|
|
|
|
1.
d4
Pf6
2.
c4
e6
3.
Pc3
Lb4
Nimzo-Indisch
Het Nimzo-Indisch werd in 1914 geïntroduceerd door Aron Nimzowitsch. In tegenstelling tot de meeste Indische openingen is er geen directe fianchetto. Met de tekstzet voorkomt zwart e2-e4 en wil hij wit een dubbelpion bezorgen.
4.
e3
Rubinstein variant
De Rubinstein variant is genoemd naar Akiba Rubinstein en wordt door wit het meest gespeeld in het Nimzo-Indisch. Wit gaat verder met zijn ontwikkeling voordat hij een plan trekt. Doordat er geen directe dreigingen zijn heeft zwart de keus uit vele mogelijkheden, waardoor deze variant strategisch één van de meest complexe systemen van alle openingen is.
4...
0-0
Deze normale ontwikkelingszet wordt het meest gespeeld.
5.
Ld3
d5
6.
Pf3
c5
7.
0-0
Met deze zet is één van de meest gespeelde varianten in de schaaktheorie op het bord verschenen.
7...
Pc6
8.
a3
Lxc3
9.
bxc3
dxc4
10.
Lxc4
Dc7
Klassieke variant
Deze oude variant was mode tijdens het kandidaten-toernooi in Zürich in 1953. Het is één van de populairste varianten van het Nimzo-Indisch. Wit heeft een stabiel centrum en het loperpaar, terwijl zwart daarentegen de vrije hand heeft bij zijn ontwikkeling. Bovendien kan hij met e6-e5 het witte centrum aantasten.
11.
a4
Td8
12.
La3
b6
13.
Te1
Lb7
14.
La2
Zwart heeft hier de keus uit: |
| |
|