|
|
|
|
1.
d4
Pf6
2.
c4
e6
3.
Pc3
Lb4
Nimzo-Indisch
Het Nimzo-Indisch werd in 1914 geïntroduceerd door Aron Nimzowitsch. In tegenstelling tot de meeste Indische openingen is er geen directe fianchetto. Met de tekstzet voorkomt zwart e2-e4 en wil hij wit een dubbelpion bezorgen.
4.
a3
Sämisch variant
De Sämisch variant, genoemd naar Fritz Sämisch, is een directe methode om het idee van zwart te weerleggen, ten koste van een tempo en een dubbelpion. Zwart heeft echter laten zien dat de structurele zwaktes in de witte stelling zwaarder wegen dan diens aanvalskansen en daarom wordt deze variant nog maar zelden gespeeld.
4...
Lxc3
5.
bxc3
Wit kan nu e2-e4 spelen zonder dat hij zich zorgen hoeft te maken om c7-c5, aangezien de pion op d4 gedekt staat. Wel is zijn pion op c4 zwak en deze pion zal zwart proberen aan te vallen.
5...
Pe4
Deze zet wordt niet vaak gespeeld, ondanks dat zwart er goed mee scoort en je voor deze zet weinig theorie hoeft te kennen. In 1960 Mikhail Tal speelde deze zet vier keer in de wedstrijd om het wereldkampioenschap tegen Mikhail Botvinnik. Alle vier de partijen eindigden in remise. Zwart kan de pion op c3 niet slaan vanwege Dc2 en het paard heeft geen vluchtveld. Het idee is echter f7-f5. Wit kan het paard niet wegjagen met 6.f3 vanwege 6... Dh4.
Wit heeft hier de keus uit: |
| |
|