| ||||||||||||||||||||||||||||||
Vrijdagavond 8 januari togen we met een viertal van SMB 3 naar Wychen voor een wedstrijd om de OSBO-cup tegen Het Kasteel 2. We waren vastbesloten er wat moois van te maken, hoewel onze tegenstander op papier licht favoriet was. Het werd een zeer spannende wedstrijd. Jeroen was het eerst klaar. Hij trof als tegenstander zijn vroegere leermeester John Klein Douwel en maakte al vroeg in de partij een ernstige fout, waardoor hij twee pionnen verloor. Maar toen rechtte Jeroen zijn rug en begon terug te vechten. In een viertoren-eindspel zette hij zijn tegenstander onder zo grote druk dat deze zeeën van tijd verloor in het zoeken naar een goed winstplan. Een goed getimed tactisch remise-aanbod (zijn tegenstander had nog 11 minuten voor de rest van de partij, Jeroen zelf had nog ongeveer een uur) bracht het eerste halve punt binnen. Tegen zijn gewoonte in maakte Désiré er tegen Twan Rutjes een zeer tactische partij van. Na een groot aantal verwikkelingen waarin Désiré iets beter gerekend bleek te hebben dan zijn tegenstander bereikte hij een klein voordeel (P + L tegen T). Om verder te kunnen komen zou hij echter onder opoffering van een pion moeten afwikkelen naar een eindspel van L + P + 4 pionnen tegen T + 5 pionnen. Dit was het moment voor een tactisch remise-aanbod van de Kasteelzijde. Désiré gebruikte ruim een kwartier om de resterende twee partijen te volgen. Omdat hij verwachtte dat Peter Schut zou winnen, nam hij de remise aan; stand 1-1. Peter Schut had het geluk wit te loten tegen oud-SMB-er Jelle van Deemen, een tegenstander op wie hij zich schaaktechnisch èn mentaal had voorbereid. Hij won een pion, maar de resterende stelling bood zijn tegenstander nog tegenkansen. Peter liet zich echter niet van zijn stuk brengen, maar wikkelde koel en beheerst af naar een gewonnen eindspel, zorgvuldig alle trucjes van zijn tegenstander ontwijkend, waardoor wij een 2-1 voorsprong namen. Alles hing nu af van Peter van de Berg. Het werd tegen Joop van de Pol een ingewikkelde Benoni-achtige manoevreerpartij, waarin Peter weliswaar een pion won, maar zijn tegenstander meer ruimte had èn aanvalskansen tegen de vijandelijke koning. Aanvankelijk leek het erop dat Peter de zaak onder controle kon houden, maar op een gegeven moment slaagde zijn tegenstander er toch in met zijn stukken de vijandelijke stelling binnen te dringen. Op het moment dat hij de genadeklap kon toedienen, wilde hij het echter te mooi doen en gaf Peter de gelegenheid de zware stukken te ruilen en af te wikkelen naar een gewonnen eindspel. Peter verspeelde echter een belangrijk tempo en kwam in een verloren pionneneindspel terecht. Hiermee kwam de eindstand op 2-2 en moesten 5-minuten partijen de beslissing brengen. Wij hadden daarin aan een gelijkspel genoeg om ons voor de volgende ronde te plaatsen, maar we deden dat toch maar door een echte (2,5 -1,5) overwinning.
Désiré Fassaert
| ||||||||||||||||||||||||||||||