|
|
|
|
"Off-day" Het Kasteel 3 bezorgt SMB 2 monsterzege
vrijdag 21 november 2014 |
|
|
|
| |
| Het Kasteel 3 |
| (1558) |
| - |
| SMB 2 |
| (1733) |
| 1-7 |
|
1. |
| Henk Rutten |
| (1652) |
| - |
| Guus Alberts |
| (1723) |
| 0-1 |
|
2. |
| Niels Radder |
| (1572) |
| - |
| Jelmer Wedholm |
| (1727) |
| ½-½ |
|
3. |
| Leo van Dijk |
| (1575) |
| - |
| Eric de Ridder |
| (1739) |
| 0-1 |
|
4. |
| Simon van Dijk |
| (1574) |
| - |
| Huub Jansen |
| (1744) |
| 0-1 |
|
5. |
| Clemens Levink |
| (1560) |
| - |
| Hans van Leeuwen |
| (1720) |
| 0-1 |
|
6. |
| Jos Steinmann |
| (1547) |
| - |
| Peter van den Berg |
| (1682) |
| 0-1 |
|
7. |
| Bas Koster |
| (1528) |
| - |
| Fred van den Berg |
| (1816) |
| ½-½ |
|
8. |
| Bram Rutten |
| (1454) |
| - |
| Valentijn Phijffer |
| (1712) |
| 0-1 |
Vrijdagavond 14 november speelde SMB 2 haar tweede wedstrijd voor de externe competitie, uit tegen Het Kasteel 3 (Wijchen). Na verlies in de eerste ronde moesten we nu punten gaan scoren voor een comfortabele positie in klasse 2c. Op grond van de gemiddelde rating van onze tegenstander moest dat gaan lukken, maar Het Kasteel 3 had in de eerste ronde gewonnen van De Elster Toren 2 (gemiddeld 1674). We waren dus gewaarschuwd.
Voor zover ik kan inschatten, ging het op alle borden lange tijd gelijk op en het zag er dan ook niet meteen naar uit dat het een zege zou worden, laat staan een monsterzege. Toen het spannend werd, begon onze tegenstander echter fouten te maken, te beginnen met de tegenstander van Peter van den Berg aan bord 6. Vaak was de eerste de beste fout gelijk beslissend. Alleen de partij van Eric en die van Jelmer verliepen anders: Erics tegenstander ging door zijn vlag en die van Jelmer kreeg dotten van kansen maar wist die niet te grijpen, a lucky escape!
De partijen
Bord 1: Guus (W) "Ik speelde op het eerste bord tegen Henk Rutten. In de opening kon ik nauwelijks voordeel krijgen en stuurde mijn tegenstander op remise aan. Ik deed iets fout in het middenspel waardoor ik in een slechte stelling terecht kwam. En toen ging Rutten in de fout. Hij deed 33... Tb7?? 34.Txa5. Ik ging hierna mijn a-pion opspelen en die kon uiteindelijk helemaal doorlopen."
|
Bord 2: Jelmer (Z) "Mijn tegenstander, met wit, wilde een theoretisch gevecht in de Caro-Kann vermijden en koos daarom voor 1.e4 c6 2.d3. We kregen een tamme stelling. Desalniettemin was hij al snel te happig met een paard op g5, waarna ik een pion had kunnen snoepen, die op d3. Ik op mijn beurt wilde daar weer meer uit halen en miste de kans. Daarna kwam ik slechter te staan en ik offerde een pion om wat spel te creëren. In tijdnood, op zet 26 al, liep ik tegen een pionvork aan. Ik wist stukverlies te voorkomen, al bleek thuis in de analyse dat mijn mooie redding eigenlijk een pion extra kostte. In de partij liep het anders. Later blunderde ik weer, met als gevolg dat mijn koning totaal onveilig was. Toeschouwers meenden dat hier 36.Df7+ Kh6 37.e7? winnend was. Maar zwart heeft 37... Txg3+! met eeuwig schaak tot gevolg. Ik had dit gelukkig gezien in de partij, mijn tegenstander helaas ook. We wikkelden af naar een toreneindspel dat verloren moest zijn voor mij."
|
"Tot hier gaat alles gesmeerd voor wit. Zwart is in zetdwang. Oftewel de c-pion gaat lopen, oftewel de witte koning komt binnen, linksom dan wel rechtsom. Ik koos ervoor de c-pion te laten lopen. Wit had nu de c-pion moeten geven zodat de toren zwarts pionnen kan ophalen. Wit bracht echter zijn koning naar de damevleugel, waarna zwarts toren in de gelegenheid kwam om de pionnen op de koningsvleugel af te ruilen. Op zet 61 bleven er twee eenzame koningen op het bord achter."
|
Bord 3: Eric (W) Van deze partij heb ik alleen meegekregen dat zwart op een gegeven moment door zijn vlag ging.
