|
|
|
Spaans Het Spaans is genoemd naar de Spaanse priester Ruy López de Segura. Hij maakte in 1561 een schematische studie van schaakopeningen in zijn boek "Libro del Ajedrez". Daarvoor werd deze opening al behandeld in het Göttingen manuscript van rond 1490. Pas halverwege de 19e eeuw werd het Spaans populair dankzij Carl Jaenisch. Deze zet wordt het meest gespeeld. Zwart wil de witte loper op b5 wegjagen. Gesloten Spaans Wit kan beter eerst deze zet voorbereiden met 9.h3. Bogoljubow variant Deze variant is genoemd naar de partij Capablanca - Bogoljubow (Londen 1922). De penning van het paard is vervelend. Wit sluit het centrum en hij krijgt meer ruimte, zwart daarentegen krijgt vrij spel op de vleugels. Wit kan de pionnenketen niet ondersteunen met c3-c4 en is daarom gedwongen op c6 te slaan. 17... Pc4 Zwart forceert wit de a-lijn te openen. De zwarte koning moet nu naar h8, waarna wit met tempo zijn paarden naar meer aanvallende velden kan brengen. Zwart kan dit paard niet nemen. 27... Txa1? 28.Ph6 gxh6 29.Pxe5 Wit dreigt nu 32.b3. Zwart kan de loper niet slaan vanwege 33.Pxf8 Dc7 34.Pd7! en wit wint de dame (E. Vasiukov - A. Matanovic, Skopje 1970). |