|
|
|
Boedapester gambiet Het Boedapester gambiet werd o.a. onderzocht door de Hongaarse schaker Gyula Breyer. Hoewel de eerste partij met deze gambiet al in 1896 werd gespeeld werd het pas in 1918 populair toen Milan Vidmar ermee won. Tegenwoordig wordt het nog maar zelden gespeeld. Omdat het pionoffer slechts tijdelijk is wordt deze opening ook wel de Boedapester verdediging genoemd. Indien wit het offer weigert heeft hij niet meer dan gelijk spel. Rubinstein variant Deze variant is genoemd naar de beroemde partij A. Rubinstein - M. Vidmar (Berlijn 1918). Verschillende auteurs vinden deze zet het gevaarlijkste voor zwart. Indien zwart 4... Lc5 speelt kan wit antwoorden met 5.e3 zonder dat zijn loper op c1 ingesloten wordt. Wit neemt een slechte pionnenstructuur voor lief, daarvoor krijgt hij een extra pion, het loperpaar en actief spel in het centrum. Dit is de enige variant van het Boedapest gambiet waarin zwart niet zeker zijn pion terugwint. Wit dreigt met h2-h3 waarna het zwarte paard naar het slechte veld h6 moet. A. Rubinstein - M. Vidmar (Berlijn 1918) |