|
|
|
|
Maximale score van SMB 4
vrijdag 15 maart 2013 |
|
|
|
Een maximale teamscore behalen gebeurt niet zo vaak in externe OSBO-matches. SMB 4 deed het afgelopen dinsdag 12 maart tegen De Toren 8 uit Arnhem. Een vette 6-0. NEC kan er een voorbeeld aan nemen hoe ze Vitesse de volgende keer moeten aanpakken. Met geduld, blunders corrigeren met goed vervolgspel, de juiste strategische keuzes maken, truckjes en opportunistisch combineren. En natuurlijk het thuisvoordeel met supporters (non playing captain Wim Dentz en Evert Niessen) benutten. Een korte terugblik op de avond. Tot ongeveer 21.30 uur was alles redelijk in balans en zeker nog niet zichtbaar dat we zo’n stoer resultaat zouden neerzetten. In volgorde van afloop de verschillende partijen.
Bord 6: Peter Groenewald
Na een evenwichtige opening wist de tegenstander van Peter een dubbele dreiging te ontwikkelen. Eén op de f-lijn met torenverdubbeling en één op de h-lijn met een matdreiging op h2 met dame-lopercombinatie. Peter kon die dreiging echter ondervangen door secuur spel en daarna zelfs met een truc zijn dame bemachtigen. Met een dame voor was het vervolgens rustig uitspelen. Peter is langzamerhand een specialist in het "dame-vangen", de vorige partij tegen Pion uit Groesbeek deed hij dat ook. Wat doet hij toch met al die dames? Stand 1-0
Bord 3: Henny Goverde
Henny had zwart in een Scandinavische partij en volgens Henny kwam hij niet lekker uit de opening. Hij kwam gedrongen te staan. In het middenspel gaf zijn tegenstander plots een loper weg. Dat cadeautje was erg welkom, want zelfs na die loperwinst was de positionele stand nog niet echt geweldig. Rond de klok van tien uur zag ik dat Henny zijn loperwinst had verwisseld voor een flinke pionnenmeerderheid (3,4). Het eindspel, waar Henny een loper had en zijn tegenstander een paard, werd daardoor toch vrij simpel gewonnen. Stand 2-0
| Roan Kamerling - Frans Drummen |
| |
|
Bord 5: Ondergetekende
In alle openingsboekjes van het schaken staat dat je in het begin van de partij niet 2 keer moet zetten met hetzelfde stuk. Je ontwikkelt dan onvoldoende je stukken en dat is fout. Mijn tegenstander trok zich echter van die basistheorie niets aan en ik deed vervolgens te routineus mijn eigen "gekende" openingszetten. Gevolg: na de eerste 10 zetten stond het bord daardoor in vuur en vlam en had mijn tegenstander de winst voor het grijpen. In de na-analyse heb ik gezien dat ik eigenlijk na 8 zetten verloren stond. Achter het bord spelen is echter nog iets anders dan een na-analyse. Ik vond telkens een overlevingszet en mijn tegenstander wist ook niet door te bijten waardoor ik kon ontsnappen. Ik geef hier de eerste 6 openingszetten: 1.e4 c5 2.Pc3 g6 3.Lc4 e6 4.Pf3 Lg7 5.e5 Pc6 6.De2 Pge7 en kom dan bij de diagramstelling. Mijn tegenstander speelde nu 7.Pe4, ik wilde mijn pion verdedigen en speelde b6. Dat is fout. Ik had moeten rokeren. Een pion geven om erger te voorkomen. Er volgde 8.Pd6 Kf8 9.Pg5 Pxe5. Mijn tegenstander speelde toen 10.f4, maar dit is niet de beste zet. Hij had moeten inslaan met een van zijn paarden op f7 en daarna, na paard maal paard, zijn dame moeten spelen naar Df3 (dubbele aanval op toren en f-pion). Ik antwoordde op f4 met Pf5, volgens mij de enige zet die ik nog had. De ergste kou was uit de lucht toen mijn tegenstander met zijn paard insloeg op c8 en ik terug nam met Txc8. Mijn koning stond natuurlijk miserabel en een van mijn torens ingesloten. Maar ik stond wel een (schamele) pion voor en gaandeweg de partij wist ik de nodige dreigstukken af te ruilen. Door een afgedwongen dameruil kon ik eindelijk ook onder de druk uit die van het begin van de partij op mijn f-pion en koningsstelling stond. Daarna mijn ingeklemde toren bevrijden door de loper af te ruilen en een luchtgat voor mijn koning te maken. Bovendien was mijn pionnenstructuur door de ruil van de stukken sterk geworden en was de vijandelijke koning zwak verdedigd waardoor ik makkelijk schaak kon blijven geven. Het toreneindspel wat overbleef heb ik, denk ik, goed gespeeld. Door heen en weer te manoeuvreren won ik een 2e pion, creëerde twee verbonden vrijpionnen in het centrum en gaf mat op de 51e zet. Zucht... het was langs de afgrond. Stand: 3-0
