|
|
|
|
Dé acht tegen D4
maandag 13 februari 2012 |
|
|
|
Op zaterdag 11 februari, een koude en gure dag, echt Elfstedentochtweer, vertrok SMB 1 naar het Brabantse Oosterhout om daar D4 te bestrijden. Onze onverwacht opduikende supporter Henny Goverde, die zijn wortels in deze club heeft, wist te vertellen dat de naam verwijst naar Dé Vier, oprichters van de schaakclub in 1925.
We speelden met Dé Acht van SMB en waren op voorhand gematigd hoopvol, niettegenstaande het ratingoverwicht van de Oosterhoutse spelers op de hoogste borden. Al eerder is gebleken dat de jeugdige topspelers van SMB 1 weinig ontzag hebben voor op papier sterkere tegenstanders. Dat hoort nu eenmaal bij de mentaliteit van een opkomende jonge schaakgarde en die is binnen dit team goed vertegenwoordigd in Lars, Roy, Dennis, Wouter en Bram. Paul, Jacques en teamleider Hans beschouw ik als de oudere jongeren van het team. Ditmaal speelde Hans Eshuis niet mee en in zijn plaats mocht de schrijver van dit wedstrijdverslag invallen; inderdaad, categorie oudere jongere. Overigens was het eerste dat Henny Goverde vroeg toen we eenmaal gearriveerd waren of het team compleet was. Hij zag er goed voorbereid uit, dus we hadden ook hem zonder aarzelen bij de groep jong volwassen SMB'ers kunnen voegen.
In een rustiek café, niet voor niks Oud Brabant geheten, werden we in een bovenzaaltje hartelijk welkom geheten. Gemoedelijke lui, Brabantse gastvrijheid, ouderwetse gezelligheid aan de toog, een waardin die je van boven tot beneden opnam en een passend schaakhok, alles zo weggelopen uit de jaren '40 of '50. Wie durft niet te beweren dat schaken de ultieme escapistische bezigheid is?
De openingsfase was juist achter de rug toen de schok van de realiteit ons wakker schudde. Op een nog vol bord ging Jacques Ottenheijm pardoes mat. Zijn nogal opgewonden en vlot spelende Vlaamse tegenstander opende vol de aanval op de lang gerokeerde koning van Jacques en de gaten lieten zich niet meer goed dichten door de weinige voorhanden verdedigers. Dat Jacques' dame zich even tevoren aan een vijandelijke pion had bezondigd, hielp niet bij de verdediging en dat alles in de geliefde zelfgekozen opening van onze man aan bord zes. Bij Roy van den Hatert aan bord twee oogde de situatie enigszins zorgelijk, hij stond een kwaliteit tegen pion achter. Wouter Knoop op bord zeven had een prettige aanvalsstelling en Paul Waenink aan bord vier leek vanuit een solide positie zijn tegenstander langzaam te gaan wegdrukken. Op het eerste bord van Lars Kurstjens was de situatie onduidelijk en desgevraagd trok Lars zijn meest bedenkelijke frons. Op bord vijf was Dennis Jaheruddin in een verdachte stelling gekomen, met nog veel onderontwikkelde stukken, maar zijn voordeel was dat de zwoegende en piepende tegenstander zeeën van tijd gebruikte. Bij Bram Rijkschroef op bord drie leek de stelling in evenwicht en op het achtste bord wist ik een beginnende aanval van mijn tegenstandster met de fraaie naam Sinéad te smoren met het tweesnijdende f5 om na het onnauwkeurige antwoord van wit onmiddellijk het initiatief in het centrum over te nemen.
In de fase vóór de tijdcontrole was het aan de meeste van de zeven borden hectisch en bloedstollend spannend maar opmerkelijk genoeg waren de posities niet dramatisch veranderd, behalve op bord vijf. De stand in de wedstrijd werd gelijk getrokken door Dennis die voor mijn gevoel vanuit het niets een winnende stelling had weten op te bouwen waarin zijn tegenstander zwaar materiaal moest verliezen in vliegende tijdnood en zonder twijfel zal Dennis daar met zijn tactisch vernuft toe hebben bijgedragen: hij was er pas na de opening goed voor gaan zitten, leek het wel. Mijn tegenstandster had ik inmiddels opgezadeld met een zeer slechte zwartveldige loper tegen een oppermachtig paard en toen ik ook nog enige dreiging tegen de koning wist te creëren, was het dankzij niet al te moeilijk combinatoir spel snel afgelopen. We stonden voor, tot genoegen van Henny die de borden met argusogen volgde en wiens nadrukkelijke presentie en steun het team zichtbaar goed deed.
Lars was vrij snel na de opening op onbekend terrein gekomen, evenals vermoedelijk zijn tegenstander die speelde op een doorbraak op de damevleugel. Lars' tegenactie in het centrum was tijdig en efficiënt met machtige paarden die verschenen op d5 en f5. In de tijdnoodfase werden wat stukken geruild en na dameruil bleef een stelling over met een dubbelpion voorsprong voor onze eerste bordspeler die het technische klusje met zelfvertrouwen klaarde. Ook Paul wist zijn betere stelling om te zetten in winst, een partij uit één stuk, met strakke hand tot winst gevoerd. Het halve punt voor de winst in de wedstrijd werd geleverd door Bram, volgens eigen zeggen in een partij waarin het evenwicht nooit echt verbroken was, een degelijke remise.
In de laatste fase van de wedstrijd ging het nog fout voor Wouter, die moeite had te kiezen uit alle winnende voortzettingen op verschillende momenten in de partij en uiteindelijk moest capituleren met materiaal minder. Tragisch dat juist de partij die we al lang geteld hadden als een vol punt, zo eindigde. Wouter was een geslagen schaker maar gaat met zijn grote kwaliteiten vast nog punten pakken voor het team. Ook Roy verloor: na met veel inventiviteit zijn materiaalachterstand voldoende gecompenseerd te hebben om het zijn tegenstander nog knap lastig te maken, blunderde hij in het eindspel en kon meteen opgeven.
Uiteindelijk een overwinning op het nippertje, maar Dé acht van SMB (in wisselende samenstelling dit seizoen, ook met dank aan teamleider Hans Eshuis, Ruben Hogenhout, Peter Schut en Henk van den Berg) hebben nu al aan de vooraf gestelde doelstelling voldaan en op tweederde van de competitie klassenbehoud veilig gesteld. Al het nog wachtende en komende is een bonus.
Huub Jansen Invaller-teamleider
|
|
|
| |
|
|