|
|
|
Zwart nodigt wit uit om d4-d5 te spelen. Hij wil daarna aantonen dat wits centrum te uitgebreid is, wat levendige partijen oplevert. Zwart laat het centrum aan wit over en concentreert zich op een pionnenstorm op de damevleugel. In 1939 vond Reuben Fine de zwarte stelling hopeloos en dodelijk passief. Benko gambiet Het Benko gambiet wordt ook wel het Wolga gambiet genoemd. In de jaren 30 van de 20e eeuw speelde Karel Opocensky een aantal partijen met deze opening en later schreef Pal Benko er een boek over. Vaak begint de partij als een Konings-Indisch en speelt zwart pas later de zetten c5 en b5. Zwart offert een pion om zijn stukken op de damevleugel te activeren. Wit bezet het centrum maar hij verliest hierdoor wel het recht om te rokeren. Het is de vraag waar wit zijn koning moet zetten: op g2 of h2. De meeste spelers kiezen voor g2 omdat dit het snelste is. Het meest solide. Wit voorkomt dat zwart zijn paar op g4 plaatst en hij maakt tevens veld h2 vrij voor de koning waar het veiliger staat dan op g2. Dit kost echter wel een extra tempo. Wit bereidt e4-e5 voor en hij dekt tegelijkertijd de pion op b2. Zwart valt het paard op c3 aan en hij bereidt Pc7-b5 voor. Een vreem uitziende manier om het paard te dekken. Een schijnbare tegenstrijdigheid. Zwart wil de dames ruilen terwijl hij een pion achterstaat. De witte damevleugel staat onder druk en zwart kan het centrum ondermijnen met f7-f5. Zwart kan dit rustig spelen nu de dames van het bord zijn. |