|
|
|
Siciliaans Deze zet werd in de 17e eeuw o.a. gespeeld door de Siciliaanse priester Don Pietro Carrera en dit was voor de Britse schaker Jacob Henry Sarratt de reden om deze verdediging het Siciliaans te noemen. Deze zet werd al in 1594 behandeld door Giulio Polerio in zijn boek over het schaken. Het Siciliaans is de populairste opening, waarschijnlijk omdat zwart al direct de stelling uit evenwicht brengt en daardoor vanaf de eerste zet op winst kan spelen. Scheveninger In de Scheveninger is zwart tevreden met een "klein" centrum om vervolgens kort te rokeren. Het is één van zwarts meest ambitieuze varianten in het Open Siciliaans en werd o.a. gespeeld door Garry Kasparov. De naam is ontstaan toen Max Euwe deze zet voor het eerst speelde tegen Geza Maroczy in Scheveningen in 1923. Engelse aanval De Engelse aanval werd bedacht in de jaren 80 van de 20e eeuw. Vooral Engelse schakers zoals John Nunn, Nigel Short en Murray Chandler hebben deze variant geanalyseerd. Deze stelling kan ook via de Najdorf op het bord verschijnen. Zwart onderneemt direct actie op de koningsvleugel. Na g2-g4 moet zwart antwoorden met h7-h6, waarna de korte rokade nauwelijks nog in aanmerking komt. Na 16... Pe4? 17.De3 Lb7 18.Lh3 heeft wit aanval als compensatie voor de pion. Na 19.Txh2? exd4? 20.Te2 staat wit goed, maar zwart heeft 19... Pb6. Na 19... Pb6 20.Lh3! heeft wit compensatie voor de pion. Alternatieven zijn 20.Dh3 met het idee 20... exd4 21.Pxd4 en 20.Lh3 met het idee 20... Lxf3 21.Lxd7 Dxd7 22.Pxf3. Na 20... Dc6 21.Lh3!? heeft wit compensatie voor de pion. 21... Pc5 22.Pxe5! Natuurlijk niet 23... Ke7? vanwege 24.Dh3 |