|
|
|
|
1.
e4
e5
2.
Pf3
Pc6
3.
Lb5
Spaans
Het Spaans is genoemd naar de Spaanse priester Ruy López de Segura. Hij maakte in 1561 een schematische studie van schaakopeningen in zijn boek "Libro del Ajedrez". Daarvoor werd deze opening al behandeld in het Göttingen manuscript van rond 1490. Pas halverwege de 19e eeuw werd het Spaans populair dankzij Carl Jaenisch.
3...
a6
Deze zet wordt het meest gespeeld. Zwart wil de witte loper op b5 wegjagen.
4.
La4
Pf6
5.
0-0
Le7
6.
Te1
b5
7.
Lb3
0-0
8.
c3
d5
Marshall aanval
Zwart offert een pion voor de aanval. Het is één van de meest agressieve varianten in het Spaans. Aangezien de compensatie van zwart eerder uit positionele dan uit tactische overwegingen bestaat, is het moeilijk of zelfs onmogelijk om een weerlegging te vinden. Sommige varianten gaan verder dan de 30e zet. Het werd o.a. gespeeld door Boris Spassky, John Nunn en Michael Adams. Omdat de theoretische kennis van deze variant zeer belangrijk is, zullen vele witspelers, waaronder Garry Kasparov, de Marshall aanval vermijden.
9.
exd5
Pxd5
10.
Pxe5
Pxe5
11.
Txe5
c6
De populairste en beste voortzetting. Het kostte Frank Marshall 20 jaar om deze zet te vinden, nadat hij met de Marshall aanval van José Raúl Capablanca verloor (New York 1918).
12.
d4
Ld6
13.
Te2
Dh4
14.
g3
Zwart heeft hier de keus uit: |
| |
|