassiek geval van 'sla de verdediger' een loper verloor in de tiende zet, was onze partij nog geen tien minuten bezig. Ik telde het punt al en verwachtte een kwartier later aan de bar te zitten. Mijn tegenstander dacht daar anders over. Met gewaagd aanvalsspel dwong hij me geconcentreerd te blijven spelen. Ter illustratie de stelling nadat hij met wit gezet heeft: 22.b5. Er zijn veel verkeerde zetten en maar een paar goede. Slaan van de b-pion leid bijvoorbeeld via 22... cxb5 23.Pxb5 Dxc5 24.Da8+ tot eeuwig schaak en ook een poging de c-pion te slaan werkt niet: 22...Pe4 23.bxc6 Lxc5 24.Da8+ Db8 25.Pb5 leidt tot verlies van een toren. Het optimale Thd8 vond ik niet, maar Db8 was goed genoeg. Nadat een paar zetten later zijn matdreiging verdwenen was, kon ik snel mijn extra materiaal gebruiken en gaf mijn tegenstander op."
Nu hadden we nog een halfje nodig voor een puntendeling en een punt voor de winst. Dit keer was het Lucas met de beslissing. Hij zat voor de verandering aan bord 3 in plaats van aan bord 2. Dat was geen tactische opstelling, maar een bordwissel met mij. Aan bord 3 kon Lucas namelijk eens met wit spelen, nadat hij al zijn vorige partijen zwart had gehad. ASV was trouwens de perfecte tegenstander hiervoor, want de eerder benoemde balans in hun team voorspelde namelijk min of meer gelijkwaardige tegenstanders aan bord 2 en 3. Lucas aan het woord: "Ik speelde tegen Remco Menger, een speler die ik al twee keer eerder in klassieke partijen had getroffen (beide keren in het Open Schaakkampioenschap Arnhem). Net als in die partijen kwam er een Damegambiet op het bord, maar hij koos nu voor een andere variant. Aanvankelijk stond ik niet zo goed, maar gaandeweg kreeg ik toch de controle terug. In de volgende stelling uit het diagram hij definitief in de fout.
 | stelling na 22.exd5 |
| |
|
Het is sowieso al goed voor Wit, maar hij sloeg hier met 22... Lxd5? meteen terug op d5, waar iets als 22... Pf6 meer kans had geboden. Nu won ik met 23.Txb6! Dxb6 24.Pxd5 een kleine kwaliteit. Hij had in het vervolg misschien iets hardnekkiger kunnen verdedigen dan hij deed, maar ik sta hier al op winst. Toen ik zijn c-pion had veroverd en verbonden vrijpionnen op d6 en e5 had ondersteund door een ijzersterk loperpaar tegen zijn machteloze toren, hield hij het voor gezien. Zo scoorde ik het winnende punt."
Zelf was ik als laatste klaar. Inmiddels was het 23.30 geweest en had ik een paar keer de winst geblunderd in het eindspel. Zo miste ik een aftrekschaak waarbij ik een toren kon winnen. Onbegrijpelijk. Bel me 's nachts op, beschrijf de stelling en ik geef je die zet direct. Maar donderdagavond in Arnhem wist ik 'm niet te vinden. Maar ook mijn tegenstander Theo Koeweiden miste meerdere kansen op de winst, voornamelijk door tijdnood. De remise kwam uiteindelijk tot stand omdat ik met alleen mijn toren niet kon voorkomen dat zijn a-pion zou promoveren. Hierdoor moest ik steeds schaak blijven geven, maar had ik geen tijd om met mijn koning zijn pion op te halen. Gezien de hachelijke momenten met slechts een paar minuten op de klok voor mij (en op bepaalde momenten maar 10 seconden voor Wit!) was de remise prima. Maar die gemiste aftrekschaak is al een aantal keer door mijn hoofd gespookt. Ik wijt het aan de vermoeidheid van de lange partij en mijn gehaaste spel om Wit door zijn tijd te laten gaan. Niet de beste tactiek, want neem ik iets meer tijd, vind ik de beslissende zet wel. Een leermoment zonder serieuze gevolgen, want de matchpunten waren op dat moment al binnen.
Eindstand ASV 6 – SMB 2: 2-4
Onze vijfde overwinning op rij was qua score de minst overtuigende (na twee keer 5,5 en twee keer 4,5 bordpunten te hebben gehaald), maar we zijn geen moment in de problemen geweest. Er resten ons nog twee thuiswedstrijden: de volgende tegen laagvlieger OPC en de slotronde tegen middenmoter Zevenaar. Waarschijnlijk gaan die wedstrijden om des keizers baard en zijn we dan al kampioen. Maar daarvoor moeten we nog even deze week afwachten, waarin de zes andere clubs in klasse 3D ronde 5 afwerken.
Jeroen
|
|