|
|
|
|
1.
d4
Pf6
2.
c4
e6
3.
Pc3
Lb4
Nimzo-Indisch
Het Nimzo-Indisch werd in 1914 geïntroduceerd door Aron Nimzowitsch. In tegenstelling tot de meeste Indische openingen is er geen directe fianchetto. Met de tekstzet voorkomt zwart e2-e4 en wil hij wit een dubbelpion bezorgen.
4.
e3
Rubinstein variant
De Rubinstein variant is genoemd naar Akiba Rubinstein en wordt door wit het meest gespeeld in het Nimzo-Indisch. Wit gaat verder met zijn ontwikkeling voordat hij een plan trekt. Doordat er geen directe dreigingen zijn heeft zwart de keus uit vele mogelijkheden, waardoor deze variant strategisch één van de meest complexe systemen van alle openingen is.
4...
b6
Zwart wil de controle over veld e4. Vaak wordt deze variant de Fischer variant genoemd, hoewel oorspronkelijk de Fischer variant pas na 5.Pge2 La6 op het bord verschijnt.
5.
Ld3
Lb7
6.
Pf3
Pe4
Hollandse variant
Deze variant wordt de Hollandse variant genoemd, omdat zwart meestal vervolgt met 7... f5. Er ontstaat dan een stelling op het bord dat lijkt op het Hollands. Deze variant wordt niet vaak gespeeld omdat wit goede kansen krijgt na 7.0-0 f5 8.d5 waarmee hij een pion offert op de lijnen voor zijn lopers te openen.
7.
0-0
f5
8.
Dc2
Lxc3
9.
bxc3
0-0
Wit moet actie ondernemen tegen het groeiende initiatief van zwart op koningsvleugel.
10.
Pd2
Zwart heeft hier de keus uit: |
| |
|