|
|
|
Catalaans Het Catalaans is vernoemd naar Catalonië nadat de organisatoren van het 1929 toernooi in Barcelona aan Savielly Tartakower vroegen om een nieuwe variant te verzinnen. Deze opening werd o.a. gespeeld door Garry Kasparov, Victor Korchnoi en Vladimir Kramnik. Een belangrijk idee achter het Catalaans is voor wit om zich nog niet vast te leggen. Hij voert de druk tegen het centrum nog even niet op, maar ontwikkelt zijn loper naar g2 van waaruit hij later hoopt activiteit te ontwikkelen. In veel stellingen probeert wit de kracht van de loper op g2 ten opzichte van de loper op c8 uit te buiten. Open Catalaans In het Open Catalaans slaat zwart op c4. Vervolgens kan hij er voor kiezen om te proberen de extra pion te handhaven met b5 of om het terug te geven en zodoende extra tijd tijd te winnen om zich te bevrijden. Zonder een zwarte pion op d5 wordt de zwarte ontwikkeling op de damevleugel gehinderd door de wit-veldige loper van wit. Deze variant met zwart was een favoriet van Anatoly Karpov en Efim Geller. Deze zet werd in de jaren 80 van de 20e eeuw door Viktor Korchnoi geïntroduceerd. Deze zet is de reden waarom 5... Ld7 tegenwoordig bijna niet meer wordt gespeeld. Zwart geeft zijn loper voor spel tegen de witte pion op d4. Indien wit nu het paard op c6 slaat krijgt zwart een driedubbel pion op de c-lijn, maar wit krijgt hieruit geen voordeel: 8.Lxc6 bxc6 9.0-0 c5. Een karakteristiek pionoffer. 11... Pa5?! 12.Ld2 b4 13.bxc4 en wit heeft voordeel. Wit heeft meer dan voldoende compensatie voor de pion. Deze zet wordt het meest gespeeld. Na 13.Lb2 heeft wit weliswaar compensatie dankzij zijn sterke wit-veldige loper en de half-open a- en c-lijnen, maar zwarts defensie moet niet onderschat worden. Wit neemt het initiatief. Anders is 22.Pd6 zeer vervelend. Wit heeft duidelijk voordeel. |