|
|
|
Spaans Het Spaans is genoemd naar de Spaanse priester Ruy López de Segura. Hij maakte in 1561 een schematische studie van schaakopeningen in zijn boek "Libro del Ajedrez". Daarvoor werd deze opening al behandeld in het Göttingen manuscript van rond 1490. Pas halverwege de 19e eeuw werd het Spaans populair dankzij Carl Jaenisch. Deze zet wordt het meest gespeeld. Zwart wil de witte loper op b5 wegjagen. Ruilvariant Wit offert zijn loperpaar in ruil voor een verzwakte pionnenstructuur van zwart. Meestal antwoordt zwart met 4... dxc6, maar 4... bxc6 is ook speelbaar. De ruilvariant werd opnieuw populair dankzij Fischer die het in de jaren 60 van de 20e eeuw speelde. Barendregt variant Wit dreigt 6.Pxe5 omdat nu 6... Dd4 7.Pf3 Dxe4 faalt vanwege 8.Te1. Deze zet werd o.a. door Bobby Fischer met succes gespeeld. De klassieke voortzetting, zwart wil een pion op e5 houden. Dit is ambitieuzer dan 7.dxe5. Fischer had een voorkeur voor deze zet. Larsen - Portisch (Rotterdam 1977) |