|
|
|
|
1.
e4
e6
Frans
Het Frans is een solide en veerkrachtige opening, hoewel het soms in het begin tot verkrampt spel van zwart leidt. Zwart wil met 2... d5 een vaste voet in het centrum. Wit concentreert zich meestal op de koningsvleugel, terwijl zwart tegenkansen krijgt op de damevleugel. Deze opening is genoemd naar een correspondentie match tussen Londen en Parijs in 1834.
2.
d4
d5
3.
e5
Doorschuif variant
Een logische zet, maar ook gevaarlijke zet. Wit krijgt meer ruimte en de controle over veld f6, waardoor zwart zijn stukken op de koningsvleugel moeilijker kan ontwikkelen. Echter komt er wel een gesloten stelling op het bord, die kan leiden tot een complexe partij. Deze zet werd al in 1620 door Greco gespeeld, maar de populariteit is vooral te danken aan Aron Nimzowitsch.
3...
c5
4.
c3
Pc6
5.
Pf3
Db6
Zwart oefent druk uit op de witte d-pion waarmee hij hoopt het witte centrum te ondermijnen. Bovendien valt de dame de pion op b2 aan zodat wit geen Le3 kan spelen om de d-pion te dekken.
6.
a3
De populairste zet. Wit bereidt b2-b4 voor waarmee hij ruimte wint op de damevleugel en tevens voorkomt hij schaakjes op b4 en a5. Over deze variant is een artikel verschenen in New In Chess jaarboek 20.
Zwart heeft hier de keus uit: |
| |
|