Dinsdag 13 januari stond voor het derde team de vierde OSBO-wedstrijd van het seizoen op het programma. Tegenstander was het tweede team van het Doesborghse schaakgenootschap. We konden weer in onze vaste samenstelling aantreden. In het begin van de avond pakte zowat iedereen een klein voordeeltje, maar op veel borden kon het nog beide kanten op. De enige die al heel snel een vol punt binnen had, was Matthijs. Tegenstander Frank van der Rijst blunderde al vroeg op de avond een stuk. Na zijn ...Lg4 antwoordde Matthijs met h3, waarop Zwart met ...Pd4 Matthijs' dame die op e2 stond en zijn paard van f3 wilde aanvallen. Dit kon echter niet, omdat na ...Lg4 zijn paard door een witte loper op b5 gepend stond op de koning. Daarom besloot Zwart om maar snel deze penning op te heffen door te rokeren, met als gevolg dat Matthijs natuurlijk de loper op g4 kon slaan. Een aantal zetten later kreeg hij ook nog een dame cadeau via een vork, en enkele zetten daarna gaf de zwartspeler op.
De tweede die een resultaat kwam melden, was Rolf. Drie minuten voordat zijn partij beëindigd werd hoorde ik hem nog een remisevoorstel afslaan, maar uiteindelijk berustte hij toch in het onvermijdelijke. Naar eigen zeggen had hij tegen Ben Lievers een totaal gewonnen stelling om zeep geholpen. Ook Thomas kwam even later een vol punt melden. Met zwart aan bord 5 tegen Albert Lebbink ging het lang gelijk op, misschien had Thomas een licht voordeel. Twee fouten kostten de witspeler echter materiaal, waarna hij het bijltje erbij neergooide: 2,5-0,5.
Ook Roel pakte een vol punt. Hij had al snel een voordeel dankzij zijn loperpaar. Joop Crooy probeerde aan te vallen, maar Roel leek nooit echt bang te zijn voor de actie van zijn tegenstander, behalve toen deze ineens totaal onverwachts met zijn toren een gedekte pion sloeg. Even vroeg Roel zich af of hij in een smerige truc was getrapt, maar hij concludeerde dat dat niet zo was, sloeg de toren en mocht de felicitaties in ontvangst nemen. De matchwinst was binnen. Maar daarmee was de koek nog niet op. Ook René was namelijk aan een goede partij bezig. Lang ging zijn strijd tegen Emile Okel gelijk op, maar in de slotfase sloeg hij toe.
| Lucas de Jong - Jan Ravensteijn Stelling na 18.g4 |
| |
|
Ik was als laatste klaar. De openingsfase was interessant. Ik pakte wat ruimtevoordeel terwijl Zwart een actie op de koningsvleugel in gang zette. Door mijn pionnen voor de koning wat op te spelen wist ik dit gevaar echter te bezweren en toen ontstond nevenstaande stelling. Na een mislukte poging tot koningsaanval zit Zwart verlegen om een plan. Daarom besluit hij tot 18...Ld8? waarschijnlijk met het idee om te vervolgen met ...Lc7 om mijn sterke loper op f4 af te ruilen. Waar hij echter geen rekening mee hield, was dat hierdoor zijn e-pion in de penning kwam te staan. 19.d5! was daardoor ineens sterk en dat is precies wat ik speelde. Na 19...cxd5 20.cxd5 e5 (overigens nog de beste kans) had ik daarna een leuke tactische truc (21.Lxe5!), die me een pion opleverde (21... fxe5? 22.Dxe5+ wint de toren op h8). Het eindspel daarna speelde ik niet helemaal optimaal, maar Zwart bleef ook passief spelen waardoor ik op zet 35 met eeen nieuwe kleine combinatie nog meer materiaal won. Aangezien mijn vrije d-pion daarna niet meer te stoppen was, gaf Zwart op.
Dat betekende een 5,5-0,5 overwinning, zonder dat iemand in de problemen was geweest. Met nog drie wedstrijden op het programma is de achterstand op koploper ASV 8 nu twee punten. De onderlinge wedstrijd staat nog op het programma, maar eerst spelen we op dinsdag 10 februari uit tegen het ook niet gemakkelijke De Sleutelzet. Er komen nog spannende wedstrijden aan.
Lucas, teamleider
|
|