|
|
|
Boedapester gambiet Het Boedapester gambiet werd o.a. onderzocht door de Hongaarse schaker Gyula Breyer. Hoewel de eerste partij met deze gambiet al in 1896 werd gespeeld werd het pas in 1918 populair toen Milan Vidmar ermee won. Tegenwoordig wordt het nog maar zelden gespeeld. Omdat het pionoffer slechts tijdelijk is wordt deze opening ook wel de Boedapester verdediging genoemd. Indien wit het offer weigert heeft hij niet meer dan gelijk spel. Rubinstein variant Deze variant is genoemd naar de beroemde partij A. Rubinstein - M. Vidmar (Berlijn 1918). Verschillende auteurs vinden deze zet het gevaarlijkste voor zwart. Indien zwart 4... Lc5 speelt kan wit antwoorden met 5.e3 zonder dat zijn loper op c1 ingesloten wordt. Deze zet had aan het einde van de 20e eeuw een slechte reputatie omdat het de velden f5 en h5 verzwakt. Echter dankzij overwinning van zwart in de partijen Van Wely - Mamedyarov (Ciudad Real 2004) en Graf - Asik (Kavala 2007) kwamen er nieuwe supporters. Wit wil de loper op de a1-h8 diagonaal plaatsen. Volgens Lalic kan zwart niet wachten met het slaan van de pion. Wit wil de e-lijn openen.
|