De schuiver van vorige maand in Elst (6½–1½) maakte zo'n indruk op het team dat een verslag maken er toen bij inschoot. Op het forum werd kort nageanalyseerd, en hoewel er hier en daar wat snelle aannames waren over de tendens van de avond klopte het over het algemeen wel: er had meer in gezeten en we hadden nog sneller de moed op kunnen geven en huiswaarts kunnen keren.
De eerste thuiswedstrijd van dit seizoen tegen De Cirkel uit Ede biedt gewoon weer nieuwe kansen. Onze doelstelling: winnen. En anders in ieder geval niet die cirkel ook op papier achter onze naam terugzien in de eindstand. Henk van den Berg weet als geen ander hoe hij daarvoor moet zorgen en wist al snel met zwart een mooie remise veilig te stellen. Stabiele spelers die punten pakken – zij het over meerdere matchen verspreid – daar zouden we er meer van kunnen gebruiken. Uw verslaggever wist opnieuw op fraaie wijze weggecombineerd te worden, maar dit keer kwam het echt uit de lucht vallen. Het leek allemaal aardig te staan, en daarna nog steeds. Alleen de kleur was anders. Henk had er nog vertrouwen in. Maar hoe hard je ook "er vol voor gaat" met twee paarden tegen een stel verbonden centrumvrijpionnen met torens erachter, het blijft kansloos. Ik had mijn les geleerd van Pieter (en dat buiten de training om) en gunde mijn tegenstander nu maar meteen het punt. ½-1½, en het moest nog half 11 worden. Dat belooft wat. Eens kijken op de andere borden.
Borden 1 en 2 werden vergezeld door onze lieflijke teammascotte Freya. Ze leidde bij tijd en wijlen onze tegenstanders aardig af met haar aaibare voorkomen. Een welkome afwisseling in deze door grijze mannen gedomineerde sport. Onze toppers van vanavond: Bart en Jacques. De witte centrumpionnen van Jacques keken al snel hun zwarte opponenten recht in de ogen. Dat is tenminste duidelijk: het gaat op de flanken gebeuren. Een flank met een witte koning in de open lucht en twee zwarte torens er tegenover. Wat gaat daar mis? Nou, niet zo veel, want Jacques speelt met wit. Een tijdje later waren er geen torens meer te bekennen en speelde het spel zich aan de andere kant van het bord af. Bij Bart was het allemaal een stuk luchtiger. Hij stond rond elven een lekker pionnetje voor, maar voelde ook wat hete adem in zijn nek. En die kwam niet van Freya; die lag lekker de andere mannen in de zaal te observeren. Nee, als de vijandige loper op dezelfde diagonaal staat als je koning en hij is aan zet om met de tussenstaande toren wat op te gaan vreten, dan zweet je peentjes. Ook als je hondje rustig is. Waar Jacques juist steeds meer rust ontwikkelde en de tijd zwaar in zijn hand begon te spelen, was het bij Bart andersom. Kalm werd het zeker bij Jacques, want de pionnen die vanaf het begin al vast stonden, stonden er op het eind nog. Op de flanken was inmiddels ook niks meer te beleven. Opeens was er toch vuurwerk in het centrum. Bijna alle pionnetjes op zwarte velden gingen eraf. Bart leerde zijn tegenstander terloops wat "schaak" betekent; zijn tegenstander leerde hem hoe je met een paard twee vrijpionnen tegenhoudt en je eigen vrijpionnen laat doorlopen. ½-2½. Het vuurwerk op het bord van Jacques was inmiddels ook weer opgebrand: 1-3.
De teamlijder van SMB 4 dan, die is dit seizoen meegekomen naar SMB 3. Aangezien Huub Jansen dit seizoen teamleider is, kan Valentijn zich vol storten op het lijderschap. Vanavond speelde hij met hart en ziel voor de club op bord 3. Een offer? Zoals wel vaker bij schaken hoeft een offer niet altijd verkeerd uit te pakken, als het maar goed doordacht is.
Het spel wordt gemaakt of gekraakt in het midden: dat geldt voor schaken net als voor andere sporten. Een goed middenveld is dan ook belangrijk. Het heet Van den Berg dit seizoen. Peter (bord 4) en Fred (bord 6), de aangevers voor de teamwinst. Peter was al vroeg zijn dame kwijt. Zijn tegenstander ook. Dat ruimt op. Maar de rest bleef geruime tijd op het bord. Het was een pittige pot. Meer dan "pffffff" en "gelukkig is het maar een spelletje" kwam er niet uit. Peter neemt het spelletje gelukkig erg serieus. Maar tegen een straffe penning achter de paaltjes is ook hij niet opgewassen. Een loper verliezen betekent in klasse 1A (net als in elke andere klasse) stukken in de doos: 1–4. Fred manoevreerde zich naar een vrij prettige stelling. Stille getuige daarvan was vooral het zwarte paard op a8. Als je daar als zwart paard terecht komt in aanloop naar het eindspel zijn je mogelijkheden toch wat beperkt. Helaas was de beperking niet dusdanig groot dat Fred er een heel punt uit kon slepen. Schuiven, ruilen en nog meer schuiven: het werd remise. Met 1½–4½ waren er al geen matchpunten meer te behalen. Maar we konden wel nog beter scoren dan vorige keer!
Op bord 7 speelde onze kapitein. Iemand die zo van goed schaken houdt als Huub moet je gewoon opstellen natuurlijk, ook als je Huub heet. Om kwart over elf leerde een blik op zijn bord vooral dat het loont om op de klok te kijken. Afgaande op de stelling had het net zo goed kwart over negen kunnen zijn. Een vol bord, vergeleken met de rest. Secuur spel kost nu eenmaal tijd. Wit koos voor een cirkelvormige 6-2-2-5 opstelling op de eerste vier rijen. Tja, je moet wat als je niet "Strijdt met Beleid" heet en toch je teamnaam eer aan wil doen op het schaakbord. Zelden heb ik na 3 uur en 50 minuten nog een soort middenspel op het bord gezien. En dan opeens is het twaalf uur. En als je dan de meeste tijd én de meeste pionnen hebt, win je. 2½–4½.
En onze teamlijder? Die leed. De eindstand: 2½–5½.
|
|