Bord 2: Geurt Gijssen
Een open partij. Na de opening werd het gelijk al gecompliceerd met vele mogelijkheden aan beide kanten. Geurt wist het centrum te bemachtigen en hij stond stevig. In de gecompliceerde stelling overzag hij echter een dubbelaanval (schaak en paardaanval) waardoor hij een paard achter kwam. Maar dit verlies viel in de praktijk erg mee. Hij kreeg er flinke compensatie voor terug. Twee pionnen, en als hij gewild had, een toren voor een loper. Geurt koos er echter voor om zijn loper niet tegen de toren te ruilen maar dit stuk te laten combineren/te dreigen met zijn dame op de diagonaal. Geurt ging (zoals hij het zelf uitdrukte) "rommelen", opportunistisch spelen, zetten op gevoel spelen. Het ging toen min of meer van een leien dakje. Ook al vanwege het feit dat de vijandelijke koning zwak en relatief onbeschermd stond. Geurt wist met zijn dame de koningsstelling binnen te dringen en mat te geven. Zijn tegenstander reageerde als door een wesp gestoken, gaf het nodige negatief commentaar op "het lange denken" (??) van Geurt en stoof kwaad de speelzaal uit. Boos en driftig op iedereen behalve op zichzelf die de zetten gedaan had. Sommige personen kunnen duidelijk niet tegen hun verlies. Jammer. Schouder ophalend gingen we vervolgens kijken bij de resterende 2 partijen. Stand 4-0
Bord 4 Jan Schillings
Omdat ik naast Jan zat heb ik die partij goed kunnen volgen. Heel lang ging die gelijk op. Om 22.30 uur stond er nog veel op het bord (ieder 6 pionnen dacht ik met torens en dame). Ik vermoedde dat het remise zou gaan worden. Maar Jan is een taaie en geduldige speler die aan een klein positievoordeeltje genoeg heeft. Dat voordeeltje vond hij. Om 22.45 uur zag ik dat Jan een pion had weten te veroveren en om 22.50 uur een tweede pion door een goede combinatie en het efficiënt samenwerken van dame en beide torens. Dan is het in het eindspel met 2 pionnen voorsprong voor Jan niet meer zo moeilijk. Hij won. Stand: 5-0
Bord 1. Pieter van Groenestijn
Pieter speelde met zwart een strategische partij. Vanuit de opening kon hij kiezen voor een bepaald stellingstype, te weten: een solide maar gelijke stand of een tweesnijdende stelling waarin met tegengestelde rokades de vraag is wie het snelst is. Hij koos mede door goede ervaringen uit het verleden voor dat laatste. Het werd daardoor een scherpe partij waar wij, als toeschouwers aan de zijlijn, niet een eensluidend oordeel over hadden. Pieter vertelde dat zijn tegenstander een aanval niet door zette en een stuk offerde voor twee pionnen. Dat bleek na enkele nauwkeurige zetten van Pieter verre van voldoende: het gevaar werd in de kiem gesmoord en zwart won vrij eenvoudig.
Daarmee was de 6-0 overwinning een feit! Jan Schillings vroeg zich af (tegen beter weten in), bij het naar buiten gaan bij 't Hert, of je bij een maximale score een extra matchpunt krijgt. Hij was daar voor en gaf terloops vele argumenten waarom dat zeer zinvol zou zijn. Onder andere extra spanning en grilligheid in de competitie, kampioenskansen tot het allerlaatste voor SMB 4 en andere teams. Toen ik naar huis fietste werd ik steeds enthousiaster voor Jans idee van een bonuspunt. Aankaarten bij de OSBO? Maar laten we vooral de uitslag zelve nu koesteren. De eerste keer in jaren dat SMB 4 de maximale score haalt. Prima zo'n ferme en fraaie overwinning. Misschien worden we nog wel 2e in onze groep, terwijl degradatie eerst dreigde. Het kan verkeren.
Frans Drummen
|
|
|
| |
|
|