|
|
|
|
1.
e4
e5
2.
Pf3
Pc6
3.
Lb5
Spaans
Het Spaans is genoemd naar de Spaanse priester Ruy López de Segura. Hij maakte in 1561 een schematische studie van schaakopeningen in zijn boek "Libro del Ajedrez". Daarvoor werd deze opening al behandeld in het Göttingen manuscript van rond 1490. Pas halverwege de 19e eeuw werd het Spaans populair dankzij Carl Jaenisch.
3...
a6
Deze zet wordt het meest gespeeld. Zwart wil de witte loper op b5 wegjagen.
4.
La4
Pf6
5.
0-0
Lc5
Møller verdediging
Meestal wordt eerst 5... b5 gespeeld, omdat indien zwart na deze zet vervolgt met b5 wit zijn loper direct naar c2 kan spelen. Deze verdediging is vernoemd naar de Deen Jørgen Møller die het analyseerde voor het tijdschrift "Tidsskrift för Schack" in 1903. Alexander Alekhine speelde de Møller verdediging in het begin van zijn carrière, maar het werd nooit populair.
6.
c3
Pxe4
7.
d4
Lb6
Wit heeft hier de keus uit: |
| |
|