|
|
|
Nimzo-Indisch Het Nimzo-Indisch werd in 1914 geïntroduceerd door Aron Nimzowitsch. In tegenstelling tot de meeste Indische openingen is er geen directe fianchetto. Met de tekstzet voorkomt zwart e2-e4 en wil hij wit een dubbelpion bezorgen. Rubinstein variant De Rubinstein variant is genoemd naar Akiba Rubinstein en wordt door wit het meest gespeeld in het Nimzo-Indisch. Wit gaat verder met zijn ontwikkeling voordat hij een plan trekt. Doordat er geen directe dreigingen zijn heeft zwart de keus uit vele mogelijkheden, waardoor deze variant strategisch één van de meest complexe systemen van alle openingen is. Deze normale ontwikkelingszet wordt het meest gespeeld. Met deze zet is één van de meest gespeelde varianten in de schaaktheorie op het bord verschenen. Parma variant De Parma variant is genoemd naar de Sloveens grootmeester Bruno Parma. Zwart stelt b7-b6 uit en hij kan op een geschikt moment slaan op d4. Hij moet dit wel doen voordat wit d4-d5 speelt. Deze zet wordt niet zo vaak gespeeld. Wit voorkomt b5, maar hierdoor wordt wel veld b4 zwak. Dit verzwakt de zwart velden rond de koning, maar 14... Pf6 is gevaarlijk wegens Dh4 en 14... f5 verzwakt het veld e5. 29... Tc7 30. Dh4 De7 A. Grischuk - B. Gelfand (Linares 2010) |