Bord 4: Huub (Z) "In een scherpe variant van de Franse opening kwam ik onder druk te staan nadat ik mijn witveldige loper had geruild voor een verzwakte koningsstelling van mijn tegenstander. Mijn lichte stukken hadden geen goede velden, mijn torens bleven inactief en mijn dame kampte met ruimtegebrek. Ondanks al deze kwalen wist ik in de partij te blijven door de latente dreiging tegen de koning van mijn tegenstrever, immers met louter isolani omringd, door een actieve tegenstoot in het centrum manifest te maken -althans in het hoofd van mijn tegenstander. In de praktijk zou mijn koningsaanval wel hebben meegevallen, leerde mij een kwartiertje met Fritz. Achter het bord was ik blij met de gevonden zet, een positionele opstoot (bezit van het centrum, gekortwiekte actieradius van de vijandelijke stukken, velden voor de eigen stukken) die de tegenstander verleidde tot misplaatste tactiek. De methode Henk van den Berg zogezegd. Mijn tegenstander meende de opgespeelde pion te moeten slaan en daarna had ik een simpele overbelastingscombinatie uit te voeren. Ik voelde sympathie met de hoofdschuddende schaker aan de overkant die consequent zijn hoofd bleef schudden bij elke volgende zet die hij uitvoerde. Het materieel voordeel, paard tegen twee pionnen in superieure stelling, was snel omgezet in winst. Donner schreef dat er geen beter gevoel is dan onverdiend een partij te winnen. Maar, vraagt deze gelukkige zich af, bestaat er wel een onverdiende overwinning in het schaken? De tegenstander is toch altijd een nog grotere stomkop dan jijzelf bent, of niet? Nog een belangrijk gegeven: Henk van den Berg kwam ons team met zijn aanwezigheid steunen ... ik zag hem aan het begin van de avond en ik overwon met een zet die zijn goedkeuring kon wegdragen. Ik draag mijn overwinning aan hem op, de positiespeler bij uitstek."
Bord 5: Hans (W) Mijn tegenstander had een klein plusje na de opening maar onderschatte vervolgens mijn koningsaanval. Hiermee probeerde ik zwart vergeefs te verleiden tot 20... Le5?? (Vraag 1: Waarom is dit een blunder? Oplossing onder aan het verslag.) Wel lokte ik hiermee de verdachte zet 20... g5 uit. Met 20... Kh7 (pion f7 ontpennen) en 20... e6 (loper op b3 neutraliseren) zou zwart voordeel hebben gehouden. De zet 20... e6 zou trouwens tevens een geraffineerde val zijn geweest want wit kan niet 21.Txd6?? spelen (Vraag 2: Waarom is dit een blunder? Oplossing onder aan het verslag.)
|
Wit lijkt op het eerste gezicht aardig in het nauw te zijn gedreven, maar heeft in werkelijkheid al een bijna winnende koningsaanval. Er volgde 23.Dh5 waarna zwart op zet 24 de grote fout maakte: 23... Dc5+ 24.Kh1 Lxf4?? 25.Dg6+ Kh8 26.Dxh6+ Kg7 27.Td5 (27.Pd5 was veel effectiever maar ik had niet zo veel tijd meer). Hierna was alleen nog wat alertheid nodig om de partij te winnen.
|
Bord 6: Peter (Z) "In een wat vlakke partij komen we alle vroeg in een zo op het oog gelijkstaand eindspel terecht. Het remiseaanbod van mijn tegenstander heb ik afgewezen. Zonder te weten hoe, wil ik het nog wel even proberen. De koning van wit zou in het midden sterk staan zeker na wat afruil, maar is nu makkelijk weg te jagen. Dus 28... De4+ (nu 29.e4 verliest een pion en na 29.Ke2? verbetert mijn stelling ook). Wit besluit kennelijk zijn koning te handhaven en speelt 29.De4??, een blunder. Het nadeel is 29... Tf6+ en wit verliest zijn dame. Wit gaf enigszins geschokt direct op, 0-1."
|
Bord 8: Valentijn (Z) Valentijn speelde tegen de jeugdige Bram Rutten (geboren in het jaar 2000), die over het algemeen een prima partij speelde en pas in de slotfase brak onder het geweld van de ervaren Nijmeegse schaker. Valentijn speelde nu 15... cxd4, wat helemaal correct is volgens de computer. Als wit 16.Txe7 speelt, wint zwart na 16... dxc3 het stuk terug met schaak en rente in de vorm van een pion. Wit had de pion dan echter terug kunnen winnen: (15... cxd4 16.Txe7 dxc3+) 17.Kh1 cxd2 18.Pg5 Dg6 18.Dxd2 Pc6 19.Txb7 met gelijke stelling. Wit speelde niet 16.Txe7 maar 16.cxd4.
|
24.Kf2 is een zet die tegen het gevoel in gaat, maar uit enig rekenwerk blijkt dat het de enige kans is voor wit (de computer geeft na 24.Kf2 maar een klein voordeeltje voor zwart). De jongeling maakte echter nu zijn eerste echte fout in de partij en helaas voor hem was die gelijk beslissend: 24.Kh1?? Txf7 25. Pxf7 Tf8 en wit gaf op (26.Tf2 of Te1 helpt uiteraard niet: wit heeft na 26... Txf7 geen tijd om het paard te slaan).
Hans van Leeuwen
Oplossing vraag 1: 20... Le5?? 21.Txg6+ Lg7 22.Dxh6 De5 23.f4
Oplossing vraag 2: 21.Txd6?? Txd6 22.Dxd6 Td8 (nu moet wit de dame geven met 23.Dxd8, anders is het na bijv. 23.Df4 mat in 2: 23... Td1+ (trekt het paard mooi weg) 24. Pxd1 De1#
|
|
|
| |
|
|