Vroeger (misschien tegenwoordig ook nog wel) zongen ze bij de padvinders:
"De machtigste koning van storm en van wind is de arend geweldig en groot. Wij werpen ons op het vijandige schip als een wegslingerende speer. De kanonnen dreunen, 't geweer knalt rondom en de enterbijl hakt keer op keer. En reeds zinkt de vlag van de vijand omlaag, overwinningsgeroep klinkt alom."
Zo zouden wij in storm en regen, krijgszuchtig, belust op een overwinning, als ware piraten over de Rijn naar Millingen varen. Maar uit veiligheidsoverwegingen in het noodweer van de 11e van de 11e toch maar de auto gekozen. Zo'n reis vergeet je niet gauw. En dat ook nog in de derde klasse, waar een ondoordachte beslissing ons team dit jaar heeft doen belanden. Maar het zeer solide zesde van SMB zet graag de tanden in onmogelijke opgaven. De teamgemiddeldes van (Millingen) 1508 en (SMB 6) 1364 moesten te overbruggen zijn, maar 1993 tegen 1352 (bord 1) en 1577 tegen 1177 (bord 3) leken ons voor een onmogelijke opgave te stellen. Aan de andere vier borden was het verschil minder dan 100, aan bord 6 zelfs 75 in ons voordeel.
En waarachtig, na een tijdje doemde het beeld voor mij op van een 0 voor mijzelf (ik had met mijn 1352 gekozen voor de tegenstander met 1993). Nog nooit had ik een tegenstander gehad van boven de 1650, en daarom greep ik graag de kans mijn rating fors te verbeteren. Daar kwam dus, zoals te verwachten, niks van terecht. Toch moest ik eerst om 22.30 uur en na 29 zetten de vlag strijken, mede als gevolg van een akelige misgreep omstreeks 22.00 uur, zoals me ook nog wel eens wil overkomen bij een tegenstander die een rating van een honderdje of zes, zeven minder dan 1994 heeft.
Maar behalve die 0 leken er overwegend scoringsmogelijkheden. Een kwartier na mijn opgave (beter gezegd: ik had mij voor de aardigheid mat laten zetten) bood Hugo (1383 tegen 1461), als ik mij niet vergis met een stuk meer, remise aan, wat door zijn tegenstander gretig werd aanvaard. Het eerste halfje was binnen, en wellicht was de tegenstander een halfje cadeau gedaan. Nog geen vijf minuten later haalde Luuk ook een halfje binnen. Knap gedaan (met 1177 tegen 1577)! Hij had zelfs de betere stelling, maar kon niet ontsnappen aan eeuwig schaak.
Het wachten was op onze eerste volle punten. Jaap (1396 tegen 1321), bij wie we dat punt helemaal zagen zitten, liet zich helaas in het eindspel verrassen door een ordinaire paardvork op koning en toren. Weg punt. Dan zou Ilona (1380 tegen 1409), met een vol stuk voor, dat punt toch zeker wel binnenhalen. Maar om 23.30 uur kwam zij melden dat ze tot remise had besloten omdat "het alsmaar slechter ging". Dat was haar visie, waarover ernstige twijfel mogelijk was.
Aan bord 2 speelde Dorus (1495 tegen 1586) de hele avond een solide partij waarin de verhouding bijna tot het laatst toe in evenwicht was. Bijna, want helemaal op het laatst kon hij plotseling opgeven. Daarmee eindigde de match in 4½-1½ voor onze tegenstanders, die blij mochten zijn dat ze niet met 4-2 verloren. Tegenover ons ene halfje in de eerste ronde waren drie halfjes een forse vooruitgang. Jammer van die stormachtige tegenwind, waar Jaap en Dorus ons overigens kundig doorheen hebben geloodst. Waarvoor dank.
De volgende keer wordt het echt, "Wij werpen ons op het vijandige schip als een wegslingerende speer. De kanonnen dreunen, 't geweer knalt rondom en de enterbijl hakt keer op keer. En reeds zinkt de vlag van de vijand omlaag, overwinningsgeroep klinkt alom." Rhenen zij gewaarschuwd.
Cas
|
|