|
|
|
|
1.
e4
e5
2.
Pf3
Pc6
3.
Lb5
Spaans
Het Spaans is genoemd naar de Spaanse priester Ruy López de Segura. Hij maakte in 1561 een schematische studie van schaakopeningen in zijn boek "Libro del Ajedrez". Daarvoor werd deze opening al behandeld in het Göttingen manuscript van rond 1490. Pas halverwege de 19e eeuw werd het Spaans populair dankzij Carl Jaenisch.
3...
a6
Deze zet wordt het meest gespeeld. Zwart wil de witte loper op b5 wegjagen.
4.
La4
Pf6
5.
0-0
Le7
6.
Te1
b5
7.
Lb3
0-0
8.
h3
Wit ontwijkt de Marshall aanval.
8...
Lb7
9.
d3
d6
10.
a3
Wit houdt de mogelijkheid open om zijn paard via c3 naar d5 te spelen.
10...
Pb8
11.
Pbd2
Het paard gaat toch naar dit veld omdat 10... Pb8 het plan Pb1-c3-d5 heeft voorkomen.
11...
Pbd7
12.
Pf1
Te8
13.
Pg3
c6!?
Wit heeft hier de keus uit: |
| |
|